“Welzijn op recept leidt tot minder consulten”
Datum: 19 november 2019Greetje Velema, huisarts in de Schilderswijk, is een groot voorstander van Welzijn op recept en schrijft het vaak voor bij spanningsklachten. ‘Bij veel patiënten hoor ik later terug dat het door het welzijnsaanbod beter gaat.’
Bij Welzijn op recept kunnen mensen met een verwijzing van de huisarts meedoen aan een welzijns- of beweegactiviteit. Volgens Jan Joost Meijs, arts en bedenker van het concept, doet ‘welzijn’ een beroep op de veerkracht van mensen en helpt het hen uit het ziektemodel te komen. Meijs schreef samen met Miriam Heijnders het Handboek Welzijn op Recept.
Voorstander van het concept is Greetje Velema, huisarts bij Huisartsenpraktijk Mozaïek, gevestigd in Gezondheidscentrum Rubenshoek in de Haagse Schilderswijk. Velema kwam zo’n tien jaar geleden voor het eerst in aanraking met ‘Welzijn op recept’ via een pilotproject. ‘Samen met andere huisartsen kregen we destijds de vraag of we meer wilden samenwerken met het sociaal domein. De vraag was ook: kun je iets met Welzijn op recept?’
‘Mensen zijn bezorgd en bang dat ze iets ernstigs hebben. Ze googelen dan en komen bijvoorbeeld uit op iets als kanker. Dan gaan we eerst goed kijken wat de klacht is. Als na onderzoek blijkt dat er niet iets medisch is, probeer je door gesprekken erachter komen waar in het leven de onbalans zit. Dan is het fijn om te zeggen: het is niet iets voor de dokter, maar ik heb een collega die hier meer mee kan, de welzijnscoach.’
‘Achterliggende problemen’
Anderhalf jaar geleden kreeg Velema opnieuw de vraag of ze mee wilde doen aan ‘Welzijn op recept 2.0’. Dit is een doorontwikkeling van het concept: de uitgangspunten zijn beter omschreven, evenals de doelgroep en de kwaliteiten van de welzijnscoach. Verder zijn ook de activiteiten gespecificeerd, de wijze van monitoring en de evaluatie. Ook de randvoorwaarden zijn verder uitgewerkt: samenwerking, financiering, borging en organisatie.
Velema vertelt dat ze het vaak voorschrijft bij spanningsklachten. ’Problemen in wijken verschillen. Het kan gaan om eenzaamheid, alcoholisme en slechte behuizing. Maar ook financiële problematiek, relatieproblemen, opvoedingsproblemen en een slechtere gezondheid. Onze praktijk bestaat voor meer dan 90 procent uit bewoners met een migratie-achtergrond.’
Welzijnscoach kijkt vaak mee
‘De diagnose ‘spanningsproblemen’ is bij veel mensen lastig over te brengen. Niet-westerse patiënten leggen gezondheidsproblemen nogal eens buiten zichzelf. Ze weten soms ook minder over hun lichaam en over wat gezond is. Ze zijn vaak minder vaardig om daar goed informatie over te krijgen. Mensen horen van familie en buren verhalen die onjuist en gekleurd zijn. Daardoor zijn ze sneller ongerust en voelen zich sneller bedreigd.’
In veel gevallen kijkt de welzijnscoach dan mee en vaak werkt Velema ook samen met de praktijkondersteuner GGZ. ‘Ik spoor de klachten op en vraag aan de welzijnscoach of ze verder wil kijken. Zij voert gesprekken over de verschillende leefgebieden om te kijken wat er speelt en praat dan met mensen over wat het beste bij hen past. Ze verwijst bijvoorbeeld door naar de financiële helpdesk, maar onderhoudt intussen zelf ook contact met de mensen.’
Voor patiënten nog lastig concept
Per maand verwijst Velema zo’n twee tot vier patiënten door naar welzijn. ‘Dat aantal is nog beperkt doordat het voor patiënten vaak toch een lastig concept is. Ze zeggen vaak: ‘Ik voel toch die pijn?’ De uitleg dat het van spanningsklachten komt is voor veel mensen niet zo voor de hand liggend. Mensen willen niet aan het idee dat ze iets in hun leven moeten veranderen. Vaak hebben ze het liefst een medische oplossing.’
Als voorbeeld vertelt ze over de casus van een patiënt die nauwelijks buitenkomt. ‘Welzijn is er dan op gericht diegene ertoe te brengen om mee te gaan doen in bijvoorbeeld een wandelgroepje. Zij krijgt contacten, raakt zo meer verbonden met anderen en is gezond buiten aan het bewegen.’
Samenwerking maatschappelijk werk
Velema beleeft veel plezier aan de samenwerking met het maatschappelijk werk. ‘Dat maakt het allemaal veel leuker en versterkt ons werk. De welzijnscoach geeft ook altijd rapportage terug over wat er besproken is en wat ze doen gaat. Bij patiënten hoor ik later terug dat het door het welzijnsaanbod beter gaat. Dat zie je doordat ze minder terugkomen met allerlei klachten die niet zo medisch zijn.’
Volgens Velema zou bij het grote publiek het bewustzijn moeten groeien dat klachten allerlei oorzaken kunnen hebben. ‘In de Schilderswijk gaat het erover dat mensen vastlopen in en daar klachten van krijgen. Spanningsklachten los je niet op met technische middelen. Als het gewoner wordt om over spanningen te praten en te kijken naar niet-medische oplossingen, zou dat een hoop overbodige ongerustheid en onderzoek voorkomen.’
Financiering nog probleem
De financiering van Welzijn op recept is nog wel een probleem. ’Bij mij komen patiënten gewoon voor een consult. Hoe lang ik daarover doe is aan mij. Maatschappelijk werk wordt betaald door de gemeente. De winst die het oplevert als mensen niet steeds bij de dokter terugkomen, of niet hoeven doorverwezen voor onderzoek, zijn besparingen voor de zorgverzekeraar. Alleen die is niet geneigd voor deze hulp te betalen. Dan zeggen ze: kom eerst maar met een businesscase.’
Velema vervolgt: ‘Ik denk dat het reëel zou zijn als de zorgverzekeraar eraan mee zou betalen. Het maatschappelijk werk in Den Haag moet nu weer bezuinigen en dan hou ik mijn hart vast. Dat betekent dat ze op personeel bezuinigen, terwijl ze ook dingen doen die de gezondheidszorg ten goede komen. Dat vind ik scheef. In Engeland is onderzoek gedaan en ruimschoots aangetoond dat ‘Welzijn op recept’ tot minder consulten bij huisartsen leidt.’
Martin Zuithof
Dit artikel is met toestemming overgenomen van MedischOndernemen.
Hier de link naar het artikel op Medisch Ondernemen.