Substitutiemonitor zorgt voor rimpelingen in de vijver

Substitutiemonitor zorgt voor rimpelingen in de vijver

Datum: 27 juli 2016

substitutie_zorgenzSubstitutie van tweedelijnszorg naar de eerste lijn is opgenomen binnen de bestuurlijke akkoorden eerste lijn en medisch specialistische zorg voor 2014 – 2017. De voortgang wordt jaarlijks gemonitord. Begin juli verscheen de zogeheten ‘Substitutiemonitor 2016’ van KPMG Plexus. Daaruit blijkt een toename van de substitutieafspraken in 2016 ten opzichte van 2015 met ongeveer 55% voor zowel de tweede als de eerste lijn.

– Ten opzichte van 2015 (€ 63,8 miljoen) is er in 2016 € 36,0 miljoen (+ 56%) meer aan substitutieafspraken gemaakt: € 15 miljoen meer in medisch specialistische zorg en € 21 miljoen meer in ggz. Dit houdt in dat er met de tweede lijn afspraken zijn gemaakt om minder zorg te leveren vanwege substitutie van deze zorg naar de eerste lijn. De totale omvang van de afspraken over afname van de kosten in de medisch specialistische zorg en geestelijke gezondheidszorg in 2016 komt hiermee uit op € 99,8 miljoen.

– Ten opzichte van 2015 (€ 61,2 miljoen) is er in 2016 voor € 33,6 miljoen aan extra substitutieafspraken (55%) gemaakt in huisartsenzorg (€ 4,7 miljoen) en multidisciplinaire zorg ( € 30,6 miljoen). In 2016 zijn meer substitutieafspraken specifiek toegewezen aan huisartsenzorg of multidisciplinaire zorg. Daarom is er, ten opzichte van 2015, voor € 1,7 miljoen minder aan afspraken gemaakt die niet verder toegewezen zijn aan huisartsenzorg of multidisciplinaire zorg. De totale omvang van de substitutieafspraken in de huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg in 2016 komt hiermee uit op € 94,8 miljoen.

– Substitutie gerelateerde investeringen in huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg ten behoeve van substitutie (€ 94,8 miljoen) komen nagenoeg overeen met de afspraken over de afname van kosten van zorg in de medisch specialistische zorg en geestelijke gezondheidszorg (€ 99,8 miljoen).

Binnen beschikbare kader
Het lijkt dat de totale schadelast van huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg tezamen (€ 3.144 miljoen) binnen de beschikbare kaders passen voor de eerste lijn (€ 3.212 miljoen). Dat wil zeggen: voor de multidisciplinaire zorg valt de geraamde schadelast 2016 hoger uit dan het beschikbare kader (verschil van € – 36 miljoen), maar de verwachte schadelast voor de huisartsenzorg blijft binnen het beschikbare kader (verschil van € 104 miljoen).

Eenzijdige aanpassing
Echter: Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft de opzet van de monitor eenzijdig aangepast. Daardoor kan er geen directe relatie meer worden gelegd tussen substitutieafspraken die zijn gemaakt in de tweede en eerste lijn. De eerstelijns brancheorganisaties InEen en LHV hebben hierop in een brief ontstemd gereageerd. Ook minister Edith Schippers (VWS) toont zich hierover gepikeerd. Begin juli vond er bestuurlijk overleg plaats met alle partijen. ZN heeft geadviseerd om geen budget over te hevelen van de tweede lijn naar de eerste lijn, maar de eerste lijn niet te korten vanwege hogere uitgaven als gevolg van substitutie.

Budget volgt zorg
Schippers heeft besloten om de deelkaders voor 2017 niet bij te stellen aan de hand van de uitkomsten van de afsprakenmonitor 2016. Zij ziet daartoe geen aanleiding omdat zorgverzekeraars hebben aangegeven dat de huidige beschikbare deelkaders dit jaar voldoende ruimte bieden om substitutie van zorg vorm te geven.
Wat betreft multidisciplinaire zorg wordt wel een overschrijding in 2016 verwacht. Schippers zegt bereid te zijn daarvoor het macrobeheersinstrument (mbi) niet in te zetten, zolang er geen overschrijding optreedt van de deelkaders huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg gezamenlijk.
Mocht er toch een overschrijding van de gezamenlijke deelkaders aan de orde zijn, en die overschrijding valt aantoonbaar toe te schrijven aan substitutie, dan geeft ze gevolg aan het principe ‘budget volgt zorg’. Ze zal dus de beschikbare kaders aanpassen van de medisch specialistische zorg of de GGZ. Veldpartijen, met ZN als trekker, moeten dan aantonen dat een eventuele overschrijding het gevolg is van substitutie, aldus Schippers.

Betere monitoring noodzakelijk
Edith Schippers stelt vast dat de monitoring van de substitutie beter moet. Partijen moeten met elkaar bespreken wat er nodig is om daadwerkelijk te kunnen zien wat van de tweede lijn naar de eerste lijn gaat en daarmee het geld te laten volgen. Ook wordt bekeken op welke wijze wijkverpleging en eerstelijnsverblijf in de monitoring kunnen worden meegenomen. Ze vindt het van belang dat het oorspronkelijke doel van de substitutiemonitor niet uit het oog wordt verloren, namelijk het feitelijk monitoren van substitutie van zorg met het oog op het eventueel bijstellen van de beschikbare kaders conform het principe budget volgt zorg.
Zie verder de Substitutiemonitor 2016 van KMPG Plexus en de Kamerbrief van minister Schippers.

(Foto Brian A. Jackson/Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *