Substitutie: “Het begin is er”

Substitutie: “Het begin is er”

Datum: 11 april 2015

substitutie_financiering_wijkverpleging_zorgenzMinister Edith Schippers spreekt over “het begin is er” bij de presentatie van de eerste resultaten van de Substitutiemonitor. Er zijn in 2015 substitutieafspraken in beeld met een omvang van minimaal 45 miljoen euro.

In de bestuurlijke akkoorden Medisch Specialistische Zorg en Eerste lijn is afgesproken om de substitutie van zorg te monitoren. Hiervoor heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) aan KPMG de opdracht gegeven om een substitutiemonitor uit te voeren. De eerste week van april heeft ZN de eerste rapportage van de Substitutiemonitor 2015 aangeboden: het blijkt niet eenvoudig om op landelijk niveau substitutie in beeld te brengen.

Resultaten vanuit afsprakenmonitor
Het is dan ook een ingewikkeld verhaal. In de rapportage van KPMG blijkt de substitutiemonitor te bestaan uit drie onderdelen: een ex-ante afsprakenmonitor, een ex-post monitor van kosten en volume eerste lijn en een ex-post monitor van kosten en van volume in de tweede lijn. De nu gepresenteerde resultaten komen voort uit de ex-ante afsprakenmonitor 2015: dit is een uitvraag die door individuele zorgverzekeraars is aangeleverd. In de uitvraag zijn zorgverzekeraars gevraagd om hun verwachte schadelast aan te leveren voor 2015 voor huisartsenzorg, multidisciplinaire zorg, medisch specialistische zorg en geestelijke gezondheidszorg.

Kostengroei in tweede lijn afremmen
Hiernaast zijn ze gevraagd om de gemaakte en verwachte substitutieafspraken voor 2015 aan te leveren. Deze substitutieafspraken omvatten een deel van de extra investeringen in de eerste lijn ten behoeve van substitutie, bijvoorbeeld in ketenzorg, met als doel kostengroei in de tweede lijn af te remmen. Hierbij is geen één-op-één link met besparingen in de tweede lijn afgesproken. De som van de antwoorden van de individuele zorgverzekeraars geeft op landelijk niveau inzicht in de verwachte financiële uitkomsten van de zorginkoop 2015. Daarnaast geeft het inzicht in de invloed van substitutieafspraken op deze uitkomsten.

Waarschijnlijk een onderschatting
De verwachte € 45 miljoen aan substitutie binnen de huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg wordt deels vanuit de 2,5% groei van het eerste lijnskader zelf gefinancierd en deels vanuit besparingen in de medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg en in andere domeinen zoals diagnostiek en farmacie. De huidige omvang van de substitutieafspraken is waarschijnlijk een onderschatting, meldt het rapport, omdat een deel van de afspraken nog moet worden gemaakt en
niet in de verwachting is opgenomen. Of zoals Edith Schippers schrijft: “Het gaat in deze eerste rapportage om voorlopige resultaten, op basis van ramingen. Sommige verzekeraars en aanbieders zijn op dit moment nog met elkaar in gesprek over substitutieafspraken over 2015. De verwachting is dat in de loop van 2015 een compleet beeld hierover te geven is. De resultaten van deze eerste monitor vind ik bemoedigend.”

Prijsbepaling blijkt niet eenvoudig
De afspraken over substitutie gaan over een breed scale aan onderwerpen. Zoals KNO, dermatologie, cardiologie/CVRM, diabetes mellitus type II, COPD/astma, bewe-gingsapparaat, POH GGZ en kwetsbare ouderen. “Kortom,” zegt de minister, “we zien dat partijen gezamenlijk een belangrijke beweging in gang hebben gezet naar betaalbare zorg en naar zorg dichtbij. Op die beweging kan de komende jaren voortgebouwd worden. We zijn er nog lang niet. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat het bepalen van de prijs van een behandeling in de tweede lijn die beter in de eerste lijn kan worden uitgevoerd, al heel moeilijk is, terwijl voor de verschuiving van zorg en geld dat wel nodig is. Het begin is er.”

(Foto: Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *