Rinda den Besten: “Eerste lijn doe lokaal mee”

Rinda den Besten: “Eerste lijn doe lokaal mee”

Datum: 26 januari 2016

rinda_den_besten_zorgenzEEN JAAR LATER – Deel 7 – Staatssecretaris Van Rijn (VWS) benoemde Rinda den Besten eind 2014 tot ambassadeur van het stimuleringsprogramma Gezond in… en daarmee van de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden (zie bericht op Zorgenz). Ze kreeg als taak overal in het land praktisch advies geven, betrokken organisaties bij elkaar brengen zodat ze van elkaar kunnen leren en goede voorbeelden onder de aandacht brengen. Wat heeft ze tot nu toe bereikt? Wat komt ze tegen?

De keuze viel op Rinda Den Besten vanwege haar grote bestuurlijke ervaring als voorzitter van de Primair Onderwijs raad en voormalig wethouder van Utrecht. Zij weet, aldus het persbericht van VWS destijds, van aanpakken rond het verbeteren van gezondheid en welzijn in wijken.
Vanuit de decentralisatie uitkering Gezond in de Stad (GIDS) krijgen 164 gemeenten vier jaar lang financiering om gezondheidsachterstanden lokaal terug te dringen. Vanaf 2014 is € 10 miljoen per jaar beschikbaar. Per januari 2015 is daar jaarlijks € 10 miljoen aan toegevoegd. Gezond in…, het stimuleringsprogramma dat gemeenten adviseert bij de lokale samenhangende aanpak van gezondheidsachterstanden, is een van de ambities van het Nationaal Programma Preventie (NPP) ‘Alles is gezondheid…’

Kloof tussen hoger en lager opgeleiden wordt groter
Een dag per maand houdt Den Besten zich bezig met de aanpak van gezondheidsachterstanden en verschillen in gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat mensen in achterstandswijken gemiddeld zeven jaar korter leven en ze gemiddeld 19 levensjaren doorbrengen in minder goede gezondheid. De cijfers zijn indrukwekkend, erkent ze. “Is dit Nederland, dit zou niet moeten, denk ik wel eens. Daar komt bij dat als we niets doen, de verschillen per postcodegebied en tussen hoger en lager opgeleiden toenemen. Mensen met een hogere sociaal-economische status (SES) zijn meer aan hun gezondheid gaan werken, bij mensen met een lagere SES zien we dat het min of meer stabiel blijft. We constateren dat de kloof groter wordt. Het is lastig en hardnekkig en vraagt om een lange adem. We doen al veel om mensen gezonder te krijgen, maar we bereiken vooral degenen die het al goed doen. Een generieke benadering werkt niet en ook een overheidscampagne heeft niet het gewenste effect.”

Geen blauwdruk uit Den Haag, maar een lokale aanpak
Hoe heb je je opdracht aangepakt? “Duidelijk is dat het moet gaan om een lokale en integrale aanpak en niet om de traditionele gezondheidsbevordering. Een blauwdruk vanuit Den Haag die lokaal wordt uitgerold werkt niet. VWS heeft dit programma daarom op een nieuwe manier opgezet. Rijksoverheid en gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk. Het gaat om lokale aanpakken die overal in het land worden uitgerold en worden versterkt met kennis en ervaringen uit landelijke programma’s, samengebracht door de adviseurs van Gezond in…. Het is mijn taak om de betrokken partijen te stimuleren zich op dit onderwerp te gaan richten. Als eerste heb ik een begeleidingsgroep van wethouders opgezet. Het gaat om wethouders uit bijvoorbeeld Utrecht, Assen en Delft maar ook uit kleinere gemeenten. Het zijn bevlogen bestuurders die liever geen koplopers worden genoemd, omdat sommige zaken in hun gemeente minder snel gaan dan ze eigenlijk zouden willen en ook nog beter zouden kunnen. We gebruiken hun expertise om bestuurders elders te enthousiasmeren en te helpen. Ik merk dat het thema meer gaat leven.”

“Het is nog ontzettend pionieren”
Voor dit jaar heeft de ambassadeur van Gezond in… zich als doel gesteld andere domeinen en bestuurders erbij te betrekken en een breder bestuurlijk draagvlak te creëren. “Hoe integraler de aanpak, hoe duurzamer de verandering en hoe meer het een succes wordt. ‘Ik zit altijd in mijn eentje te knokken’, zeggen de wethouders met zorg en welzijn in hun portefeuille. Ze willen graag samen optrekken met bijvoorbeeld hun collega’s stedelijke ontwikkeling of economische zaken. Het is nog ontzettend pionieren, met als gevolg dat we niet moeten verwachten dat we binnenkort al resultaten kunnen boeken, zeker nu er ook ingrijpende decentralisaties gaande zijn. Er komen verkiezingen aan en ik hoop dat er in de partijprogramma’s aandacht wordt besteed aan het verkleinen van de gezondheidsachterstanden en verschillen in ons land.”

Burgers zijn de hoofdrolspelers
Den Besten ziet gelukkig al goede voorbeelden, zoals in Emmen. “We zien daar het werken aan gezondheid integraal in het beleid terugkomen en gestalte krijgen. Het is geen papieren tijger. Zo is het plein voor het stadhuis opnieuw ingericht en daarbij is gekeken hoe het voor bewoners van verschillende leeftijden van betekenis kan zijn. Daar heeft de gemeente een oud schoolgebouw niet gesloopt, maar de wijkbewoners gefaciliteerd om in dat gebouw met een beetje subsidie diverse activiteiten op te zetten. Ik ben op werkbezoek geweest en zag een buurtrestaurant, maar ook jongeren, schooluitvallers die er een plek hebben gevonden. Burgers zijn de hoofdrolspelers, hun burgerkracht staat centraal.”

Huisarts is belangrijke sleutelfiguur bij vindplaats
Ook de eerste lijn en dan vooral de huisartsen wil Den Besten meer betrekken bij haar opdracht. “Hoe we dat kunnen doen, bespreken we met VWS. Ik zie onbegrip bij een aantal professionals in de wijk. Ze begrijpen niet goed dat een huisarts niet altijd in staat is om allerlei overleggen bij te wonen. Maar het is een belangrijke sleutelfiguur als het gaat om het vaststellen van gezondheidsachterstanden. Hoe dit moet, is bijna een systeemvraag. Huisartsen hebben een vertrouwensfunctie en hebben er de laatste jaren al veel taken bij gekregen. Toch hebben we ze ook op het vlak van preventie heel hard nodig. Net als andere eerstelijns professionals, zoals de wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten, verloskundigen en de apotheek, die kunnen een belangrijke rol vervullen. Dit jaar willen we hierover in gesprek met onder andere huisartsen en zorgverzekeraars. Ik wil dit vraagstuk agenderen, samen met de begeleidingsgroep.”

gezond_in_logo_zorgenzZoek je gemeente op
Het komt voor dat Den Besten aanschuift bij een overleg en dat de deelnemers zich aan elkaar moeten voorstellen. “Dan weet ik al genoeg.” Om maar aan te geven dat de duurzame verandering, samenwerken tussen diverse domeinen nog aan het begin staat. Aan de eerste lijn heeft ze een duidelijke oproep: “Ik weet dat het niet altijd gemakkelijk is, maar doe mee. Kijk of je gemeente een GIDS-gemeente is. Probeer je signaleringsfunctie maximaal te benutten. Zoek je gemeente op en geef aan wat je daarvoor nodig hebt.”

Corina de Feijter

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *