PGO met een extra, een +

PGO met een extra, een +

Datum: 11 juni 2019

BLOG  ARJAN KARENS

De werkdruk onder zorgverleners is hoog, de tijd schaars. En zoals het ernaar uitziet, worden deze uitdagingen in de toekomst alleen maar groter. Tegelijkertijd worden patiënten mondiger, willen meer inzicht in hun behandelingsproces en wensen persoonlijk betrokken te worden bij het opstellen van het behandelplan.

De ontwikkelingen in het zorglandschap levert hoofdbrekens op bij beleidsmakers. Dat een kanteling noodzakelijk is, leidt geen twijfel. Zo is vanuit de overheid het idee ontstaan voor de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). De ontwikkeling wordt gestimuleerd door per sector stimuleringsplannen en programma’s te ontwikkelen, zoals VIPP (Ziekenhuizen/GGZ), OPEN en InZicht, met als doel data conform standaarden te verzamelen en gebruiken voor verbetering van de zorg. Juist deze week was de start van het OPEN-programma op 1 juni volop in het nieuws met de subsidieregeling van de overheid: zowel huisartsen als PGO-leveranciers kunnen rekenen op financiële steun .

De PGO gaat functioneren als een veilige digitale kluis, gevuld met gezondheidsdata. Om deze informatie en de benodigde ZorgInformatieBouwstenen (ZIBs) veilig te kunnen uitwisselen, zijn er leveranciersonafhankelijk spelregels opgesteld door MedMij. Een burger krijgt toegang tot alle informatie rond zijn of haar gezondheid, ziekte, medicatiegebruik en behandeling. Deze informatie kan de burger zelf verzamelen, beheren en delen. Wat mij betreft een goede ontwikkeling en mooie eerste stap.

Kijkdoos
Toch rijst de vraag of deze stap voldoende is. Wat als de burger patiënt wordt? Om daadwerkelijk een betere patiëntbeleving te realiseren, moet het PGO vooral een logisch onderdeel worden van het zorgnetwerk van de burger. Willen (chronische) patiënten niet meer dan een persoonlijke kijkdoos, waar ze hun medische gegevens netjes in opbergen om er vervolgens af en toe even naar kunnen kijken?

Vergelijk het met je smartphone. Prachtig apparaat met mooie functionaliteiten zoals de opslag van allerlei gegevens. Maar zolang er geen verbinding met het netwerk is, heb je er weinig aan. Je kunt foto’s maken maar ze niet delen met je familie. Je kunt notities maken maar ze niet mailen naar je collega’s. Zonder de netwerkfunctie en een goede wisselwerking tussen de verschillende functies is je smartphone ineens een stuk minder slim.

PGO als opslagruimte voor medische gegevens is onvoldoende

Misschien te eenvoudig gesteld, maar volgens mij krijgt het PGO als kijkdoos geen meerwaarde. Zolang het blijft bij opslagruimte voor allerhande medische gegevens, is het onvoldoende. Contact tussen de verschillende zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg van een patiënt is cruciaal. Zonder betrokkenheid van het zorgnetwerk is er onvoldoende overzicht over het behandelplan en zorgproces. In dat geval ontbreekt de samenhang en kunnen zorgverleners ieder nog hun eigen route volgen en heeft het PGO onvoldoende impact om de forse uitdagingen rond schaarste en doelmatigheid substantieel het hoofd te bieden. Ook uit onderzoek van The Royal College of Physicians naar de rol van het persoonlijk digitaal dossier in Engeland blijkt dat het PGO een rijke functionaliteit moet hebben die de patiënt ondersteunt bij zelfmanagement en pas echt tot zijn recht komt als onderdeel van het complete zorgnetwerk.

Samenhang in zorg
Deze kanttekening komt overigens niet zomaar uit de lucht vallen. Recent onderzoek van de Patiëntenfederatie Nederland laat zien dat (met name) chronische patiënten samenhang in hun zorg willen ervaren. Voor hen geldt dat ze niet voldoende hebben aan inzicht in hun medicatieoverzicht, meetgegevens invoeren of het aanvragen van een consult. Juist deze patiënten zijn op zoek naar samenhang in hun zorgproces in de vorm van:

  • Zorgprofessionals die efficiënt met elkaar communiceren op basis van beveiligde informatie-uitwisseling, zodat alle neuzen dezelfde kant opstaan.
  • Geen dubbel werk en een gezamenlijk behandelplan dat op alle fronten op elkaar aansluit. In dat geval is het op de juiste wijze proactief informeren mogelijk.
  • Laagdrempelige communicatie en toegankelijke zorg: hulp bij de juiste educatie, een aanbod van passende vragenlijsten ter voorbereiding op een consult en tussentijdse checks die doktersbezoek overbodig maken.
  • Mogelijkheid om (tele)monitoring in te zetten zodat patiënten zich ook thuis veilig en verbonden voelen met de zorg die zij nodig hebben.

Niet standaard, maar persoonsgericht. Passend bij de persoonlijk gezondheidssituatie van de patiënt.

PGO+
Absoluut, een PGO is een goede eerste stap. Maar het is essentieel dat we vlot nog een stap verder gaan. De stap maken naar een PGO+ dat interactief aangesloten is op het zorgnetwerk. Dat zorgt voor snelle en efficiënte communicatie tussen patiënt en zorgverlener. Communicatie die ziekenhuisbezoeken overbodig maakt, standaardcontroles kan minimaliseren en ervoor zorgt dat de zorgverlener tegelijkertijd optimaal op de hoogte is van de status van de patiënt. Kortom, de stap naar een PGO met een extra, een +. Want een Persoonlijke Gezondheidsomgeving gaat pas voor betekenis en samenhang zorgen als het aangesloten zorgnetwerk ook een rol speelt!

Bij Philips VitalHealth werken we op dit moment hard aan een aantal zeer relevante ontwikkelingen… Binnenkort meer daarover! Lees ondertussen meer over Philips VitalHealth Engage »

 

arja_karens_zorgenz

Arjan Karens

Arjan Karens is General Manager bij Philips VitalHealth. Hij is nauw betrokken bij de ontwikkelingen om van ketenzorg de stap de maken naar Integrale Regiozorg. Kern daarbij is het faciliteren van communicatie voor Regio, Wijk en Praktijk met het VitalHealth Regionaal eHealth Platform, als regionale nutsvoorziening voor uitwisseling van informatie tussen eerste lijn, ziekenhuizen, GGZ, VVT en het Sociale Domein. 

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *