Ongeveer twee miljoen zelfstandig wonende Nederlanders boven de 18 jaar krijgen hulp bij dagelijkse handelingen. Dat is een op de zes volwassenen. Het gaat bijvoorbeeld om het doen van het huishouden, het zichzelf aan- en uitkleden of het verzorgen van wonden. Deze zorg en ondersteuning krijgen ze vooral van bekenden uit hun eigen sociale netwerk. De inzet is gemiddeld 10 uur per week
Dit blijkt uit de publicatie Zorg en ondersteuning in Nederland: kerncijfers 2016 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Deze zijn ook weergegeven in een digitaal magazine.
Hulp bij dagelijkse handelingen
De zorg en ondersteuning gaat (vanzelfsprekend) vooral naar mensen met ernstige lichamelijke beperkingen, ouderen, alleenwonenden en mensen met een laag inkomen. Het gaat om hulp bij dagelijkse handelingen, zoals het doen van het huishouden, het zichzelf aan- en uitkleden of het verzorgen van wonden. In 2016 kreeg ruim 9% van de volwassen zelfstandig wonende Nederlandse bevolking deze hulp van informele helpers, zoals de partner, volwassen kinderen, ouders, buren, vrienden of vrijwilligers. Van de mensen met ernstige lichamelijke beperkingen krijgt ruim 83% zorg en ondersteuning en deze wordt in ruim de helft gegeven door publiek gefinancierde professionals.
Zorg en ondersteuning vanuit eigen netwerk
Het grootste deel van het gemiddeld aantal uren ontvangen zorg en ondersteuning per week, namelijk 7,5 uur per week, komt van informele helpers, zoals familie, buren. Dat betekent dat bijna driekwart van de zorg en ondersteuning wordt geboden vanuit het eigen sociale netwerk. Gemiddeld ontvingen zorggebruikers ruim twee uur per week publiek gefinancierde hulp en minder dan een uur per week particulier gefinancierde hulp. Bij alle type helpers geldt dat de meeste uren worden besteed aan huishoudelijke hulp. Dat geldt voor bijna 90% van de particulier gefinancierde hulp, voor 67% van de informele hulp en voor 42% van de publiek gefinancierde hulp.
Onderzoek Zorggebruik
De publicatie is gebaseerd op het Onderzoek Zorggebruik (OZG). Dit onderzoek voert het SCP uit in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De dataverzameling bevat unieke gegevens over zowel gezondheidsbeperkingen als de ontvangen professionele en informele zorg en ondersteuning.