SCEN-arts verdient voorkeur

SCEN-arts verdient voorkeur

Datum: 14 januari 2015

levenseinde_zorgenz“Heeft een arts bij een euthanasieaanvraag steun nodig, dan zoekt hij deze het liefst bij collega’s in de directe omgeving en bij de SCEN-arts. SCEN staat immers voor Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland, met de S van Steun”, reageert een KNMG-woordvoerder desgevraagd op de proef van de Levenseindekliniek met consulenten. De KNMG onderzoekt of deze steunfunctie van de SCEN-artsen moet worden geformaliseerd, omdat er meer complexe euthanasievragen komen.

De consulenten nemen het verzoek om euthanasie niet over van de (huis)arts, zoals gebruikelijk bij de Levenseindekliniek, maar willen er juist voor zorgen dat de arts het zelf kan doen. Ze zijn er bij twijfel en kunnen artsen in het hele traject begeleiden als ze tegen de euthanasie opzien. In NRC Handelsblad verklaarde directeur Steven Pleiter van de Levenseindekliniek onlangs dat SCEN-artsen een andere rol hebben, namelijk een second opinion geven bij elk euthanasieverzoek, zoals wettelijk verplicht is, en advies. De SCEN-arts begeleidt de arts niet tijdens het hele traject. Een consulent blijft volgens hem van begin tot na het einde bij de arts.

Primair steun van collega’s en SCEN-artsen
De KNMG ziet dit anders. “Artsen hebben in ons belevingsonderzoek euthanasie aangegeven dat zij in het euthanasieproces primair steun ervaren van collega’s en SCEN-artsen. Dat verdient ook onze voorkeur: als je steun nodig hebt, zoek dit dan bij collega’s in de directe omgeving en bij de SCEN-arts”, aldus de woordvoerder.
Dat gebeurt ook volgens de KNMG: in 2013 deden artsen bijvoorbeeld 1400 keer een beroep gedaan op SCEN-artsen voor informatie en advies.

Steunfunctie SCEN-arts formaliseren?
De woordvoerder laat weten dat de KNMG onderzoekt of deze steunfunctie van de SCEN-arts geformaliseerd moet worden, onder andere omdat er meer complexe euthanasievragen komen. “Of dat we erop kunnen vertrouwen dat artsen zelf hun weg weten te vinden in de eigen omgeving. We vinden het in ieder geval heel belangrijk dat levenseindezorg, inclusief het bespreken van euthanasieverzoeken, tot de professionele vaardigheden van elke arts blijft horen. Ook vinden we het belangrijk dat de behandelend arts, die een euthanasieconsulent van de Levenseindekliniek betrekt in het proces, ruimte houdt om van euthanasie af te zien én om een goede afweging te maken of euthanasie werkelijk de enige optie is, of dat er alternatieven zijn. De steun vanuit de Levenseindekliniek moet dus open zijn en niet slechts één uitkomst kennen.”

Corina de Feijter

(Foto: Bildagentur Zoonar/Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *