Regionalisering: wat hoort bij huisartsen en wat niet?

Regionalisering: wat hoort bij huisartsen en wat niet?

Datum: 16 januari 2018

In Rotterdam werken huisartsen en huisartsenorganisaties samen aan regionalisering. Dat deden ze onlangs aan de Thematafel Regionalisering, een initiatief van het Eerstelijnsoverleg en het netwerk van ’kleine’ zorggroepen en zelfstandige GEZ-centra.  De partijen hebben besloten om acht thema’s  aan te pakken. Zoals samenwerking met het sociaal domein, versnippering van de eerste lijn en de balans tussen samenwerking en het roer in eigen hand houden.

Bestuurders en huisartsen vinden het noodzakelijk om samen vorm en inhoud te geven aan samenwerking in de zorg op regionaal niveau. “Regionalisering is één van de antwoorden op de toenemende druk op de eerste lijn. Ook de nieuwe financiering Organisatie & Infrastructuur (O&I) wijst in de richting van regionalisering.

O&I-financiering gaat impuls geven
“Vanwege diverse ontwikkelingen, als substitutie en persoonsgerichte zorg, is het nodig om nieuwe samenwerkingscoalities aan te gaan”, betoogde Robert Waterreus, directeur van ZorgImpuls. “Nieuwe coalities die zich kenmerken door hun multidisciplinaire aanpak over lijnen en domeinen heen. Dit is voor een grootstedelijk gebied als de regio Rotterdam niet eenvoudig, gelet op de enorme aantallen praktijken en zorgorganisaties in de verschillende domeinen. Het is de bedoeling dat de nieuwe O&I-financiering een impuls gaat geven. Het doel van de regeling is om de zorg aan patiënten verder te verbeteren, door de organisatiekracht van de eerste lijn te versterken op praktijkniveau, op wijkniveau én op regionaal niveau.”

“Huisarts neemt toevlucht tot individuele overlevingsstrategieën”
Tejo Schenk, huisarts en bestuurslid van de Rotterdamse LHV-kring, schetste het dilemma van de huisarts die gesteld is op zijn autonomie, maar in deze nieuwe tijd steeds meer op zijn bordje krijgt en zijn toevlucht neemt tot individuele overlevingsstrategieën. “Om aan zet te komen en te blijven, is het belangrijk dat we onze krachten bundelen. Nu is het moment om door te pakken en als huisartsen intensiever te gaan samenwerken”, aldus Schenk.

Wat hoort bij huisartsen en wat niet?
Collega-huisarts Miranda Buckley, tevens voorzitter bestuur van de zorggroep IZER, wijst op het ‘dumping syndroom’. “Een halve dag bellen voor bijvoorbeeld de opvang van een kwetsbare oudere, moet niet nodig zijn.” Buckley wil, zeker met het oog op de steeds drukker wordende toekomst, beter kijken naar wat bij huisartsen hoort en wat niet: “Alleen met een proactieve houding en door thema’s samen op te pakken, kunnen we voorkomen dat er zomaar van alles op ons bord belandt.”
Op haar beurt gaat collega-huisarts Corine Baar, tevens bestuurslid van gezondheidscentrum Levinas, in op het belang om vooral te kijken naar zaken die er echt toe doen. Met een veelzeggende metafoor van ‘het vullen van de pot’ maakt zij dit duidelijk: Eerst gaan de golfballen in de pot, het hoofdbestanddeel; wanneer de pot vol is, volgen steentjes totdat ook die er niet meer bij kunnen. Daarna volgt zanden ten slotte water. Kortom, er blijkt altijd nog iets bij te kunnen. Baar: “We moeten ons weer bewust worden van wat voor ons belangrijk is in ons vak als huisarts. Wat zijn in ons vak de golfballen? Als we dat duidelijk hebben, komt dat onszelf en in de samenwerking met collega’s en andere zorgverleners ten goede.”

Aantal thema’svoor regionalisering worden opgepakt
Tijdens de Thematafel Regionalisering hebben de partijen een aantal thema’s bedacht:

  • Hoe werken we samen met het sociaal domein?
  • Hoe komen we tot strakkere lijnen in de zorg voor kwetsbare ouderen, waarbij nagenoeg alle domeinen betrokken zijn?
  • Hoe pakken we gezamenlijk arbeidsmarktvraagstukken aan?
  • Hoe zorgen we voor voldoende, flexibele en gekwalificeerde medewerkers?
  • Hoe zorgen we voor een verantwoorde gegevensuitwisseling?
  • Wat is de balans tussen samenwerking en het roer in eigen hand houden?
  • Hoe maken we de problematiek in achterstandswijken in de regio Rotterdam behapbaar?
  • Wat doen we als eerste lijn aan de versnippering in eigen gelederen?
  • Hoe kan de kennis en ervaring die wordt opgedaan in de samenwerking op wijkniveau input vormen voor regionale samenwerkingen en vice versa? Hoe waarborgen we de samenhang?

Het Eerstelijnsoverleg en het netwerk van ’kleine’ zorggroepen en zelfstandige GEZ-gezondheidscentra pakken deze thema’s verder op. Een eerste terugkoppeling daarvan is begin maart. Nog voor de zomer vindt een tweede bijeenkomst Regionalisering plaats.

Meer informatie vindt u hier.

(Foto: Rogier Chang)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *