Meer kans voor kleinschalige experimenten

Meer kans voor kleinschalige experimenten

Datum: 26 december 2016

innovatie_zorgenzDe regelgeving innovatie voor kleinschalige experimenten is per 1 januari 2017 definitief gewijzigd. Daarmee wil de NZa de kleinschalige experimenten meer mogelijkheden bieden om zich te ontwikkelen. Met de nieuwe mogelijkheden moet er meer ruimte komen voor vernieuwende oplossingen in de zorg.

Op 3 oktober stond op Zorgenz over deze koerswijziging al een bericht. Nu zijn de belangrijkste wijzigingen per 2017 van de regelgeving innovatie voor kleinschalige experimenten – die van groot belang zijn voor de eerste lijn – door de NZa nauwkeurig geformuleerd.

1. Invoeren optie verlengen van experimenteerperiode met twee jaar
Bij de beoordeling of een experiment kan worden opgenomen in de reguliere bekostiging moet het experiment gedegen zijn uitgevoerd. Een experimenteerperiode van drie jaar is niet altijd voldoende om gedegen uitkomsten te genereren. Dan kan het een oplossing zijn om de bestaande experimenteerperiode met maximaal twee jaar te verlengen. Dat kan als uit evaluatie van het experiment blijkt dat:
– het experiment nog onvoldoende uitkomsten heeft gegenereerd
– de onderzoeksopzet en het type onderzoek een langere onderzoeksduur vergen.

2. Invoeren experimenteermogelijkheid voor forensische zorg
Deze mogelijkheid geeft de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en zorgaanbieders ruimte om in de forensische zorg meer aan innovatie te doen en nieuwe ideeën in een experiment te toetsen.

3. Evaluatie vervroegen naar zes maanden voor einde van experiment
De eindevaluatie voor het experiment wordt vervroegd van twaalf weken naar zes maanden voor afloop van het experiment. Zo is bijtijds duidelijk of de innovatieve zorgprestatie kansrijk is om te worden omgezet in een reguliere zorgprestatie. Een vroegere evaluatie geeft meer tijd om aanvullende vragen over en weer te beantwoorden. Daarbij is het ook eerder duidelijk of voldaan wordt aan de criteria om de experimenteerperiode te verlengen naar vijf jaar.

4. Optie om tijdelijk in stand laten van een experiment te verduidelijken
Het is mogelijk om een ‘tijdelijke instandlating’ aan te vragen op basis van de beleidsregel ‘Tijdelijke instandlating gevolgen experiment’. Dat maakt het mogelijk om de gevolgen van het experiment geheel of deels tijdelijk in stand te laten als een experiment eindigt. Een tijdelijke instandlating van de innovatieve zorgprestatie kan worden afgegeven in drie situaties:
a. De NZa is voornemens een reguliere bekostigingstitel voor de innovatieve zorgprestatie te ontwikkelen en de instandlating wordt gebruikt als overbrugging naar de reguliere bekostiging.
b. De NZa is niet voornemens een reguliere prestatie vast te stellen en experimenteerpartijen gebruiken de instandlating om het experiment af te bouwen.
c. De NZa voorziet een beleidswijzing waardoor bekostiging van (een deel van) de zorg kan plaatsvinden op grond van het toekomstige (gewijzigde) beleid.

5. Verruimen mogelijkheid aan te sluiten bij een lopend experiment
De NZa wil het mogelijk maken om nieuwe deelnemers aan het experiment te laten aansluiten tijdens de periode van tijdelijke instandlating. Aansluiten mag voortaan als de NZa van plan is om een reguliere prestatiebeschrijving te ontwikkelen. Partijen mogen dus niet aansluiten bij een periode van tijdelijke instandlating die bedoeld is voor afbouw van het experiment.

Klik HIER voor de volledige tekst van de NZa-brief.
Zie ook de Kamerbrief van minister Edith Schippers als antwoord op Tweede Kamervragen over de evaluatie beleidsregel Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties.

(Foto: Alpha Spirit/Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *