Zorg chronisch zieken nog onvoldoende persoonsgericht

Zorg chronisch zieken nog onvoldoende persoonsgericht

Datum: 12 december 2019

Wat vindt u belangrijk in uw zorg en gezondheid? Wat zijn uw wensen en behoeften? Meer dan de helft van de mensen met een chronische ziekte vindt dat deze vragen onvoldoende aan hen gesteld worden. Wel voelen zij zich betrokken bij het nemen van beslissingen over hun behandeling samen met hun zorgverlener. Dit blijkt uit de Zorgmonitor van het Nivel, waarin de zorgsituatie van mensen met een chronische ziekte in Nederland wordt gevolgd.

Het komt vaak voorbij de laatste tijd: persoonsgerichte zorg. In het huidige overheidsbeleid is er steeds meer aandacht voor een integrale en persoonsgerichte aanpak van zorg: niet de ziekte maar de persoon met diens zorgbehoefte, wensen en mogelijkheden zijn daarbij uitgangspunt. Het houdt ook zorgverleners bezig. Lees het artikel op ZorgenZ over de ervaringen van huisartsen van zorggroep RCH in Midden-Brabant met persoonsgerichte zorg: Patiënten én zorgverleners positief over persoonsgerichte zorg

In het algemeen beoordelen mensen met een chronische ziekte de zorg die zij krijgen als onvoldoende persoonsgericht. Zij hebben het gevoel dat niet zij als persoon centraal staan, maar hun ziekte. Over andere aspecten van persoonsgerichte zorg zijn ze positiever. Zo voelt ruim driekwart van de chronisch zieke mensen zich betrokken bij beslissingen over hun zorg. Meer dan de helft van de ondervraagden zegt de keuzes over behandeling gezamenlijk met de zorgverleners te maken.

Gebruik van informele zorg en ondersteuning neemt toe
Veel mensen met een chronische ziekte zijn aangewezen op zorg. Bij degenen met meerdere chronische ziektes wordt de zorg vaak complex, door bijvoorbeeld de afstemming van verschillende zorgverleners binnen het zorgtraject. Dit rapport laat zien dat mensen met een chronische ziekte relatief veel gebruik maken van zorg ten opzichte van de algemene Nederlandse bevolking. Er zijn verschuivingen zichtbaar in het aandeel mensen dat contact had met de praktijkondersteuner van de huisarts (poh) of met de medisch specialist. Het contact met de poh is over de jaren toegenomen, en het contact met de medisch specialist fluctueert. Het aandeel mensen dat contact had met andere zorgverleners is over het algemeen stabiel gebleven in de afgelopen jaren.

Niet iedereen kan eigen regie voeren
Uit de Zorgmonitor blijkt ook dat niet alle mensen met een chronische ziekte even goed in staat zijn de regie over hun zorg te voeren. Mensen die als gevolg van hun chronische ziekte ook een lichamelijke beperking hebben én degenen met een laag opleidingsniveau kunnen minder goed een regierol te vervullen. Ook heeft circa een derde van de mensen met een chronische ziekte niet de benodigde motivatie, kennis en vaardigheden om hun eigen zorg te managen. Bij het bepalen van de rol die de patiënt zelf kan vervullen in zijn zorg, dient er daarom goed te worden gekeken naar de individuele patiënt en diens vaardigheden en wensen.

Kwart chronisch zieken kan niet terugvallen op het eigen netwerk
De Zorgmonitor laat zien dat het voor een kwart van de mensen met een chronische ziekte niet vanzelfsprekend is dat zij hulp krijgen uit hun sociale netwerk. Het is belangrijk om dit goed in het oog te houden bij het inrichten van de zorg voor de patiënt. Ook zorgprofessionals kunnen extra hulp en ondersteuning bieden. Met de hervorming in de langdurige zorg stimuleert de overheid deze soorten van zorg en ondersteuning.

Lees hier de Zorgmonitor

(Foto: cover Zorgmonitor, Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *