Huisdokter schuwt zorggroep

Huisdokter schuwt zorggroep

Datum: 29 maart 2015

winkelwagens_zorgenz“IK BEN GEEN FILIAAL VAN EEN WINKELKETEN!” – Dat is een van de opvallende uitspraken in een onderzoek van de Huisartsenkring Amsterdam onder 28 gevestigde huisartsen die niet zijn aangesloten bij een zorggroep. Zijn ze uitgeblust, zien ze op tegen veranderingen in de praktijk, hebben ze het contact met collega’s in de zorg verloren? Integendeel. Een van de huisartsen merkt bijvoorbeeld op: “Ik ben geen huisarts geworden om zorgketens te gaan managen. Dat is een ander vak, waar ik niet voor gekozen heb.”

De achttien geïnterviewde artsen zijn gemotiveerde huisartsen die werken als solist of in een duo”, zo blijkt uit het onderzoek dat werd uitgevoerd door twee onlangs gepensioneerde Amsterdamse huisartsen, Mariette Hamaker en Herbert Kuynders, en Frans Meijman, hoofddocent bij VUmc. Onder deze praktijken zijn er minstens vier met een gedifferentieerde patiëntenpopulatie, zoals studenten, musici, de haven, illegalen. Twee praktijken werken op antroposofische grondslag. De respondenten zijn juist verre van uitgeblust. Zij ervaren de arts-patiënt relatie als essentieel voor hun werk, met continuïteit in zorg, met jarenlange kennis van de geschiedenis en de sociale context van hun patiënten. Zij werken vanuit liefde voor het vak. Een typerende reactie is: “Ik voel me steeds meer in systemen gedwongen, waar ik het eigenlijk niet mee eens ben.”

Niet van bovenaf opgelegd krijgen
De respondenten hebben kennis van de eigentijdse eisen voor de zorg voor chronische (diabetes)patiënten en handelen daar naar. Een goed inkomen vinden ze allen belangrijk, maar voor tweederde onder hen is de manier van betalen bij de ketenzorg en zorggroepen een vorm van dure bonuscultuur waar ze niet aan willen meewerken. In eigen woorden: “Ik wil mijn eigen tempo bepalen om te veranderen en niet het gevoel hebben dat alles van bovenaf wordt opgelegd.”
De extra waarde van geprogrammeerde zorg zit voor hen met name in de diabetesbegeleiding en minder in de begeleiding van bijvoorbeeld COPD. Als georganiseerde ketenzorg brengt het echter veel administratieve rompslomp met zich mee, waarvan het nut wetenschappelijk niet bewezen is.

Patiënten wil de dokter zelf zien
Ruim tachtig procent van de respondenten heeft een eigen goed functionerend samenwerkingsnetwerk binnen de eerste lijn. Ze verwijzen naar de tweede lijn via persoonlijke verwijskanalen en daar zijn ze zeer tevreden over. Ruim tweederde hecht veel waarde aan de goede samenwerking en motivatie binnen de HAGRO. Het systeem van werken met een POH blijkt in praktijken met veel hoogopgeleiden niet goed te werken; de patiënten willen de dokter zelf zien. “Het delegeren naar lagere echelons is een slechte tendens en een verkapte bezuiniging. Depressies worden behandeld door een verpleegkundige!”

Het volledige onderzoeksrapport staat op de website van de Huisartsenkring Amsterdam-Almere.

(Illustratie: Archiwiz/Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *