Zorgthermometer over reikwijdte eerste lijn

Posted on 08-11-2015 in Bedrijfsvoering, Nieuws

Gemiddeld aantal uren wijkverpleging per maand per cliënt (2014).

Vektis beschikt over een indrukwekkende hoeveelheid data vanuit de declaratiegegevens van alle zorgverzekeraars. Een cijferkracht die Vektis dit jaar voor het eerst heeft ingezet voor de eerste lijn. Daarom is dit jaar de zogeheten Zorgthermometer verschenen, gericht op de eerstelijnszorg: ’De reikwijdte van de eerste lijn’.

Deze Zorgthermometer gaat in op de verdergaande samenwerking in de eerstelijnszorg en tussen eerste- en tweede lijn, met daaraan gekoppeld hoe die samenwerking tussen zorgverleners kan worden ondersteund met informatie. Want samenwerking vraagt om uitwisseling van informatie.

Praktijkspiegel
Vektis heeft onder andere de Praktijkspiegel ontwikkeld, die in 2015 voor het eerst is ingezet. Deze geeft huisartsenpraktijken informatie over onder andere de samenstelling van de patiëntenpopulatie, de zorgvraag, het medicijngebruik en de medisch-specialistische zorg. Deze objectieve gegevens worden vergeleken met het landelijke gemiddelde aan zorggebruik van een praktijk met een vergelijkbare patiëntenpopulatie. Zo kan de huisarts ook de ‘afwijkingen’ zien ten opzichte van het gemiddeld zorggebruik in medicijn, GGZ, fysiotherapie, medisch-specialistische zorg (inclusief de belangrijkste specialisten), diagnostiek en overige. Dat kan aanleiding geven om het beleid aan te passen.

Chronische zorg
Uiteraard vormt de chronische zorg een belangrijk aandachtsveld. De Zorgthermometer gaat met name in op de gegevens van diabeteszorg en bevat daarover een aantal tabellen en figuren. Er is veel informatie beschikbaar, maar het is noodzakelijk om deze ook goed met elkaar te combineren. Juist door over de schotten van de eerste en tweede lijn heen te kijken, kan de samenwerking in de diabeteszorg verder worden verbeterd.

Wijkverpleging
De Zorgthermometer gaat uitgebreid in op de cijfers van de wijkverpleging. Ruim een kwart van de 85-plussers ontvangt wijkverpleging. De gegevens zijn echter van 2014, dus voor de herziening van de langdurige zorg. Gezien de daarmee gepaard gaande overhevelingen zullen de uitkomsten voor 2015 er beslist anders uitzien. Daarbij moet ook de samenhang tussen wijkverpleging en ander domeinen meer aan bod komen. Lastig, omdat in de nieuwe situatie de informatie meer versnipperd is. Dat vereist verbinding tussen de data vanuit de Wmo-zorg, de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Kortom: een nieuwe uitdaging.

Interviews
Interessant zijn de interviews met prof. dr. Rick Ruwaard, hoogleraar Gezondheidszorgonderzoek Maastricht UMC en dr. Anne de Boo, adjunct-directeur Vektis. Beiden benadrukken het belang van de dwarsverbanden die mogelijk zijn met de databestanden van Vektis. “De scope over de lijnen is onmisbaar bij een thema als substitutie van zorg. We kunnen een beeld krijgen of er inderdaad meer zorg door de huisarts is verricht,” zegt Ruwaard. De Boo vult aan: “Daarbij is het van belang dat zorggroepen bereid zijn om naar onze vergelijkingen te kijken. Juist op het gebied van zorgsubstitutie kan veel worden geleerd van best practices.”

Spiegelen
Dat de hoeveelheid data een ‘Big-brothereffect’ kan hebben op zorgverleners, begrijpen ze, maar ze wijzen op het belang van inzicht-hebben-in. Ruwaard: “Het gaat om spiegelen. Ik kan me niet voorstellen dat je als zorgverlener bij sterke afwijkingen van landelijke cijfers, jezelf niet afvraagt waardoor dat komt.” De Boo merkt nuchter op: “De zorgverzekeraars beschikken al jaren over die gegevens. Het verschil is dat we ze nu delen. Alle partijen beschikken nu over dezelfde objectieve gegevens.” Met als toevoeging: “Het is aan zorgverzekeraars om niet te ongeduldig met de cijfers om te gaan, voorzichtig te zijn met ingrepen op te korte termijn.”

De Zorgthermometer De reikwijdte van de eerste lijn is hier te downloaden.

Volg ons