Partnership met VWS: veelbelovend maar ongelijkwaardig

Partnership met VWS: veelbelovend maar ongelijkwaardig

Datum: 27 juli 2018

Het ministerie van VWS heeft de laatste jaren ingezet op inhoudelijke partnerships. Niet alleen met de partijen in het zorgveld, maar ook met relatieve buitenstaanders uit bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Deze partnerships kregen concreet vorm in vier beleidsprogramma’s: ‘Sneller Beter’, ‘In voor zorg!’, ‘Experiment Regelarme Instellingen’ en ‘Waardigheid en Trots’. Het heeft geleid tot veelbelovende resultaten. VWS heeft wel een dubbelrol, waardoor er geen sprake is van gelijkheid van partijen. Het inbouwen van checks en balances is daarom noodzakelijk. 

NSOB (Nederlandse School voor Openbaar Bestuur) heeft de partnerships in de vier programma’s geïnventariseerd. De uitkomsten staan in het rapport ‘Participeren in partnerships’. Per beleidsprogramma is gekeken hoe de samenwerking is ingevuld en welke ontwerpprincipes kenmerkend zijn voor het programma. De variaties op en verschillen in partnerships met het zorgveld zijn in kaart gebracht. NSOB heeft deze onderling met elkaar vergeleken en benoemt de lessen eruit kunnen worden getrokken voor de toekomst.

Samenwerken tussen ongelijke partijen
Hoewel het ministerie van VWS de partnerships is aangegaan vanuit de overtuiging met instellingen samen te willen werken aan een betere zorg, gaat het niet om partnerships tussen gelijkwaardige partijen. Tussen partijen bestaat een hiërarchische relatie. Tegelijkertijd hebben organisaties in het veld heel veel ruimte om hun eigen koers te bepalen en kunnen ze zich deels aan de partnerships onttrekken. Het gaat dus om partijen die samen aan de slag willen en uitstralen dat ze hetzelfde willen. Maar het is wel een samenwerking tussen ongelijke partijen, die mogelijkheden hebben om hun eigen koers te volgen.

Inclusie, maar tegelijk selectief
Dit is te zien aan de invulling van de programma’s. Het ministerie wil samenwerken met iedereen die wil innoveren. Toch worden bepaalde organisaties buitengesloten: deels bewust, deels onbewust. Te denken valt aan bepaalde branchepartijen, sectororganisaties en ondersteunende organisaties. Partnerschap gaat over inclusie, maar het is ook selectief en niet alle partijen doen mee.

Tegelijk worden onverwachte deelnemers in het proces betrokken. Zoals speciaal gezanten, consultants, coaches en themacoördinatoren die extern zijn geworven Ook laat het ministerie de eigen werknemers participeren. Dit werd ook in het veld als verfrissend ervaren; nieuwe mensen brengen nieuwe inzichten en het is goed om niet in dezelfde overleggremia te vervallen. Met als keerzijde: het programma gaat voorbij aan nogal wat partijen die expertise hebben en die normaliter een adviserende en ondersteunende rol vervullen in beleidsprogramma’s. Het betrekken van verrassende outsiders betekent ook dat een aantal insiders (en hun kennis) niet worden benut.

Cijfers versus liefdevolle zorg
Een andere schaduwzijde: zorginstellingen die vrijwillig participeren om dingen te verbeteren, worden niet alleen beloond, maar kunnen ook worden gestraft. De lijstjes van indicatoren waarlangs hun prestaties worden beoordeeld en gebenchmarkt, worden gepubliceerd. Daarbij gaat het om meetbaarheid en doelstellingen, niet meer om de onderliggende kwalitatief goede, waardige en liefdevolle zorg met de patiënt centraal. De dialoog en het opgebouwde wederzijdse vertrouwen, belangrijke succesfactoren van partnerships, lopen zo deuken op.

Met veel enthousiasme veel bereikt
In het algemeen is er behoorlijk wat enthousiasme over de verschillende programma’s, bij alle partijen. Er is met de gekozen aanpak ook veel bereikt. Opbrengsten en resultaten zijn veelbelovend, en er was een enorme bereidheid in het zorgveld om mee te doen aan de beleidsprogramma’s. Grote aantallen zorgaanbieders hebben zich ingezet om de doelstellingen te bereiken en de zorg te verbeteren. De beleidsprogramma’s hebben het veld op een aansprekende manier bereikt: zorginstellingen zijn daadwerkelijk in beweging gekomen.

Lessen voor de toekomst
Uiteraard zijn er ook lessen te leren. NSOB stelt dat de dubbelrol van VWS onvermijdelijk leidt tot asymmetrie in de samenwerking. Om daarmee om te gaan, is het goed om na te denken over het inbouwen van checks and
balances, die de gelijkwaardigheid van de partners in de samenwerking symboliseren. Zoals de onderstaande zes punten, die stuk voor stuk in het rapport verder zijn uitgewerkt:
• Partners mogen samenwerking opzeggen: niet alleen de overheid, maar ook de zorgpartners
• Partners kunnen countervailing powers aanwijzen die in het proces kunnen interveniëren
• Partners mogen allemaal koplopers en best practices benoemen
• Treed op als initiator wanneer beweging in het veld uitblijft
• Het symbolisch vieren van successen als volwaardige interventie
• Het programma loopt af, maar de beweging gaat door

 

(Foto: Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *