“Ik wil InEen verbreden”

Posted on 18-12-2015 in Bedrijfsvoering, Nieuws, Topbericht

Per 1 januari a.s. maakt ze de overstap van het ministerie van VWS naar InEen. Anoeska Mosterdijk is ervan overtuigd dat een goede infrastructuur cruciaal is voor de eerste lijn. “De discussie over een sterke eerste lijn en de bekostiging hiervan wil ik scherp voeren.”

Anoeska Mosterdijk is voor veel mensen geen onbekende in de eerste lijn. Ze is in haar rol als plaatsvervangend directeur Curatieve zorg en afdelingshoofd eerstelijns- en ketenzorg nauw betrokken geweest bij onder meer de totstandkoming en uitwerking van de hoofdlijnakkoorden in de eerste lijn en de ziekenhuissector.

Het is een voor de hand liggende vraag: waarom deze overstap?
“Ik heb lange tijd in de eerstelijnszorg gewerkt. Het gedachtegoed van InEen, het streven naar een sterke, georganiseerde eerste lijn en multidisciplinaire zorg, heeft me altijd aangesproken. Het is mijn overtuiging dat je de uitdagingen waar de eerste lijn voor staat niet als kleine organisatie op kunt pakken. Er is een hogere organisatiegraad nodig. We moeten het samen doen. Bij VWS heb ik me het afgelopen jaar beziggehouden met medisch specialistische zorg en acute zorg. Op een gegeven moment ging ik nadenken over een volgende stap en ik sloot niet uit dat ik die naar het veld zou zetten. Toen deze functie voorbij kwam, heb ik ‘m met beide handen aangegrepen.”

Volgens uw voorgangers staat InEen aan de vooravond van een nieuwe fase. Het is tijd voor verbreding en een scherper profiel. Bent u het daarmee eens?
“Ja, daar kan ik me goed in vinden. InEen is ontstaan uit een fusie van een aantal organisaties. Een dergelijk fusieproces kost veel tijd en energie en mijn voorgangers hebben een mooie organisatie neergezet. Ik wil nu kijken waar we staan als InEen. Het streven naar multidisciplinaire zorg en samenwerking, hoe kijkt iedereen daar tegenaan? Hoe gaan we dat bereiken en wat is daarvoor nodig?”

“Leden kunnen nog wel meer van elkaar leren”

InEen richt zich erg op de zorg en het huisartsenvak, klinkt uit de achterban, terwijl sommige leden zich meer gaan richten op verbinding met andere disciplines en samenwerkingspartners als gemeenten. Hoe gaat u iedereen erbij houden?
“De leden die nu samen InEen vormen zijn voor een groot deel organisaties die zich vooral richten op ondersteuning van de huisartsen. Ik streef naar verbreding en ga uiteraard mijn best doen om mensen in dit proces onderweg niet te verliezen. Er komt natuurlijk ook veel bij huisartsen terecht. Ik wil samen met hen kijken waar behoefte aan is, maar vanuit een brede blik. Ik zie het ook als een uitdaging om de voorlopers die met vernieuwing en innovatie bezig zijn meer met de andere leden in contact te brengen. Wat ik in de zorg vaak tegenkom, is het ‘not invented here’ syndroom. Nu is het natuurlijk lang niet altijd mogelijk mooie innovaties zomaar te kopiëren, maar ik denk dat leden nog wel meer van elkaar kunnen leren. Ik wil koplopers dan ook graag uitnodigen hun ervaringen en lessen te delen. Waarbij ik me goed realiseer dat vernieuwers al veel tijd kwijt zijn aan het implementeren van een nieuwe werkwijze of programma. Dan blijft er niet altijd energie over om anderen over te halen ook die stap te zetten. Verder zie ik thema’s die alle leden aangaan en waarlangs ik graag de onderlinge samenhang nog verder wil versterken. Neem nu de groep van kwetsbare ouderen die langer thuis blijven wonen, iedereen heeft met deze doelgroep te maken.”

“De discussie over een sterke eerste lijn en de bekostiging wil ik scherp voeren”

Een scherper profiel, meer het eigen verhaal van InEen uitdragen?
“Een sterke infrastructuur is cruciaal voor de eerste lijn. Die is nog lastig vorm te geven. Ik merk dat daar verschillende beelden over bestaan, ook bij de partijen die het hoofdlijnenakkoord hebben onderschreven. Alle partijen zijn het erover eens dat een hogere organisatiegraad nodig is, spreken dat bestuurlijk ook uit, maar de uitvoering laat nog te wensen over. Het mag niks kosten. Deze discussie mogen we niet uit de weg gaan en wil ik scherp gaan voeren.
Verder is de doorontwikkeling van ketenzorg naar multidisciplinaire zorg van groot belang. Daar willen we ons vanuit InEen hard voor maken. Dat zal een groeipad zijn. Er gebeurt al veel in de proeftuinen bijvoorbeeld, dat wil ik zichtbaar maken. Maar ook thema’s als innovatie en e-health wil ik graag oppakken, of de toename van ouderen en ggz-zorg. Ik ben betrokken geweest bij het opstellen van de beleidsbrieven rond e-health, daar ligt zo’n uitdaging. Als eerste lijn wil je daar een rol in spelen. Kijk naar de ondersteuning van zelfzorg, daar zijn al goede voorbeelden van. Maar we moeten ook realistisch zijn, we kunnen niet alles tegelijk oppakken.”

Waar moet InEen over drie jaar staan? Wat wilt u bereikt hebben?
“Ik hoop dat het dan voor alle organisaties in de eerste lijn vanzelfsprekend is om lid te zijn van InEen, en dat ze zich samen inzetten voor een brede, sterke eerste lijn. We hebben dan stappen gezet in de richting van een goede infrastructuur en organisaties zijn in staat om overkoepelende thema’s te integreren in hun werkwijze, daarbij ondersteund door InEen. En als het ergens stokt, bij de inkoop van zorgverzekeraars bijvoorbeeld, dan gaan we daarover het gesprek aan. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: een sterke eerste lijn.”

Corina de Feijter

[De foto bovenin is door Studio Oostrum gemaakt op het Eerstelijns Gala 2013, waar Anoeska Mosterdijk in dat jaar tot de meest invloedrijke persoon in de eerste lijn werd gekozen.]

Volg ons