Zorg in 2031: huisarts als spelverdeler?
Datum: 23 oktober 2018Hoe ziet de zorg er in 2031 uit? Veel minder ziekenhuizen? Hebben we gespecialiseerde huisartsen die naar elkaar verwijzen? Is e-health dan een volwaardig onderdeel van de zorg? Vragen die aan bod kwamen tijdens een debat ter gelegenheid van de presentatie van het boek ‘Zorg 2031. Op koers naar een ander speelveld?’, geschreven door journalist Frank van Wijck. De juiste zorg op de juiste plek werd vaak genoemd als gemeenschappelijke noemer om te veranderen. “We lijken elkaar in een houdgreep te hebben. Er zit angst in het systeem, kramp die veranderingen in de weg staan”, aldus Anoeska Mosterdijk, directeur InEen.
In 1975 kwam het toenmalige kabinet Den Uyl met een nota Bejaardenbeleid ( ja, echt) waarin stond dat ouderen langer thuis moesten blijven wonen. Frank van Wijck haalde dit voorbeeld aan om te illustreren dat veranderingen in de zorg langzaam gaan. Of zoals een geïnterviewde jaren geleden tegen hem opmerkte: “De zorg is tankschip, keren doe je niet zomaar even.”
“Krimp geen wervend perspectief”
Hoe ziet het zorglandschap er in 2031 uit, 25 jaar na invoering van de Zorgverzekeringswet? Is het schip dan op koers? Deze vraag vormt de basis van Van Wijck’s essay. Met daarin veel aandacht voor de ziekenhuizen. Hun aantal zal fors kleiner zijn dan nu, dat is onontkoombaar.
De eerste zin van zijn voorwoord luidt: ‘Ziekenhuizen bieden het liefst alle medische zorg en daar hebben ze twee goede redenen voor.’ Volgens Yvonne van Rooy, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), een gedateerd standpunt. “Krimp is geen wervend perspectief om mensen mee te krijgen in de veranderingen, de juiste zorg op de juiste plek is dat wel. Het ziekenhuis bestaat eigenlijk al niet meer, we zien meer verschillen.”
Het RIVM heeft onlangs in een rapport voorspeld dat de zorgkosten over veertig jaar zullen verdubbelen door de vergrijzing en technologische mogelijkheden. Van Rooy: “Wij spannen ons geweldig in om te zorgen dat alles wat kan niet altijd wordt aangeboden. Niet elke man met prostaatkanker wordt geopereerd.” Het streven is: de samenwerking in de regio beter gestalte geven en de patiënt dichtbij huis behandelen.
Investeringen nodig om vernieuwing mogelijk te maken
André Rouvoet, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, wees erop dat krimp voor het eerst in het hoofdlijnenakkoord wordt genoemd. De juiste zorg op de juiste plek verschaft volgens hem een gemeenschappelijke noemer om naar het hele zorgveld te kijken en niet alleen naar individuele ziekenhuizen. “We hebben nog steeds een stevige ziekenhuissector nodig, toegesneden op de vraag van de patiënt, maar dan anders ingericht dan nu. Is dat hetzelfde als krimp van de hele sector? Het veronderstelt ook investeringen om een andere inrichting mogelijk te maken. Gebouwen afstoten kost geld.”
“Ik verwacht van zorgverzekeraars dat zij partijen in de regio ‘dwingen’ om elkaar op te zoeken”
Huisarts niet langer regisseur maar spelverdeler
Volgens Anoeska Mosterdijk, directeur InEen, klinkt het allemaal niet zo raar, zoals Van Wijck beschrijft in zijn boek: minder ziekenhuizen, huisartsen die niet langer als regisseur maar als een spelverdeler werken, en op basis van hun generalistische kennis de afweging kan maken of ze de vraag van de patiënt zelf kunnen afvangen, of dat ze de patiënt moeten doorspelen naar een andere professional in de keten. De eerste lijn speelt in 2031 een veel grotere rol en is georganiseerd in de vorm van een keten voor zorg en welzijn.
“Maar we lijken elkaar in een houdgreep te hebben, er zit angst in het systeem, kramp die veranderingen in de weg zitten. VWS heeft een dappere poging gedaan met de taskforce De juiste zorg op de juiste plek, maar ik zie dat we al snel weer tegenover elkaar komen te staan in het contracteringsproces. Het gezamenlijk belang wordt te weinig benoemd, het gaat vooral over kostenbeheersing. Hopelijk zit er een gedeeld belang bij de arbeidsmarktproblemen.”
Schop onder de kont geven
Waarom gaat het anders en slimmer organiseren van de zorg niet sneller? Rouvoet: “Het besef groeit wel. Er moet een verbod komen op landelijk uitrollen, dat werkt niet, het leidt tot frustratie. We kunnen beter goede praktijkvoorbeelden adopteren.” Volgens een toehoorder in de zaal houdt het grote collectief in een ziekenhuis vernieuwing tegen. “Het is moeilijk om een leuk experiment van een huisartsengroep breed te organiseren in een ziekenhuis. Vaak vindt een zorgverzekeraar het nog te kleinschalig.”
Mosterdijk ziet graag zorgverzekeraars die partijen in de regio ‘dwingen’ om elkaar op te zoeken. “Dat moet je niet zien als trekken aan een dood paard, maar een schop onder de kont geven. Zorg voor data over de regio zodat iedereen kan zien hoe ze het met elkaar doen.” Ook Rouvoet erkent dat het in de regio moet gebeuren, want dan heb je commitment van partijen.
Alle disciplines nodig voor juiste zorg op juiste plek
De positie van de paramedische disciplines, zoals fysiotherapie, kwam ook ter sprake tijdens het debat. Deze is onderbelicht bij juiste zorg op de juiste plek. Er is ook sprake van overcapaciteit. Volgens Rouvoet maakt dat het moeilijk om iedereen een goed belegde boterham te geven.
Mosterdijk wees erop dat alle disciplines nodig zijn voor de juiste zorg op de juiste plek. “ Een cao afsluiten voor gezondheidscentra is eigenlijk niet meer haalbaar, als er sprake is van contractering onder de marktprijs.”
Gaan de huisartsen zich specialiseren in deelgebieden en verwijzen naar elkaar? Mosterdijk: “Ik ben bang voor fragmentatie. De huisarts moet wel poortwachter blijven.”
“Idealisme schaal je niet op”
Ergernis was er over het feit dat er geen vertegenwoordiger van patiënten aan het debat meedeed. Ook was er geen aandacht voor de langdurige zorg en chronisch zieken, ook niet in het essay trouwens.
Aan Ab Klink, bestuurder bij VGZ die het debat organiseerde, het slotwoord: “De zorg is complex, we geven veel geld uit aan doelmatigheidsonderzoek maar te weinig aan hoe we de zorg moeten organiseren.” Het houdt volgens hem een keer op om de expansie van het zorgaanbod bij de fysiotherapie te verhalen op de tarieven.
Wat dan wel? Goede voorbeelden laten zien die mensen enthousiasmeren, samen flinke stappen zetten en iedereen meenemen. “Idealisme schaal je niet op.”
Corina de Feijter
Het boek ‘Zorg 2031. Op koers naar een ander speelveld’ van Frank van Wijck is te koop in de boekhandels en bij bol.com. Het kost € 17,95.
(Foto: Shutterstock)