Verpleegkundig onderzoek: “Dit spoor wil ik volgen”

Verpleegkundig onderzoek: “Dit spoor wil ik volgen”

Datum: 22 februari 2017

janneke_de_man_zorgenzHet leiderschapsprogramma ‘Leadership Mentoring in Nursing Research’ (LMNR), dat met subsidie vanuit ZonMw is ontwikkeld, telt twaalf deelnemers. Deze gepromoveerde verpleegkundig onderzoekers benadrukken het belang van onderzoek voor de praktijk. In dit bericht, dat Zorgenz overneemt van ZonMw, vertelt assistent professor in het UMC Utrecht Janneke de Man-van Ginkel, in een interview met Angela Rijnen waarom zij valt voor onderzoek.

Hoe help je patiënten na een beroerte hun leven zo goed mogelijk vorm te geven? Die vraag drijft Janneke de Man al sinds haar opleiding tot verpleegkundige. Door het doen van onderzoek kan ze aan het herstel van méér mensen bijdragen. Objectieve instrumenten helpen verpleegkundigen hun werk beter te doen, is haar overtuiging.

Gevallen voor onderzoek
Aan het einde van haar promotietraject was er geen twijfel meer over mogelijk: Janneke de Man-van Ginkel was gevallen voor onderzoek. Als promovenda verleende ze eerst ook nog zorg aan neurologische patiënten in het UMC Utrecht. “Is onderzoek doen iets waar ik me als echt praktijkmens prettig bij voel?”, had ze aanvankelijk geaarzeld. “Maar het diep inzoomen op een onderwerp, vond ik erg boeiend. Zo was ik óók elke dag bezig om de zorg beter te maken.”

Abrupt afhankelijk
Janneke, inmiddels assistent professor in het UMC Utrecht, werd als tweedejaars leerling-verpleegkundige in Ede getroffen door wat mensen na een beroerte doormaken. Hoe ze, vaak met flinke fysieke en mentale handicaps, hun bestaan moeten terugwinnen. “Een beroerte ontstaat abrupt, mensen komen onverwacht in een afhankelijke positie en moeten hun leven opnieuw gaan vormgeven. De vraag hoe je als verpleegkundige dat proces van herstel kunt ondersteunen, boeide me direct.”

Signalen op groen
Janneke specialiseerde zich tot neurologie verpleegkundige, schoolde zich tot verpleegkundig specialist en sloeg haar vleugels uit als Nurse Practitioner in het UMC Utrecht. Ze broedde op een afstudeeronderwerp voor de studie verplegingswetenschap, toen verpleegkundig onderzoeker Thóra Hafsteindóttir haar uitnodigde te solliciteren naar een vacature voor promovendus. Janneke ontwikkelde de DePreS, een vragenlijst om bij patiënten kort na een beroerte het risico op depressie te voorspellen. Een derde van de patiënten krijgt depressieve klachten, die de revalidatie kunnen belemmeren. Tijdige opsporing en zo nodig behandeling van een depressie komt het herstel ten goede. De DePreS is volgens Janneke “nog niet nadrukkelijk in de praktijk geïmplementeerd.” Ze vervolgt: “De vragenlijst wordt nog onder grotere groepen patiënten getest, ook in Duitsland. Als dat is afgerond en het instrument inderdaad geschikt blijkt om depressie te voorspellen, dan staan alle signalen op groen om DePreS in de praktijk te gaan toepassen.”

Méér patiëntengroepen
Neuroverpleegkundigen zijn zich inmiddels bewust van het belang om depressie tijdig te herkennen, constateert Janneke, die ook onderwijs geeft. “Daar heeft mijn onderzoek aan bijgedragen. Toen ik er in 2007 mee begon, was dat nog niet het geval.” Verpleegkundigen vragen haar op congressen naar de bevindingen en of ze met de DePreS aan de slag kunnen. En er zijn méér signalen dat het onderzoek is geland. “Mensen vragen mij bij projecten. Onlangs kwam een kaakchirurg bij me. Ook zij hebben patiënten met een depressie na behandelingen. Wellicht zijn er veel méér patiëntengroepen, mensen die met ernstig invaliderende ziekten abrupt in het ziekenhuis terecht komen en die een langdurig hersteltraject voor de boeg hebben. Dat is mijn onderzoeksterrein: creëren van voorwaarden die optimaal herstel bevorderen en het zodanig beïnvloeden van eventuele complicaties dat ze het herstel zo min mogelijk belemmeren. De wens om mensen in staat te stellen hun dagelijkse leven zo weer goed mogelijk vorm te geven, is mijn drive.”

Dit is het vijfde interview over Het leiderschapsprogramma Leadership Mentoring in Nursing Research. Op 1 november vertelde Nienke Blijenberg op Zorgenz over het onderzoek onder kwetsbare ouderen thuis. Op 21 november ging Anne Eskes op Zorgenz in op het kiezen van behandelingen met bewezen effectiviteit in wondzorg. Op 13 december sprak Onno Helder op Zorgenz over technische innovaties die de dagelijkse zorg beter en veiliger kunnen maken. Daarna betoogde op 20 januari Getty Huisman-de Waal op Zorgenz dat basiszorg de kern van het beroep is.

Invloed uitoefenen
Om patiënten goed te kunnen ondersteunen, moeten verpleegkundigen ook de blik naar binnen durven richten, meent Janneke. “De uitdaging is onze eigen, specifieke plek in te nemen, te midden van alle andere zorgprofessionals rondom de patiënt. Als beroepsgroep claimen wij een signalerende rol. Maar we hebben de zorg niet altijd zo georganiseerd dat we die rol kunnen waarmaken. Ik vind dat we meer moeten objectiveren in plaats van blijven steken in ik-denk-vind-en-voel-oordelen. Je pakt je rol als je zegt: ik heb bij die patiënt een vragenlijst afgenomen, wil jij dat morgen ook eens doen? Meetlast in de zorg is inmiddels een gevleugeld begrip geworden – vooral voor metingen die anderen van ons vragen. Maar door zelf de problemen te objectiveren die er voor patiënten toe doen, kun je zeggen: ik heb dit waargenomen, ik heb dat zo en zo vastgesteld. Dan maak je jezelf gelijkwaardig in een multidisciplinaire context en ben je een serieuze gesprekspartner. Subjectieve oordelen belemmeren je om invloed uit te oefenen: ieder kan er iets anders van vinden.”

Aandacht opeisen
Invloed uitoefenen. In je kracht staan. Wat Janneke de beroepsgroep voorhoudt, leert ze zelf als deelneemster aan ‘Leadership Mentoring in Nursing Research’ (LMNR). “Ik besef dat ik bescheiden ben geweest in het claimen van mijn onderzoeksterrein. Als verpleegkundige ben je gesocialiseerd in een groepscultuur en om anderen in hun kracht te zetten. Ik realiseer me nu dat ik aandacht moet opeisen. Ik kan de enorme drive hebben om te willen bijdragen aan beter herstel van patiënten, maar als ik niet het podium neem, krijg ik het nooit voor elkaar.”

Kracht om te groeien
“Het afgelopen jaar heb ik internationaal verbinding gezocht met collega-onderzoekers. In Engeland, Noorwegen en de VS zijn er, anders dan in Nederland, leerstoelen Verplegingswetenschap op het gebied van herstel na een beroerte. Mijn verblijf van een aantal weken in Engeland was zeer stimulerend. LMNR helpt mij bij het realiseren van mijn droom door de kracht die het me geeft om te mogen groeien. Wanneer mijn droom is gerealiseerd? Als mensen zeggen: je moet bij Janneke zijn als je op dit gebied met een goede groep wilt samenwerken, daar komen de verbeteringen in deze zorg vandaan!”

Janneke de Man-van Ginkel (1973) werkte na de inservice-opleiding tot verpleegkundige in Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede (1991-1995) daar als verpleegkundige. Ze voltooide de vervolgopleiding Neurologie, de Post HBO-opleiding tot verpleegkundig specialist en de masteropleiding Verplegingswetenschap in Utrecht. In 2002 ging ze als Nurse Practitioner werken in het UMC Utrecht, achtereenvolgens op de afdelingen Vasculaire Geneeskunde en Neurologie. In 2012 promoveerde ze op het proefschrift ‘Early Detection of Post-Stroke Depression’ en deed ondertussen de master Epidemiologie. Sinds 2012 werkt Janneke als assistant professor in het UMC Utrecht. Ze combineert het onderzoek met verschillende taken in het onderwijs. Zo is zij programma-coördinator van de master Verplegingswetenschap.

(Foto: Arnaud Mooij/Echt mooij fotografie)

 

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *