Groep ouderen met actieve doodswens groeit

Groep ouderen met actieve doodswens groeit

Datum: 16 november 2014

ondergaande_zon_zorgenzHet is onduidelijk hoeveel ouderen een actieve doodswens hebben zonder dat daar een medische aandoening aan ten grondslag ligt. Volgens onderzoekers van vijf medische centra lijkt de omvang van deze groep vooralsnog ‘zeer beperkt’. De verwachting is wel dat de omvang van deze groep de komende jaren zal toenemen.

Dit blijkt uit de bij ZonMw verschenen kennissynthese ‘Ouderen en het zelfgekozen levenseinde’. Het rapport geeft een overzicht van alle beschikbare kennis over ouderen die een wens tot levensbeëindiging hebben zonder dat daar ondraaglijk lijden als gevolg van een ernstige medische aandoening aan ten grondslag ligt. De auteurs zijn: Agnes van der Heide, Bregje Onwuteaka-Philipsen, Ghislaine van Thiel, Suzanne van de Vathorst en Heleen Weyers.

Geen eenduidige begrippen
Minister Schippers van het ministerie van VWS gaf opdracht tot dit onderzoek omdat uit een eerdere ZonMw-verkenning over dit onderwerp bleek dat begrippen die op dit terrein gebruikt worden, niet eenduidig zijn. Denk aan voltooid leven, klaar met leven, lijden aan het leven en levensmoe. Ook bij cijfers over ouderen die zeggen niet langer te willen leven, is vaak onvoldoende duidelijk over wie het precies gaat. Is deze wens bijvoorbeeld passief of actief, sluimerend of urgent? Ligt aan deze wens wel of geen medische aandoening ten grondslag.

Reden achter actieve doodswens
In hun literatuurstudie maken de onderzoekers duidelijk dat het debat zich doorgaans toespitst op de ouderen bij wie de doodswens of wens tot levensbeëindiging níet voortkomt uit ondraaglijk en uitzichtloos lijden ten gevolge van een medisch classificeerbare aandoening. Binnen de Euthanasiewet komen deze ouderen niet voor hulp bij levensbeëindiging in aanmerking. Op grond van indirecte cijfers schatten de onderzoekers dat deze groep zeer klein is, namelijk maximaal enkele tientallen personen in de Nederlandse bevolking.

Veel grotere groep
De groep ouderen zonder medisch classificeerbare aandoening die op termijn het leven zou willen kunnen beëindigen, is echter veel groter. De redenen voor deze mogelijke doodswens in de toekomst zijn volgens de onderzoekers ‘zeer individueel bepaald’. Voor sommigen ligt bijvoorbeeld het accent op lijden, voor anderen op de wens om zelf de regie over het levenseinde te hebben, of op het voorkomen van aftakeling en ontluistering.

Aanbevelingen en gebruik van het rapport
Verder besteden de onderzoekers in hun rapport veel aandacht aan alle juridische, ethische en cultureel-maatschappelijke vragen in het debat over de (on)mogelijkheden van ouderen om hun leven zelf beëindigen. Met het oog op het maatschappelijk debat doen de onderzoekers de aanbeveling om meer onderzoek naar de omvang en kenmerken van deze groep ouderen te doen. Zo zou er onderzocht moeten worden welke alternatieven er zijn voor de groep ouderen met een wens tot levensbeëindiging zonder medisch classificeerbare aandoening.

Commissie van wijzen
De uitkomsten van deze studie worden gebruikt door de commissie van wijzen die minister Schippers samen met haar collega minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft ingesteld. Deze commissie, onder leiding van prof.dr. P. Schnabel, buigt zich deze maanden over de juridische mogelijkheden en de maatschappelijke dilemma’s met betrekking tot hulp bij zelfdoding aan mensen die hun leven voltooid achten.

De kennissynthese Ouderen en het zelfgekozen levenseinde is hier te downloaden.

(Foto: Pavelk/Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *