Geen aparte betaaltitel shared savings

Geen aparte betaaltitel shared savings

Datum: 12 juli 2015

zak_euros_zorgenzPROEFTUINEN – Aan het derde deel van de landelijke monitor populatiemanagement, dat vrijdag jl. verscheen, voegt minister Edith Schippers een reactie toe waarnaar al langer werd uitgezien: de mogelijkheid tot ‘shared savings’. Hiervoor komt geen zelfstandige betaaltitel: de huidige wetgeving biedt volgens de minister voldoende aanknopingspunten.

Betere samenwerking
Het algemene beeld dat uit de 252 pagina’s tellende rapportage ‘Samen werken aan duurzame zorg’ van het RIVM naar voren komt, is volgens Edith Schippers dat het gaat om een grote verscheidenheid aan bevlogen partijen die met elkaar samenwerken aan het op een innovatieve manier organiseren van het zorgdomein in hun regio. De variëteit blijkt bijvoorbeeld in de score op gezondheid: in drie proeftuinen hebben de inwoners een betere gezondheid dan het landelijk gemiddelde, maar er zijn ook drie regio’s met een lagere score. Betrokkenen ervaren de proeftuinstatus als katalysator voor de gewenste transities en geven aan dat de onderlinge samenwerking is verbeterd.

Cultuuromslag
De minister ziet een cultuurverandering in de wijze waarop wordt samengewerkt, waarin de belangen van de deelnemers overigens niet altijd parallel lopen. Dit verklaart volgens haar mede dat men begint met het oogsten van zogenaamd laaghangend fruit en met kleine, concrete projecten begint, zoals het omzetten van spécialités naar goedkopere generieke geneesmiddelen. In de komende periode zal blijken hoe men de stap van min of meer losstaande interventies naar een aanpak gericht op meer gezondheid voor de populatie zal vormgeven. Om de stap naar meer gezondheid tegen lagere kosten, de algemene kapstok voor de proeftuinen, voor de hele populatie te bereiken, oriënteert men zich op de vorming van andere juridische entiteiten en andere vormen van contractering en bekostiging. Naast contractering voor meerdere jaren, integrale bekostiging voor bijvoorbeeld geboortezorg, is dat de mogelijkheid tot het delen van besparingen, de ‘shared savings’.

Bij zorgverzekeraars geen belemmeringen, maar niet als kosten van verzekerde zorg in ZVW
Op deze shared savings gaat Edith Schipper uitgebreid in. Voor de volledigheid citeren we haar Kamerbrief op dit punt grotendeels.
De Tweede Kamerbrief brief van 10 juli jl. Shared savings is een vorm van uitkomstenbekostiging voor integrale zorg waarbij besparingen worden uitgekeerd om te belonen voor gezamenlijke resultaten. Proeftuinen willen de savings kunnen inzetten voor:
– Herinvesteren in nieuwe projecten en interventies over de domeinen van cure, care en welzijn heen zoals bijvoorbeeld preventieactiviteiten;
– Dekking van noodzakelijke voorinvesteringen, opstartkosten en programmakosten (projectorganisatie);
– Het belonen van zorgaanbieders voor het realiseren van gezondheidswinst, betere kwaliteit van zorg en lagere kosten.
Voor zorgverzekeraars zijn er vanuit het zorgverzekeringsstelsel in principe geen belemmeringen om uitgaven met betrekking tot shared savings te doen. Zorgverzekeraars krijgen een financiële bijdrage vanuit het Zorgverzekeringsfonds en zijn vrij deze middelen (aangevuld met inkomsten uit nominale premies) te besteden. Hieruit volgt dat elke afspraak tussen een zorgverzekeraar en ieder andere partij als betaalmogelijkheid kan dienen. Met andere woorden, de ‘betaaltitel’ die partijen wensen, kan tussen partijen in de proeftuin gezamenlijk vormgegeven worden zonder tussenkomst van de NZa. Zo kan een zorgverzekeraar middelen uitgeven aan bijvoorbeeld onverzekerde vormen van zorg, zoals preventie, om daarmee kosten in de zorg (in de toekomst) te voorkomen of te verminderen. Deze kosten kunnen echter niet ten laste van de schadelast van de Zorgverzekeringswet (Zvw) worden gebracht en dus als kosten van verzekerde zorg worden aangemerkt.

Mogelijkheden tot shared savings met resultaatbeloning
Als de shared savings betrekking hebben op verzekerde zorg, dan kan deze
‘resultaatbeloning’ via declaraties voor verzekerde zorg worden uitgekeerd. Binnen de huidige prestatie- en tariefregulering van de NZa zijn er op dit moment al verschillende mogelijkheden om een resultaatafhankelijke opslag gekoppeld aan een bestaande zorgprestatie in rekening (en onder de schadelast) te brengen. Deze mogelijkheden kunnen vervolgens worden benut om shared savings uit te keren. Denk hierbij aan de beleidsregel innovatie, vrije tarieven, max-max tarieven, facultatieve prestaties en sinds het begin van dit jaar via segment 3, resultaatbeloning in de huisartsen- en multidisciplinaire zorg. Een verzekeraar kan de huisarts bijvoorbeeld belonen voor minder doorverwijzingen naar de tweedelijn, het voorschrijven van bepaalde medicijnen en minder medicatie door in te zetten op preventie ten aanzien van leefstijl in een bepaalde wijk. Deze laatste vorm van resultaatbeloning zal ook binnen de wijkverpleging mogelijk worden gemaakt. Afspraken over de aard van de resultaatbeloning moet wel voldoen aan de geldende regelgeving. Zo kunnen de kosten van de resultaatbeloning bijvoorbeeld niet als Zvw-uitgaven worden aangemerkt als de zorgverzekeraar de zorgaanbieder contractueel zou verplichten om een resultaatbeloning te besteden aan een activiteit buiten de Zvw.

Vergoeden van niet-Zvw activiteiten zou uitbreiding verzekerde pakket impliceren
Uitgaven voor shared savings kunnen ten laste van de schadelast van de Zorgverzekeringswet, en daarmee de verevening, worden gebracht als ze gekoppeld worden aan verzekerde zorgprestaties. Daarnaast moeten de zorgkosten tot het individu herleidbaar zijn. Het verder oprekken van de mogelijkheden – conform het verzoek van proeftuinen – door te regelen dat andere (niet-Zvw) activiteiten vergoed kunnen worden, vind ik op dit moment te ver reiken. Op grond van de Zvw vergoeden van een dergelijke breed geformuleerde prestatie voor shared savings zou in feite een uitbreiding van het verzekerde pakket impliceren. Ik ben er niet voor zo’n vergaande wijziging door te voeren onder de noemer van het laten vaststellen van een betaaltitel voor shared savings. Een dergelijke aanpassing kan bovendien niet los worden gezien van een aantal trajecten dat zich richt op het creëren van meer mogelijkheden om zorg over de grenzen van de verschillende domeinen (Zvw, Wlz, Wmo, Jeugdwet) te financieren. Het is belangrijk om deze zaken in samenhang te bezien, aldus de minister.

Een integrale financiering uit verschillende domeinen
Ze noemt vervolgens drie trajecten die raken aan de omvang van het verzekerde pakket. (1) In het kader van de Wlz de mogelijkheid creëren om te experimenteren met zorg tussen vier zorgdomeinen: Zvw, Jeugdzorg, Wmo en Wlz). (2) De aangenomen motie Wolbert met het verzoek aan de regering om een overzicht te sturen van de mogelijkheden en onmogelijkheden en de voor- en nadelen van een betaaltitel voor selectieve preventie in de Zorgverzekeringswet. (3) De aangenomen motie Van der Staaij en Otwin van Dijk met het verzoek de mogelijkheden te onderzoeken hoe verzekeraars en gemeenten hun budgetten onderling kunnen verschuiven, zodat substitutie van zorg en ondersteuning mogelijk wordt.
De proeftuinen beogen meer gezondheid voor zowel het individu als voor de populatie tegen minder kosten te creëren. Hierin besloten ligt een transitie van nazorg naar voorzorg met een daarmee gepaard gaande verschuiving van middelen. Shared savings kunnen in dat kader gezien worden als een manier om te kunnen schuiven met middelen tussen domeinen. Besparingen behaald in het ene domein kunnen in een ander domein worden ingezet. In de hiervoor genoemde trajecten zal ik bezien welke mogelijkheden er zijn voor integrale financiering vanuit verschillende domeinen.

Geen zelfstandige betaaltitel, wel nadere toelichting en ondersteuning
Edith Schippers concludeert dat tegen deze achtergrond en gezien het feit dat er nu al verschillende mogelijkheden zijn om besparingen uit te keren, zij op dit moment niet voornemens is om tot een aanpassing in de wetgeving of een verbreding van het pakket over te gaan om daarmee een zelfstandige betaaltitel voor shared savings mogelijk te maken. Wat ik wel zal doen is samen met de NZa, ZiNL en ACM ondersteuning bieden en met de verschillende proeftuinen bekijken welke mogelijkheden in hun situatie de beste oplossing kunnen bieden voor het uitkeren van shared savings. Zoals hierboven beschreven zijn er in huidige wet- en regelgeving reeds een aantal mogelijkheden die benut kunnen worden. Het ministerie van VWS en bovengenoemde organisaties zullen de aanvragers van de prestatie uitnodigen voor een bijeenkomst waarin zij de huidige mogelijkheden nader zullen toelichten. Tijdens deze bijeenkomst zal ook aandacht worden besteed aan de bovengenoemde trajecten zodat de ervaring van de proeftuinen hierin meegenomen kan worden.

samen_werken_aan_duurzame_zorg_rivm_zorgenzDe volledige brief aan de Tweede Kamer over de Landelijke monitor proeftuinen is hier te downloaden.
Het derde deel van de Landelijke monitor populatiemanagement ‘Samen werken aan duurzame zorg’ is hier te downloaden.

 

(Foto bovenin: T.W. van Urk/Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *