Menzis en Arts en Zorg starten proef met shared savings

Menzis en Arts en Zorg starten proef met shared savings

Datum: 22 december 2015

shared_savings_zorgenzMenzis en eerstelijns zorgaanbieder Arts en Zorg beginnen een proef met shared savings. Dit houdt in dat zij op de zorgkosten een besparing proberen te realiseren en de opbrengst vervolgens met elkaar delen. Daarvan profiteren zowel verzekeraar als huisartsen. Nieuw aan de proef is dat de uitkering van de besparing wordt gekoppeld aan kwaliteitsindicatoren. Dat meldt de website Skipr.

Via een brief zijn de inwoners van drie wijken in Enschede geïnformeerd over de proef. Menzis en Arts en Zorg, een organisatie die eerstelijnszorg aanbiedt in gezondheidscentra in heel Nederland (zie interview met Amon van den Borg op Zorgenz op 1 mei 2015), schrijven in de brief dat ze met een nieuw model onnodige zorgkosten gaan voorkomen. In de proef draait het allemaal om shared savings. Wordt er op de zorgkosten van de populatie een besparing gerealiseerd, dan profiteren zowel verzekeraar als huisartsen daarvan mee.

Uitdaging is zorg zo organiseren dat er kosten worden bespaard
Voor aanbieder Arts en Zorg (voorheen onderdeel van het Menzis-concern) is de uitdaging vooral om de zorg zo te organiseren dat er kosten bespaard kunnen worden. De onderneming kan zelf beslissen hoe ze dat gaat doen, bijvoorbeeld door substitutie van zorg. Zo houdt een dermatoloog uit het ziekenhuis regelmatig poli in een van de Arts en Zorg-praktijken, zegt directeur Amon van den Borg van Arts en Zorg in de brief.

Zorgkosten per patiënt maximeren op 22.500
Gezondheidseconoom en promovendus Arthur Hayen van Tilburg University en RIVM bedacht het onderliggende model voor deze shared savings. Daarin is bijvoorbeeld vastgelegd dat partijen de zorgkosten per patiënt maximeren op 22.500 euro. “Slechts één procent van de onderzochte patiënten komt daar boven”, zegt Hayen op Skipr. “Als je zo iemand in je praktijk hebt, vertekent dat het beeld. Mensen met hogere zorgkosten drukken te zwaar op je gemiddelde. Iedere besparing die je realiseert in de rest van je populatie zal dan onzichtbaar zijn.” Verder worden in de proef in principe alle zorgkosten meegeteld, met uitzondering van kosten voor mondzorg. Enkele andere tarieven zijn op nul gezet, zoals het abonnementsgeld dat een huisarts ontvangt.

Benchmark moet huisartsen prikkelen
Hayen heeft een benchmark opgesteld om te bepalen hoeveel zorgkosten de deelnemende praktijken besparen. Deze benchmark moet huisartsen inzicht geven en tegelijk prikkelen om besparingen te realiseren. “Om dat te bereiken moet de benchmark haalbaar zijn. Daarvoor kijken we naar de historie van de praktijk. Dat zetten we dan af tegen de groeitrend van de controlegroep in het prestatiejaar.”

Bedrag dat wordt gedeeld is afhankelijk van kwaliteitsindicatoren
Als na afloop van het prestatiejaar inderdaad sprake is van een besparing, dan verdelen Menzis en Arts en Zorg de opbrengst. Het bedrag wordt overigens niet overgemaakt naar de individuele praktijken, maar naar het samenwerkingsverband Arts en Zorg of een zorggroep.
Het bedrag dat in aanmerking komt om gedeeld te worden, is afhankelijk van een aantal kwaliteitsindicatoren. Denk daarbij aan patiënttevredenheid, naleving van chronische zorgstandaarden, richtlijnen rond doelmatig voorschrijven van medicatie en de praktijkaccreditatie. Hoe lager die scores, des te lager zijn de uit te keren besparingen.

Koppeling uitkering van besparing aan kwaliteitsindicatoren is nieuw
Directeur Marc Bruijnzeels van het Jan van Es Instituut noemt op Skipr vooral de koppeling tussen uitkering van de besparing aan kwaliteitsindicatoren nieuw. Die mogen volgens hem scherper gekozen worden. In een aantal proeftuinen wordt geprobeerd afspraken te maken over het delen van gerealiseerde besparingen via een systeem van shared savings. Hierbij worden de behandelaren, achteraf, gezamenlijk beloond op basis van de behaalde resultaten. Doordat de beloning wordt verdeeld over de verschillende behandelaren en niet per behandelaar of per verrichting wordt betaald, ontstaat een prikkel om door middel van goede samenwerking tot een goed gezondheidsresultaat te komen.

[Foto: Pimpic/Shutterstock]

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

1 Comment

  1. De dokter heeft zo een direct financieel belang bij kwaliteitsindicatoren. Dat is wel de kat op het spek binden: krijg je dan niet een perverse prikkel om te sjoemelen met je cijfers? En hoe wetenschappelijk verantwoord zijn deze indicatoren überhaupt? Mijns inziens zijn kwaliteitsindicatoren iets voor regiogebonden budgetten (maar dan wel de gehele zorgketen inclusief de 2e lijn) en niet voor huisartsenzorggroepen (dan krijg je altijd “waterbed”effecten)

    Post a Reply

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *