Backoffice ouderenzorg goed regelen

Backoffice ouderenzorg goed regelen

Datum: 8 september 2014

robbert_huijsman_ibmg_zorgenzHOE NU VERDER? – Maak in de ouderenzorg echt werk van samenwerking en integratie van zorg. “Combineer interventies tegelijkertijd op het niveau van zowel de patiënt, als de hulpverlener, als de organisatie.” Dat adviseert de Rotterdamse hoogleraar Management & Organisatie van Ouderenzorg, Robbert Huijsman. “Eigenlijk is het te laat als er kwetsbaarheid is ontstaan.”

Onder de kop ‘Hoe nu verder met de ouderenzorg?’ publiceerde Robbert Huijsman onlangs in het blad Kwaliteit in Zorg een column. Hij stelt daarin een aantal gewetensvragen. Er is in de ouderenzorg veel in beweging gezet. Maar hij vraagt zich af of we wel de juiste kwetsbare ouderen selecteren. Welke interventies zijn nu echt bewezen? Kunnen zorgverleners deze in de praktijk goed hanteren? ‘Er lijkt zich een patroon af te tekenen: hoe steviger het design en de onderzoeksmethoden, hoe teleurstellender de resultaten’, schrijft hij.

Zorgverleners gebruiken inmiddels in de ouderenzorg verschillende methoden voor screening. Het kan een instrument zijn dat in Nijmegen, Groningen of Tilburg is ontwikkeld. “Iedere onderzoeker vindt zijn eigen instrument het beste”, aldus Huijsman.

Wat is kwetsbaar, om welke domeinen gaat het?
“Een aantal onderzoekers heeft gereageerd op mijn column. Ze herkennen mijn uitlatingen en vermoeden dat het komt door publicatiedrift. Maar ze hebben nu afgesproken hun data, die op een centraal punt beschikbaar zijn, onderling te gaan vergelijken. Hopelijk krijgen we dan meer zicht op: wat is echt kwetsbaar, wat niet, om welke domeinen gaat het, wat zijn afkapmomenten? De instrumenten bestaan over het algemeen uit twee stappen. Eerst een algemene screening via een vragenlijst. De groep die daaruit komt, wordt vervolgens onderworpen aan een uitgebreider, en vaak ook medisch onderzoek. Ik geloof dat dit een goede aanpak is. Huisartsen hebben vaak geen idee wie hun kwetsbare ouderen zijn en hoe ze eraan toe zijn. Het is ook belangrijk om dat op diverse leefgebieden na te gaan. Belangrijk is om dat niet alleen goed in kaart te brengen, maar deze groep ook te blijven volgen, om zo problemen voor te zijn.”

Spreekkamermodel loslaten
Huisartsen moeten bij kwetsbare ouderen het traditionele spreekkamermodel verlaten en proactief worden. “Daar gaan wel twee generaties overheen, zo zijn ze niet opgeleid. Het vergt geduld om professionele opvattingen te veranderen. Het is nu: er komt een patiënt met een klacht, het is pluis of niet-pluis, drie minuten om een diagnose te stellen en drie minuten om een oplossing te bedenken. Dat is het klassieke medische model, maar dat werkt bij kwetsbare ouderen niet. Daar is een proactieve houding voor nodig.”

Het vergt ook echte samenwerking en integratie op de inhoud van de zorg.
Huijsman: “Ik bedoel daarmee dat zorgverleners de ‘backoffice’ van de ouderenzorg goed moeten regelen. Ze horen bijvoorbeeld goed van elkaar te weten wie wat doet, er moet goede dossiervorming en aansturing zijn, ze dienen hun eigen werk goed te ‘finetunen’, een goed systeem te hebben voor overdracht en feedback, zodat ze van elkaar kunnen leren. Pas dan hebben ze een effectief en integraal aanbod voor ouderen.”

Voorbeeld Walcheren
“Een goed voorbeeld van een integraal aanbod is een zorgprogramma dat vanuit huisartsenpraktijken in Walcheren wordt aangeboden. Ouderen herstellen daar sneller en ervaren een betere kwaliteit van leven. We moeten ons wel goed realiseren dat een integraal aanbod ontwikkelen tijd kost, minimaal twaalf tot achttien maanden. Dat betekent voor zorgverleners volhouden en voor managers en zorgverzekeraars geduldig zijn.”
 
Het is nog maar een stukje van de puzzel. 
Integraal kijken naar alle leefdomeinen is volgens Huijsman ook essentieel. “Dat vergt samenwerking met diverse partijen. De trend was tot voor kort: in je eigen koker blijven, scheiding van domeinen, het professionaliseren van je eigen werk.” Een ander puzzelstuk mag niet ontbreken, benadrukt de hoogleraar. “Uitsluitend interventies op het niveau van de patiënt zijn onvoldoende. Het gaat juist om het combineren van interventies op het niveau van de patiënt, professional én organisatie. Promotieonderzoek in de COPD-zorg heeft aangetoond dat de meeste effecten bereikt worden als veranderingen worden doorgevoerd op deze drie niveaus tegelijkertijd. Dat wordt de grootste uitdaging voor de komende tijd: het maken van één puzzel van effectieve eerstelijnszorg voor ouderen.”

Tijd voor DBC ketenzorg
Huijsman begrijpt de behoefte van huisartsen aan een structurele vergoeding voor coördinatie en ondersteuning van zorgprogramma’s. Als het aan hem ligt, komt er snel een DBC voor ketenzorg. “De overheid moet nu maar eens het lef tonen en dat tarief vaststellen. Maar er is nog iets anders: huisartsen kunnen ook bepaalde patiënten ‘afstoten’ naar meer gespecialiseerde collega’s en daarvoor in de plaats andere patiënten gaan behandelen of begeleiden. Dat is minstens zo moeilijk, dat moet je een ander gunnen.”

Corina de Feijter

(Foto: iBMG-Erasmus Universiteit)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *