Wijkverpleging blijft hot
Datum: 17 oktober 2015Staatssecretaris Martin van Rijn van VWS heeft afgelopen week in Den Haag volgehouden om pas bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2016 duidelijkheid te geven over extra geld voor wijkverpleging. Tot die tijd hebben zorgverzekeraars een zorgplicht. Intussen heeft InEen gepleit voor experimenten bij de inkoop van wijkverpleging door eerstelijns zorgorganisaties.
In het overleg in de Tweede Kamer en tussen de partijen die het Onderhandelaarsresultaat wijkverpleging uit 2014 hebben getekend, gaf de staatssecretaris duidelijk aan dat hij het op dit moment te vroeg vindt om geld bij te leggen. Hij wil daar pas in de behandeling van de voorjaarsnota 2016 uitspraken over doen.
Resultaat
Volgens alle partijen van het Onderhandelaarsresultaat worden de te krappe budgetten op de werkvloer en bij cliënten écht worden gevoeld, zo meldt Actiz op haar website. Er moeten dan ook oplossingen komen. Belangrijk aandachtspunt daarbij is dat de zorg en ondersteuning vanuit de Wmo enerzijds en de Wlz anderzijds invloed hebben op de ontwikkelingen in de wijkverpleging. Duidelijk is dat de financiële raming voor wijkverpleging die in 2014 is gemaakt, te krap was. Vast staat nu dat:
– Alle cliënten zijn verzekerd van hoogwaardige zorg thuis door de wijkverpleging. Er is een zorgplicht waar zorgverzekeraars aan moeten voldoen.
– Er vinden geen generieke (straf)kortingen plaats door zorgverzekeraars.
– Er moeten op hele korte termijn open en reële gesprekken plaatsvinden tussen zorgorganisaties en zorgverzekeraars om de problematiek rondom de bekostiging van geleverde zorg te bespreken.
Samenwerking wijkverpleegkundige en huisarts
Vanwege het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer stuurde InEen naar de Vaste commissie van VWS een voortstel voor nieuwe experimenten bij de inkoop van wijkverpleging door eerstelijns zorgorganisaties. Want wat is de situatie? Eerstelijns zorgorganisaties, zoals gezondheidscentra en zorggroepen, kunnen op dit moment geen contracten sluiten met zorgverzekeraars voor het leveren van wijkverpleging. Voor zorgaanbieders is het volgens de huidige beleidsregels alleen mogelijk om populatiegebonden wijkverpleging aan te bieden als zij ook persoonsgebonden wijkverpleging onder contract hebben. Tot op heden kunnen de eerstelijns zorgorganisaties nog steeds geen persoonsgebonden wijkverpleging inkopen, ook omdat dit eerder onder de AWBZ viel en bij VVT-instellingen was ondergebracht. De verplichte koppeling tussen populatiegebonden zorg in S1 en persoonsgebonden zorg in S2, belemmert de noodzakelijke samenwerking tussen de huisarts en wijkverpleegkundigen. InEen is ervan overtuigd dat het ook anders kan.
Goed voorbeeld in Rotterdam
De wijkverpleegkundige vormt volgens InEen als zelfstandig professional de cruciale schakel en verenigt de persoons- en populatiegebonden taken in één persoon. Door meerdere partijen de mogelijkheid te bieden om de wijkverpleegkundige functie te contracteren, kan zij de brugfunctie vervullen die nodig is voor samenhang en samenwerking in de wijk. Een goed voorbeeld noemt InEen de De Coöperatie Wijkverpleegkundige Zorg Rotterdam. Om dergelijke veelbelovende initiatieven de ruimte te geven, zijn experimenten nodig met nieuwe vormen van organisatie en bekostiging. InEen vraagt nu aan de staatssecretaris om ervoor te zorgen dat eerstelijns zorgorganisaties op experimentele basis wijkverpleging kunnen inkopen. Dat versterkt de samenwerking in de driehoek huisarts, wijkverpleging en sociaal wijkteam.
(Foto: Free Pod33/Shutterstock)