“Wijkverpleegkundigen zitten in benarde positie”

“Wijkverpleegkundigen zitten in benarde positie”

Datum: 5 oktober 2017

Per 1 januari aanstaande houdt de Coöperatie Wijkverpleegkundige Zorg Rotterdam, voortgekomen uit Zichtbare Schakel, op te bestaan. Hoe heeft dit zover kunnen komen? Wijkverpleegkundigen Yolande van den Brink en Joke Schoehuizen zien met lede ogen aan hoe hun beroepsgroep de dupe wordt van onder meer tariefverlaging en minimale budgetten. “We moeten weer Florence Nightingale worden en misstanden aan de kaak stellen.”

De start van de coöperatie in 2015 was veelbelovend: huisartsen, wijkteams en wijkverpleegkundigen werken samen aan wijkgerichte zorg. De gedetacheerde wijkverpleegkundigen van de aangesloten zorgaanbieders mogen weer indiceren en krijgen de vrijheid om de juiste zorg in te zetten. Het heeft anders uitgepakt, blijkt uit het verhaal van Yolande en Joke die beiden al tientallen jaren als wijkverpleegkundige werken. Wie hun relaas beluistert, krijgt het beeld van een beroepsgroep die gemangeld wordt, met als gevolg dat medewerkers het vak vroegtijdig verlaten, of opgebrand thuis zitten. ‘Door het huidige beleid van overheid, zorgaanbieders en zorgverzekeraars is er straks geen kwalitatief goede wijkverpleegkundige zorg voor chronisch zieken, ouderen en ontslagen ziekenhuispatiënten’, schrijven de betrokken wijkverpleegkundigen eerder dit jaar in een brandbrief.

Wijkverpleegkundigen aan haren weer omhooggetrokken
Joke schetst de ontwikkelingen in de wijkverpleging sinds de jaren negentig. “De wijkverpleegkundigen werden vervangen door goedkope krachten. Het CIZ deed de indicaties. Daarna ging Zichtbare Schakel van start. De wijkverpleegkundigen die eerst onder water waren gedrukt, werden aan hun haren weer omhooggetrokken. In Rotterdam kwamen vijftig Schakelwijkverpleegkundigen en kregen we de ruimte om ons vak in de volle breedte uit te oefenen, vooral in de aandachtswijken. Ik werk daar overigens nog steeds, in de wijk Beverwaard vanuit een gezondheidscentrum.”
Yolande: “Alles moest met toestemming van de zorgaanbieder waar je in dienst was. De grote aanbieders hadden van meet af aan een flinke vinger in de pap. Je werkte twee dagen in de productie en de overige dagen moest je bijvoorbeeld aan preventie doen, geen handige combinatie.”

Yolande van den Brink

Niet juiste niveau voor indiceren
De eerste problemen doemen op als wijkverpleegkundigen met ingang van 2015 mogen indiceren. “Alleen wijkverpleegkundigen van niveau 5 mogen deze taak uitvoeren, maar daar waren er onvoldoende van. Het ontbrak aan scholing, wij hebben zelf de module maar gevolgd.” Het geld voor indiceren is nooit ‘overgegaan’ naar de wijkverpleging, zegt het tweetal. Samengevat: het enorme tekort aan wijkverpleegkundigen, te laat gestart met scholing en een leiding die er niet in slaagde om de benodigde financiën en macht naar zich toe te trekken. Volgens Yolande laten zorgaanbieders zich alleen sturen door geld en willen ze allemaal de grootste worden.

Brandbrief over benarde positie
Al eerder uitten Jolande en Joke samen met collega’s Annemarie Delissen en Wilma Bakker hun bezorgdheid en frustratie over de gang van zaken en de teloorgang van hun mooie vak in de brandbrief. Daarin beschrijven ze in welke benarde positie de wijkverpleegkundige gekomen is na de overgang van de AWBZ naar de Aanspraak Wijkverpleegkunde in de Zorgverzekeringwet (Zvw). Ze bezochten de NZa, maar de uitnodiging om eens een dag mee te lopen, sloeg de medewerker van de toezichthouder af. Ook kostte het enige moeite om de brandbrief op de agenda te krijgen van de vakgroep Maatschappij & Gezondheid van V&VN.
De wijkverpleegkundigen hebben moeite met de koers van hun beroepsorganisatie. “Ze richt zich erg op de kwaliteitsstandaarden en het Kwaliteitsregister, omdat ze daar belang bij heeft. Het ledenaantal groeit nog steeds. Maar wat heb je aan een standaard als het vak zo volledig onderuit wordt gehaald. We missen bij onze beroepsorganisatie aandacht voor onze werkpositie”, zegt Yolande verontwaardigd.

“Wat heb je aan een kwaliteitsstandaard als je vak zo volledig onderuit wordt gehaald?”

Uurtarief is geen integraal tarief
Wat hebben ze de afgelopen jaren zien gebeuren? Een forse tariefdaling, met als gevolg dat zorgaanbieders de wijkverpleegkundige zorg niet verder kunnen of willen ontwikkelen. De zorgverzekeraars hebben begin dit jaar bepaald dat er gewerkt gaat worden met één integraal tarief voor alle wijkverpleegkundige producten. “Het uurtarief van wijkverpleegkundige zorg is geen integraal tarief, maar een separaat tarief dat recht doet aan de producten: verpleging, toewijsbare en niet-toewijsbare zorg, oproepbare en niet-oproepbare zorg, zodat wijkverpleegkundigen kunnen indiceren, wijkgericht kunnen werken, kunnen begeleiden en preventief kunnen werken op alle terreinen van het Expertise Gebied Wijkverpleging”, benadrukt Yolande. Het lage uurtarief maakt het voor wijkverpleegkundigen ook onmogelijk om te voldoen aan de verplichting zich te blijven scholen en ingeschreven te blijven staan in het Kwaliteitsregister.

Joke Schoehuizen

Geen minimale zorgbudgetten
Ook de minimale zorgbudgetten is het tweetal een doorn in het oog. Yolande: “Wat doen thuiszorgorganisaties om te overleven? In augustus is hun budget op. Ze richten een nieuw bedrijf op, schrijven de cliënten administratief over en leveren dan niet-gecontracteerde zorg.”
Schaf de minimale zorgbudgetten af, zeggen ze. ‘Een toegankelijke zorg moet voor alle chronisch zieken en /of ouderen het gehele jaar bij dezelfde zorgaanbieder mogelijk zijn, ook al moet dan het budget worden overschreden. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben een zorgplicht waar momenteel niet aan voldaan wordt’, adviseren ze in hun brief.

Niet op stoel wijkverpleegkundige
Joke illustreert aan de hand van voorbeelden hoe regels en procedures het werken haast onmogelijk maken. “Ik mag een cliënt ’s ochtends geen boterham geven. Dat moet ik eerst apart bij de gemeente aanvragen en dan volgt er een keukengesprek. Waanzin”, oordeelt ze.
‘Een zorgverzekeraar mag niet op de stoel van een wijkverpleegkundige gaan zitten’, verklaart staatsecretaris Van Rijn. In de praktijk zien Yolande en Joke het tegenovergestelde gebeuren. Zoals bij de aanvraag van een pgb, waar Joke veel tijd in had gestoken. Ze voelde zich onlangs behoorlijk geschoffeerd na een telefoontje van een medewerker van de zorgverzekeraar die haar diverse vragen stelde om te controleren of ze wel aan alle voorwaarden voldeed. “Je wilt een zorgverzekeraar niet tegen je in het harnas jagen, want dan weet je zeker dat het aantal geïndiceerde uren niet wordt toegekend.”
In de brief staat hierover: ‘Soms is van tevoren niet bekend welke bekostiging zorgvragers willen: Zorg In Natura (ZIN) of een Persoons Gebonden Budget (PGB) en hebben zij hierover eerst nog informatie nodig. Een wijkverpleegkundige behoort onafhankelijk te indiceren, los van de financieringsmogelijkheden. Zorgverzekeraars ontnemen wijkverpleegkundigen deze mogelijkheid.’

Nog meer praktijkvoorbeelden
Joke en Yolande constateren dat zorgverzekeraars privacygevoelige zorgplannen opvragen die alleen bedoeld zijn voor de zorgvrager en diens professional. Wat zien ze verder in de praktijk? “In de hele wijk Overschie worden hbo-v-stagiaires ingezet die nauwelijks worden begeleid. Ze zijn nog onbevoegd en niet bekwaam”, verklaart Yolande. Achter de voordeur moeten ze hun cliënten voortdurend uitleggen waarom die al zes verschillende zorgverleners hebben gezien, wat de regels en procedures zijn.
De zorgaanbieders hebben volgens hen met de zorgverzekeraar afgesproken hoeveel uren ze mogen indiceren en hoeveel uren zorg er mag worden verleend. “Welke manager spreekt zoiets af met een zorgverzekeraar, hoezo hebben we dan nog autonomie, wat is de zin van indiceren dan nog”, vraagt Yolande zich af. Huisbezoeken doet Joke het liefst samen met de Wmo-adviseur, anders krijg je zaken niet voor elkaar.

“Wijkverpleegkundige behoort onafhankelijk te indiceren, los van de financieringsmogelijkheden”

2018: splitsing
Wat staat hen in 2018 te wachten? Bij het bestuderen van de inkoopdocumenten realiseren Yolande en Joke zich dat er weer veel gaat veranderen en niet ten goede van hun vak. Ze constateren dat de functie wijkverpleegkundige wordt gesplitst. De medisch specialistische verpleging in de thuissituatie gaat naar de aanspraak wijkverpleging. Wondzorg bijvoorbeeld gaat naar de praktijkondersteuner, lees ketenzorg huisarts en gespecialiseerde verpleegkundige, die dan alleen adviseert en niet uitvoert. Nog meer handen van het bed af Indiceren van hulpmiddelen en begeleiding is al naar de Wmo gegaan.

Feestje voor Zichtbare Schakel
Nog een citaat uit hun brief: ‘Het ziet er naar uit dat de eerstelijnsgezondheidszorg het afvalputje is geworden van de bezuinigingen in de zorg en dat vooral de wijkverpleegkundige zorg hiervan het dupe is geworden.’ Nee, Joke en Yolande zijn niet in een feeststemming om de successen van Zichtbare Schakel te vieren, tijdens de slotbijeenkomst van 17 november. Joke:  “Nu druk je eerst op je apparaat voor registratie en dan pas op de deurbel. Dat was vroeger andersom. Ik vind het heel triest dat basiszorg niet meer voldoende wordt gegeven. Ziekenhuizen worden behandelcentra, mensen worden sneller ontslagen, de belasting thuis wordt groter. Er ontstaat een nieuwe groep kwetsbare mensen.” Waarom hebben ze het bijltje er niet bij neer gegooid? Yolande: “Veertig jaar geleden zeiden ze al: je moet opkomen voor je vak. We hebben het mooiste vak van de wereld. Maar we gaan niet de straat op, wij denken aan onze cliënten.”

Corina de Feijter

Reactie van Sonja Kersten, directeur V&VN:
“V&VN maakt zich júist heel hard voor de positie van wijkverpleegkundigen. Zij zijn een onmisbare schakel in de ouderenzorg. De druk op wijkverpleegkundigen neemt enorm toe door de personeelstekorten. Die hebben we – samen met de beroepsgroep – nadrukkelijk op de maatschappelijke agenda gezet, onder andere met een brandbrief aan de Tweede Kamer. De dilemma’s die wijkverpleegkundigen ervaren, zijn voor ons het uitgangspunt, ook als het gaat om de ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden. Ik begrijp dat kwaliteitsstandaarden op zich geen oplossing zijn voor de problemen die Yolande en Joke nu tegenkomen in hun organisatie.  Graag zou ik ze uitnodigen voor overleg of een keer meelopen tijdens een werkbezoek.”

ZorgenZ heeft de bestuursvoorzitter van de Coöperatie Wijkverpleegkundige Zorg Rotterdam, Annemiek Beukman, gevraagd om te reageren, maar zij heeft laten weten hier geen behoefte aan te hebben.

Lees ook het interview met Jose van Dorst, voorzitter vakgroep Maatschappij & Gezondheid van V&VN, “Professionalisering is hard nodig” of het interview met Franca van Rosmalen van Reos, “Beroepsgroep van wijkverpleegkundigen wordt gemangeld”

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *