Vergrijzing leidt tot financieel mindere tijden

Vergrijzing leidt tot financieel mindere tijden

Datum: 20 november 2019

Regeren is vooruitzien. En dat valt niet mee. De werkelijkheid is vaak anders dan je vooraf bedenkt. De CPB-verkenning voor 2022-2025 is dan ook opgesteld onder voorbehoud. Desondanks: het is een van de bouwstenen voor het nadenken over het beleid voor die periode. Met als tamelijk vervelende boodschap: er komen financieel mindere tijden aan en er zal geen sprake zijn van toename van de koopkracht in deze jaren. De oorzaak daarvan is de vergrijzing, die nu parten echt parten gaat spelen.

Want: veel is onzeker en koffiedik kijken. De enige zekerheid is de vergrijzing van de bevolking. Deze leidt onomkeerbaar tot verhoging van de uitgaven voor AOW en de zorg. Tegelijkertijd dempt de vergrijzing de toename van het arbeidsaanbod. Met als gevolg: gemiddeld genomen is er geen koopkrachtgroei in de periode 2022-2025 en dat geldt voor alle inkomenshoogten. Een beperkte stijging van de reële cao-lonen wordt teniet gedaan door lastenverhogingen. Dat zijn met name hogere pensioenpremies, hogere zorgpremies en toename van het eigen risico. Deze is bevroren tot 2021, maar zal daarna meebewegen met de stijgende zorgkosten. Nog slechter nieuws voor uitkeringsgerechtigden, gepensioneerden en alleenverdieners: zij gaan er zelfs op achteruit op de middellange termijn.

Aanzienlijke toename zorgkosten
Vanwege de extra zorgvraag neemt de vraag naar gekwalificeerde werknemers en zelfstandigen in de zorg toe. Dat is, zacht uitgedrukt, nog een uitdaging en vereist waarschijnlijk een hogere beloningen. Dit versterkt nog eens het opwaartse effect van de zorguitgaven op de overheidsbegroting. Als er niet voldoende personeel te realiseren valt, leidt dat tot wachtrijen in de zorg. Dat dempt wel weer de groei van zorguitgaven.

Hoe dan ook: vooral de kosten voor gezondheidszorg zullen aanzienlijk groeien: van 84 miljard euro in 2021 tot 100 miljard in 2025. Gemiddeld stijgen de zorgkosten met 2,7 procent per jaar, terwijl de economische groei op 1,1 procent blijft steken.

AOW
De AOW-uitgaven hebben een grote bijdrage aan hogere uitgaven Sociale Zekerheid. Het AOW-volume stijgt de tussen 2021 en 2025 met ongeveer 160.000 uitkeringsjaren. De stijging wordt nog beperkt door de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd tussen 2021 en 2024. Volgens de pensioenafspraken blijft in 2025 de AOW-leeftijd op hetzelfde niveau als in 2024, namelijk 67 jaar. Daardoor is in 2025 de volumestijging van de AOW ineens groot: ongeveer 75.000 uitkeringsjaren.

Zware opgave
En dan hebben we het nog niet over problemen als het klimaat, afschaffing gasgebruik en dergelijke. Kortom: voorbij zijn de jubeljaren. Een volgend kabinet is niet te benijden, ze komt voor een zware opgave te staan, waarin je het niet snel goed kan doen. De economische groei valt in die vier jaren terug tot een magere 1,1 procent, de koopkracht zal niet toenemen en het huidige begrotingsoverschot slaat in 2021 om in een tekort.

Zie het CPB-verkenning Middellange termijn 2022-2025.

(Illustratie: Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *