Veilig medicatiebeleid in de hele keten

Veilig medicatiebeleid in de hele keten

Datum: 3 juni 2015

medicatiueveiligheid_zorgenzNOORD-HOLLAND-NOORD – Op 10 juni ondertekenen negentien zorgbestuurders en alle vertegenwoordigers van de huisartsen én de apothekers in de Kop van Noord-Holland, West-Friesland en Noord-Kennemerland een convenant Medicatieveiligheid. Deze ‘gouden driehoek’ in deze regio beschikt daarmee over heldere afspraken wie wat doet en hoe.

In 2010 houdt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) een steekproef onder 50 organisaties in de verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT), om te beoordelen hoe het is gesteld met de medicatieveiligheid. “Het regende rode kaarten voor alle VVT-organisaties. Er mankeerde van alles. Handgeschreven medicatieopdrachten, niet ondertekende uitvoeringsverzoeken, onduidelijke afspraken over medicatie in eigen beheer, een wijkverpleegkundige die medicijnen bij de apotheek gaat ophalen en deze naar de klant brengt”, somt Hanneke van den Berg, projectmanager Omring Thuiszorg op. Samen met Marja Post, kwaliteitsadviseur bij Actiezorg, is zij vanaf het begin betrokken bij de totstandkoming van het convenant. Zij zochten contact met de apothekers om in gesprek te gaan over de aanbevelingen van de IGZ. “We kregen direct alle medewerking. Niet eerder hebben wij met ketenpartners zo coöperatief kunnen samenwerken. Dat komt omdat we ons prima konden vinden in dezelfde doelstelling: een veilig medicatiebeleid in de hele keten”, zegt Hanneke van den Berg.

Veilige principes
Voor een veilig medicatieproces is goede communicatie en afstemming nodig tussen alle betrokken zorgverleners. In 2012 heeft een taskforce de ‘Veilige principes in de medicatieketen’ opgesteld. Deze veilige principes gaan uit van ieders rol en verantwoordelijkheid en beschrijven hoe kan worden samengewerkt op een wijze die de veiligheid ten goede komt. De thuiszorgorganisaties en de apothekers in Noord-Holland-Noord hebben deze veilige principes onderschreven en als leidraad gebruikt voor hun committmentverklaring. Apothekers en thuiszorgorganisaties hebben deze verklaring in oktober 2013 ondertekend. “We hadden al contact met de huisartsen. We hebben hulp gekregen van ZONH. Deze ROS heeft ons in het proces ondersteund om te komen tot het opstellen van het convenant en de bijbehorende ondertekening door alle partijen”, aldus Marja Post.

Gedetailleerde afspraken
Een stuurgroep met vertegenwoordigers van de thuiszorgorganisaties, huisartsen en apothekers heeft gewerkt aan de totstandkoming van goede afspraken en deze vastgelegd in een document. “Eerst heeft iedere beroepsgroep een quick scan uitgevoerd in de gouden driehoek. We hebben gekeken wat beter kan en daarover afspraken gemaakt. De onderwerpen die in de veilige principes staan, moeten we regionaal naleven. In ons document gaan we een stapje verder, daarin staan gedetailleerde afspraken. Het is een fantastisch document geworden, dat alle organisaties omarmen”, verklaart een enthousiaste Van den Berg.

Maak het gemakkelijk
Wat is de meerwaarde van deze coproductie, van de gemaakte afspraken? Van den Berg en Post benoemen dit eerst voor de thuiszorgmedewerkers. “Voor ons is het heel prettig. Er zijn nu duidelijke afspraken waar iedere zorgverlener van op de hoogte is. Wij hebben onze wijkverpleegkundigen bijvoorbeeld geadviseerd om de uitvoeringsverzoeken zoveel mogelijk op kantoor te typen en alles in te vullen, zodat een arts alleen maar zijn handtekening hoeft te zetten. Dan hoef je ook niet steeds al deze verzoeken te controleren. Maak het de arts en jezelf gemakkelijk, zeggen we.”

Voorschrijver en toediener dichter bij elkaar
Post geeft aan dat de samenwerking in de keten maakt dat wijkverpleegkundigen, apothekers en huisartsen elkaar makkelijker kunnen vinden. Wat de wijkverpleegkundige bij de cliënt thuis aan medicatie aantreft, kan via de apotheker getoetst worden bij de huisarts. Hierdoor zijn voorschrijver en toediener dichter bij elkaar gekomen, waarbij het ‘samen’ voor veilig medicatiegebruik centraal staat. Volgens Van den Berg en Post borgen de afspraken niet alleen de medicatieveiligheid; het verhoogt de kwaliteit van zorg bij alle zorgverleners in de keten. “Het prettige is ook dat je elkaar kunt aanspreken op de gemaakte afspraken en dat je niet gezien wordt als een soort boeman die de regels wilt naleven.” Ook zorgverzekeraar VGZ let erop of zorgaanbieders de Veilige principes in de medicatieketen onderschrijven en daar actief iets mee doen. “De zorgverzekeraar heeft onze afspraken gepromoot bij andere zorgaanbieders.”

Elkaar aanspreken op afspraken, zonder dat je als boeman wordt gezien

We gaan van elkaar leren
Hoe vermaal je medicijnen? Hoe geef je wijzigingen in de medicatie door? Hoe stel je de toedieningslijst op? Hoe ga je om met insuline? “Daarover hebben we afspraken gemaakt en de procedures hiervoor omschreven. De veilige principes vormen onze kapstok, maar er zitten open eindjes in. De betrokken disciplines werkten eigenlijk op een eilandje en uit onze inventarisatie bleek ook dat sommige dingen niet goed gingen en daar ondervond een andere zorgverlener hinder van. In de praktijk betekent het dat we onze werkwijze hebben moeten aanpassen. Maar nu staat omschreven wie wat en hoe moet doen”, verklaart apotheker Sebastiaan Wegman avn apotheek Middenwaard in Heerhugowaard. Het was volgens hem geen lastig project. “Iedereen ziet het belang van het op een hoger niveau brengen van alle aspecten rond het medicatiebeleid, doordat we bepaalde zaken hebben gestroomlijnd of gestandaardiseerd. Ik verwacht dat we ook van elkaar zullen leren; de ene zorgverlener lost iets misschien beter op dan de andere.”

kaartje_noord_holland_noord_zorgenzLokaal inhoud geven aan afspraken
In de Kop van Noord-Holland weten de besturen van de verschillende huisartsenorganisaties elkaar te vinden. Zo ook rond het thema medicatieveiligheid. Nils Stoll, huisarts in Egmond aan Zee en bestuurder van HONK (Huisartsen Organisatie Noord-Kennemerland), was betrokken bij het maken van de samenwerkingsafspraken. “De samenwerking tussen zorgverleners over het voorschrijven en het gebruik van medicatie moet beter. Daar zijn landelijke afspraken over gemaakt. Ook de IGZ heeft medicatieveiligheid als speerpunt gekozen. De volgende stap is dat zorgverleners in de regio en lokaal inhoud geven aan de afspraken. Dat hebben wij ook gedaan. In het begin was het even zoeken, want ik kan alleen de huisartsen die zijn aangesloten bij HONK vertegenwoordigen.” ZONH heeft de verbinding met de andere twee huisartsenorganisaties, HKN en de WFHO, en de LHV Kring Noord Holland Noord gelegd.

Slecht zicht op thuiswonende ouderen
De afspraken gaan vooral over kwetsbare ouderen die thuis wonen. Stoll: “In de verzorgingshuizen is de medicatieveiligheid beter geborgd. Maar bij thuiswonende ouderen hebben we daar slecht zicht op. We weten niet altijd of een patiënt de medicatie wel inneemt en of dat op de juiste wijze gebeurt. Als een huisarts bijvoorbeeld een ander medicijn voorschrijft of de dosering verandert, hoe informeren we de andere zorgverleners, zoals de wijkverpleegkundige?”

Je weet nu wat iedereen doet
Volgens Stoll is er behoefte om voor patiënten duidelijkheid en zekerheid te creëren in de totale farmaceutische keten. “We hebben uit de richtlijnen praktische stappen gehaald om te zorgen dat de veiligheid beter is geborgd. Het is aan de beroepsgroepen zelf om te kijken of deze afspraken worden nageleefd en in de praktijk goed werken.” Hij vertelt dat het in zijn eigen situatie in Egmond aan Zee, waar zeven huisartsen werken met één apotheek, overzichtelijk is. “Het gaat ook niet om grote veranderingen in onze werkwijze, maar meer dat je weet wat iedereen doet en wat ieders verantwoordelijkheid is.”

Duidelijke en zekerheid creëren in de totale farmaceutische keten

Wijkverpleegkundigen weten zich nu gesteund
Stoll benadrukt dat de thuiszorg en de wijkverpleging de spil zijn. “Zij moeten weten waar ze aan toe zijn en zich gesteund voelen, bij schriftelijke bevestigingen bijvoorbeeld. Ook de afspraken rond de overdracht moeten duidelijk zijn, die slag gaan we nu maken. Dat scheelt een hoop gebel.” Dat zijn Hanneke van den Berg en Marja Post met hem eens. “Onze zorgprofessionals begrijpen nu ook beter waarom een arts bepaalde informatie, als pols en temperatuur, wil weten. Aan de andere kant signaleren de zorgprofessionals veel bij een cliënt, bijvoorbeeld dikke benen, omdat iemand de plaspillen niet inneemt.”

De tweede lijn erbij
In de tweede helft van 2015 worden de afspraken uit het convenant op diverse locaties op de werkvloer geïmplementeerd. Daarnaast is het de bedoeling dat er ook met de tweede lijn, de ziekenhuizen en de ggz, afspraken gemaakt gaan worden over medicatieveiligheid. Stoll: “Daar komen meer technische en juridische aspecten bij kijken. De patiënt moet toestemming geven voor het uitwisselen van zijn medische informatie en de ict-systemen moeten geschikt zijn.” Ook Wegman wil dit snel gaan oppakken. “Het zal misschien lastiger zijn, omdat je daar met diverse specialismen te maken hebt. Maar ook iedere specialist is verantwoordelijk voor wat er verder in de keten gebeurt. Daar is winst te behalen, om te voorkomen dat patiënten de dupe zijn, omdat hen een betere therapie wordt onthouden.”

Verkeerde medicatie ondervangen
In de toekomst zal ZONH een belangrijke rol kunnen vullen in het kader van scholing en de uitbreiding van het convenant met de tweedelijns. Alle betrokkenen zijn het erover eens dat het convenant en de samenwerking een goede stap in de richting is. “Dat is samenwerking altijd, al weten we natuurlijk niet hoeveel ziekenhuisopnamen de gemaakt afspraken kunnen voorkomen. Maar we hopen natuurlijk wel bijwerkingen van verkeerde medicatie te ondervangen”, benadrukt Wegman.

Corina de Feijter

(Illustratie: Molcay/Shutterstock. Kaartje: GGZ-NHN)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *