Tweede Kamer: Geen lastenverzwaring door Wmcz voor kleinschalige zorgaanbieders

Tweede Kamer: Geen lastenverzwaring door Wmcz voor kleinschalige zorgaanbieders

Datum: 17 september 2018

Kleinschalige zorgaanbieders binnen de eerste lijn moeten niet worden opgezadeld met een grote lastenverzwaring als gevolg van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz). Dat is de voorlopige uitkomst van het debat over het wetsvoorstel Wmcz. Dat melden de LHV en het KNGF op hun website.

In het wetsvoorstel staat dat instellingen waar meer dan tien zorgverleners werkzaam zijn, verplicht worden een cliëntenraad in te stellen. Zeven eerstelijns(branche)organisaties hebben met een brief aan de Tweede Kamer hun zorgen geuit over de lastenverzwaring die dat met zich mee zal brengen voor kleinschalige zorgaanbieders. Ze hebben gezamenlijk gepleit voor een uitzonderingspositie van kleinschalige zorgaanbieders met minder dan vijftig zorgverleners.
ZorgenZ publiceerde hier eerder over: Geen verplichte cliëntenraad voor kleinschalige zorgaanbieders. De organisaties vonden dus gehoor bij de Tweede Kamer. Hun boodschap is goed overkomen, want de positie van de eerste lijn is tijdens het debat uitvoerig aan de orde gekomen.

Praktijkeigenaar is vaak zelf zorgverlener
Tweede Kamerlid Evert-Jan Slootweg (CDA) stipte aan dat in de eerste lijn de praktijkeigenaar in de meeste gevallen vaak zelf de zorgverlener is, en dus direct contact met de patiënten heeft. Dit in tegenstelling tot de aanname van de minister dat zorgaanbieders met meer dan tien zorgverleners vaak een management- of bestuurslaag hebben, waardoor de wensen van de patiënten niet meer via informeel contact bij het bestuur komen. Slootweg: “Levert dit niet juist een enorme extra administratieve belasting op, die ten koste kan gaan van de zorg?”

Regeldruk
Ook zijn collega Aukje de Vries (VVD) vroeg aandacht voor de regeldruk, mede in het kader van (Ont)regel de zorg. “…regelgeving is voor veel zorgprofessionals een grote frustratie. Er wordt vaak gewerkt uit wantrouwen in plaats van vertrouwen.” De Vries wil daarom samen met de minister op zoek naar een oplossing. “Dat zou bijvoorbeeld kunnen door de grens voor de verplichte cliëntenraad op te hogen van meer dan 10 naar meer dan 50 zorgverleners.”

Amendement
Chris Stoffer (SGP) benadrukte dat ook de Raad van State zich negatief heeft uitgesproken over het toepassen van het wetsvoorstel op de eerste lijn. “…niet omdat zeggenschap en inspraak onwenselijk zouden zijn bij eerstelijnsorganisaties, maar omdat de vorm van medezeggenschap, zoals dit wetsvoorstel voorstelt, gewoon niet past bij die organisaties. Ze organiseren inspraak op andere, veel effectievere manieren.” Stoffer heeft vervolgens een amendement ingediend om kleine zorgaanbieders binnen de eerste lijn met 25 of minder zorgverleners uit te zonderen van het wetsvoorstel.

Verder praten
In zijn reactie heeft de minister uitgelegd waarom hij voor de grens van 10 zorgverleners heeft gekozen. “Ik heb gekozen voor 10 omdat ik denk dat ook in toenemende mate die eerste lijn niet meer bestaat uit solitair werkende huisartsen, maar uit groepshuisartsen. Dan moet je naar een getalscriterium zoeken. Dat is nu eenmaal zo.” Toch zouden andere keuzes volgens hem “ook verdedigbaar” zijn. De minister kijkt vooral uit naar de tweede termijn, om “gezamenlijk te kijken of wij tot goede afwegingen kunnen komen.”

In verband met uitloop van het debat is besloten de tweede termijn na de Algemene Politieke Beschouwingen in te plannen. Tijdens de tweede termijn zullen de partijen met de minister verder praten over de positie van kleinschalige zorgaanbieders.

(Foto: Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *