Sandra Zwakhalen: “Essentiële zorg moet op de kaart komen te staan”

Sandra Zwakhalen: “Essentiële zorg moet op de kaart komen te staan”

Datum: 14 oktober 2019

Sandra Zwakhalen: “Verpleegkundigen zijn echte doeners.”

Wassen, aankleden, voeden, mobiliseren, communiceren. Ze maken deel uit van verpleegkundige basiszorg, al eeuwenlang. Toch is er heel weinig bekend over hoe je dat effectief doet. Het onderzoeksprogramma Basic Care Revisited pakte een aantal thema’s op.

“We wilden kennis opleveren die verpleegkundigen helpt bij het maken van keuzen in de zorg: wat werkt wel en wat werkt niet.” Sandra Zwakhalen voert het woord namens het team van verpleegkundig hoogleraren, postdocs, promovendi en verpleegkundig studenten uit Nijmegen, Utrecht en Maastricht. Samen onderzochten ze onderdelen van de verpleegkundige basiszorg ofwel essentiële zorg, zoals die tegenwoordig liever genoemd wordt.

“Essentiële zorg vormt de kern van het verpleegkundig beroep”, vertelt Sandra Zwakhalen. Zij is aan Universiteit Maastricht hoogleraar Verplegingswetenschap, gericht op Geriatrische Zorg Thuis. “Maar lange tijd heeft de nadruk in verpleegkundig onderzoek gelegen op het verlenen van hoogtechnologische zorg in complexe situaties. Als onderzoeksgroep hadden we juist essentiële zorg op het netvlies, in het ziekenhuis, verpleeghuis of thuis en ongeacht de patiëntenpopulatie. Die zorg is essentieel voor de kwaliteit van leven van patiënten, maar is nauwelijks wetenschappelijk onderbouwd.”

Het team zocht thema’s, waarvoor het op basis van eerdere beschrijvende studies, direct vergelijkende onderzoeken kon opzetten. “Daar zijn wassen & aankleden, voeding, mobiliseren en communiceren uitgekomen. We hebben een keuze moeten maken. Want essentiële zorg is bijvoorbeeld ook zorg in de laatste levensfase of zorg voor de toiletgang.’”

Handen op de rug houden
Sandra Zwakhalen noemt als voorbeeld de studie naar het voorkomen van achteruitgang en het bevorderen van herstel in algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Die studie is verricht onder ziekenhuispatiënten en thuiswonende ouderen. “Er is gekeken naar de effecten van Function Focussed Care (FFC). Die werkwijze schoolt en ondersteunt verpleegkundigen er in om taken en zorg niet over te nemen, maar de handen meer op de rug te houden. Bij FFC gaat het er juist om de eigen kracht van patiënten te stimuleren en hen daardoor te activeren, zelfredzamer te maken en hun spierkracht te helpen behouden.”

“Essentiële zorg vormt de kern van het verpleegkundig beroep”

Gedeelde waarde
Ze noemt het als voorbeeld omdat verpleegkundigen tot voor kort sterk geneigd waren mensen hun comfort te gunnen. “Het zijn echte doeners, voor wie het soms moeilijk is om bijvoorbeeld de koffie door een patiënt zelf in te laten schenken. Maar in de procesevaluatie van de studie zagen we dat de houding en manier van werken van FFC beetje bij beetje een gedeelde waarde aan het worden is. Ook bij hbo-v-studenten zie ik dat dit erg gepromoot is als onderdeel van de visie op goed verplegen. Het is een mooi voorbeeld van hoe kennis zich in de praktijk goed verspreidt.”

Vervolg
Dit onderzoek krijgt nu een vervolg binnen een nieuw ZonMw-project: Improving ADL nursing care of long-term care clients. “FFC biedt potentieel maar de effectiviteit ervan is nog onvoldoende aangetoond, daarvoor was de onderzochte groep te klein”, verklaart Sandra Zwakhalen. “We denken wel dat het nodig is om die manier van zorg langdurig in te zetten, bij patiënten thuis of in verpleeghuizen. We gaan in Utrecht, Nijmegen en Maastricht kijken hoe we een programma kunnen maken dat in beide settingen toepasbaar is. Daarmee zijn we onlangs gestart.”

Onderzoek naar wassen zonder water krijgt eveneens een vervolg. “Wassen zonder water is een gelijkwaardig alternatief voor wassen met water, zo blijkt. In Nederland wordt het veelvuldig gedaan. Maar wat opvalt is dat de methode niet optimaal wordt toegepast. Soms blijven er wasdoekjes over, of worden ze koud gebruikt. We gaan op verschillende locaties kijken naar de barrières en hoe goed gebruik te stimuleren is.”

Hoog op de agenda
Ook internationaal is het onderzoek van de Nederlanders opgepakt. “Er zijn verschillende plekken wereldwijd waar deelstudies van Basic Care Revisited worden herhaald of waarmee intensief wordt samengewerkt. Onder meer met Alison Kitson, de Australische grondlegger van het Raamwerk Essentiële Zorg, en haar collega Rebecca Feo. Er lopen tevens soortgelijke projecten in Engeland en Gent. Essentiële zorg staat internationaal hoog op de agenda en wordt verder vormgegeven.”

Olievlek
Wat het programma Basic Care Revisited uniek maakte in zijn opzet, is de samenwerking tussen de hoogleraren, universiteiten, hogescholen en zorginstellingen uit Utrecht, Nijmegen en Maastricht. “Wij vonden dat vanaf het begin noodzakelijk om essentiële zorg op de kaart te kunnen zetten. Je onderzoek kan dan grootschaliger, heeft een sterkere bewijslast en is niet afhankelijk van één locatie.”

Netwerken
Op elke locatie was één hoogleraar actief voor het programma en werkten twee postdocs, die elk aan een ander thema verbonden zijn. “Ik ben zelf vanuit de Universiteit Maastricht als postdoc in het programma begonnen, verantwoordelijk voor het thema communicatie, in samenwerking met Maud Heinen van de Radboud Universiteit. In het programma is een netwerk gecreëerd tussen de postdocs en hoogleraren, die regelmatig in verschillende combinaties overleggen op een centrale plek in het land. Inmiddels zijn er ook behoorlijk wat promovendi in de projecten betrokken, die ook weer een onderling netwerk vormen. Bovendien zijn er bij de deelstudies meer dan 100 hbo-bachelorstudenten verpleegkunde en studenten van verschillende universitaire opleidingen, waaronder van verplegingswetenschap uit Utrecht, betrokken. Zij krijgen begeleiding van een promovendus, postdoc of hoogleraar. Op die manier werkt het als een olievlek: resultaten van het onderzoek bereiken de haarvaten van de opleidingen en vinden hun plek in de praktijk. Hoewel het ook een uitdaging is om regelmatig bijeenkomsten te plannen, af te stemmen en tussendoor te overleggen, zijn de opbrengsten veel hoger dan de investeringen. Het rendement is veel hoger als je met meerdere instellingen samenwerkt. Ik kan het iedereen aanraden!”

Slotbijeenkomst Tussen Weten en Doen
Het project Evidence heeft subsidie gekregen vanuit het programma Tussen Weten en Doen. De afgelopen 9 jaar heeft dat programma gezorgd voor veel beweging in het wetenschappelijk onderzoek voor de verpleging en verzorging.
ZonMw nodigt je van harte uit voor de feestelijke en inspirerende slotbijeenkomst van Tussen Weten en Doen op 1 november 2019 in Utrecht. Dagvoorzitter Inge Diepman maakt samen met alle aanwezigen de balans op. De middag wordt afgesloten met een blik op de toekomst. Meld je aan.

Bekijk hier het cv van Sandra Zwakhalen
Tekst: Annette Wiesman (i.s.m. ZonMw)  Fotografie Studio Oostrum


Dit interview is verschenen in de artikelenreeks van ZonMw-programma Tussen Weten en Doen. Deze reeks geeft een impressie van de onderzoeksresultaten en hoe deze jou als verpleegkundige of verzorgende helpen om je professioneel handelen te blijven ontwikkelen.

Zie op ZorgenZ ook de interviews in deze reeks met:
Gezondheidsonderzoeker Jaap Trappenburg: ‘Wij moeten bedenken hoe we zorginnovaties naar de markt brengen’
Hoogleraar Ouderenzorg Jan Hamers: “De zorg veranderen kan erg uitdagend zijn”
Senior docent Verpleegkunde Betsie van Gaal: ‘Verpleegkundigen hebben belangrijke rol bij e-health’
Programmamanager NURSE-CC AnneLoes van Staa: ‘Zelfmanagement ligt op het snijvlak van ziekte en het dagelijks leven’
Hoogleraar Verpleging en verzorging in de laatste levensfase Anneke Francke: “Ondersteun mensen vooral bij het maken van keuzen”
Hoogleraar Acute Ouderenzorg Bianca Buurman: “We hebben veel meer kunnen doen dan we dachten”
Susanne van Hooft, Hogeschool Rotterdam: Zelfmanagementondersteuning door verpleegkundigen

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *