“S1 en S2 in wijkverpleging niet los van elkaar zien”

“S1 en S2 in wijkverpleging niet los van elkaar zien”

Datum: 23 februari 2015

wijkverpleging_zorgenzOp 19 januari jl. stond op Zorgvisie het bericht dat zorgverzekeraar CZ in zes van de acht Limburgse Parkstad-gemeenten de inzet van wijkverpleegkundigen niet betaalt. Het leidde tot Kamervragen van het PvdA-lid Wolbert. Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) geeft nu antwoord en benadrukt nog eens het integrale karakter van de wijkverpleegkundige zorg.

Van Rijn start de beantwoording met de uitleg over het wijkgericht werken (S1) en de verpleging en verzorging (S2). Deze uitleg stond recent al op Zorgenz. Daarna zegt Van Rijn in het antwoord op de Kamervragen nog eens duidelijk dat het tot de professionele autonomie van de wijkverpleegkundige behoort om, gelet op zijn/haar kennis van het gemeentelijk domein, in te schatten wanneer het inschakelen van het sociale domein noodzakelijk is. Deze taken maken onderdeel uit van de zorgverlening aan de cliënt en behoren daarmee tot de individueel toewijsbare zorg. Deze individuele toewijsbare zorg geleverd door een wijkverpleegkundige is door verzekeraars ook in de zes Parkstad-gemeenten ingekocht en daarmee is de verbinding met het sociale domein gewaarborgd. Op basis van de aanspraken die gelden in de Zorgverzekeringswet en de vormgeving van de bekostiging voor wijkverpleging, zullen de inwoners van de zes Parkstad-gemeenten dus de benodigde zorg zoals omschreven in de aanspraak verpleging en verzorging, wel ontvangen.”

Waarborgen voor gemeenten met kwetsbare wijken?
Wolbert vraagt dan vervolgens welke wijkverpleegkundige zorg die valt in het S1-segment, de Parkstad-gemeenten extra hebben ingekocht als zorgverzekeraars dat nalieten? Zijn er nog andere gemeenten die extra wijkverpleegkundige zorg hebben moeten inkopen? Hoe duidt u deze ontwikkeling?
De toelichting van Van Rijn is de volgende. “Naast de Parkstad-gemeenten zijn er meer gemeenten die er voor hebben gekozen om zelf de zichtbare schakel/wijkverpleegkundige in het sociale wijkteam te bekostigen. Voorheen financierde het ministerie van BZK het programma Zichtbare Schakel. Nu de inzet van de wijkverpleegkundige structureel is geborgd via de aanspraak wijkverpleging in de Zvw, hebben BZK en VWS de beschikbaarheid van de structurele middelen voor de Zichtbare schakel (€ 10 mln. per jaar) heroverwogen. Besloten is om deze middelen voor 2015 t/m 2017 samen te voegen met de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad (GIDS). Gemeenten die deelnemen aan dit stimuleringsprogramma krijgen deze uitkering. Door de Zichtbare Schakel-gelden over te hevelen naar GIDS wordt gewaarborgd dat de middelen blijvend ingezet worden voor bevordering van gezondheidszorg in gemeenten met kwetsbare wijken.”

De beoogde integrale zorg moet geleverd worden
Een andere vraag is of de staatssecretaris kan garanderen dat iedere individuele wijkverpleegkundige die werkt in een wijkteam (segment 1) ook individueel toewijsbare zorg (segment 2) levert? Welke consequenties heeft dat voor het budget voor individueel toewijsbare zorg?
Dit is het antwoord van Van Rijn. “In de nadere regelgeving verpleging en verzorging van de NZa is opgenomen dat een zorgaanbieder die de prestatie wijkgericht werken levert, die prestatie alleen kan declareren indien hij tevens individueel toewijsbare verpleging en verzorging levert en declareert. Aanbieders kunnen dus alleen een contract krijgen voor de prestatie wijkgericht werken (S1) als zij ook individueel toewijsbare zorg (S2) leveren. Er hebben mij ook signalen bereikt dat er aanbieders zijn die een contract hebben voor zowel S1 als S2 maar er toch voor kiezen om wijkverpleegkundigen alleen in te zetten voor wijkgericht werken (S1). Ik vind dit niet wenselijk en heb dit eerder ook al aan partijen aangeven. De komende tijd ga ik wederom met betrokken partijen in gesprek om er voor te zorgen dat er de beoogde integrale zorg geleverd blijft worden. De wijze waarop aanbieders invulling geven aan S1 heeft geen budgettaire consequenties. De representerende verzekeraars hebben een bedrag van €40 mln. beschikbaar voor S1. Het overige budget uit het kader wijkverpleging van ca. €3,1 mld is beschikbaar voor S2.”

Niet ieder sociaal wijkteam van een wijkverpleegkundige voorzien
De laatste vraag van Wolbert luidt: Wat verandert er aankomende jaren bij de inkoop van wijkverpleegkundigen voor sociale wijkteams, nu het budget voor de beschikbaarheid van wijkverpleegkundigen oploopt tot € 200 mln. in 2017?
Verwacht u dat een budget van € 200 mln. voldoende is voor verzekeraars om ieder wijkteam van een wijkverpleegkundige te voorzien, en om te werken aan preventie?
“De investering oplopend tot structureel € 200 mln. vanaf 2017, is bestemd voor de inzet van extra wijkverpleegkundigen. Het doel is niet om elk sociaal wijkteam van een wijkverpleegkundige te voorzien. Zorgverzekeraars blijven in samenspraak met gemeenten bepalen in welk sociale wijkteams de grootste toegevoegde waarde wordt verwacht van de inzet van een wijkverpleegkundige. De samenhang met het sociale domein is in alle wijken gewaarborgd is, doordat het tot de professionele autonomie van de wijkverpleegkundige behoort om gelet op zijn/haar kennis van het gemeentelijk domein, in te schatten wanneer het inschakelen van het sociale domein noodzakelijk is. Dit gebeurt niet uitsluitend in het sociale wijkteam.”

(Foto: Goodluz/Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *