Regie ontbreekt nog bij Bewegen op Recept

Regie ontbreekt nog bij Bewegen op Recept

Datum: 7 september 2017

Bewegen op Recept heeft aantoonbaar effect. Er zijn kwetsbare mensen die deze interventie verdienen. Zorgprofessionals in de eerste lijn kunnen verwijzen naar een passend beweeg- en sportaanbod. Waarom wordt Bewegen op Recept nog niet vergoed? Wie voert de regie en welke partij neemt de verantwoordelijkheid? Prangende vragen die gesteld werden tijdens de eerste landelijke kennisdag Bewegen op Recept in Nieuwegein. Goede data, meer bewijsvoering en een slimme politieke lobby zijn nodig.

De eerste lijn kan een prima aanjager zijn van Bewegen op Recept. Enthousiaste buurtsportcoaches en zorgverleners weten elkaar goed te vinden. Maar de praktijk laat knelpunten zien, zoals Ton Bothoff, directeur van onder meer SportID, direct bij aanvang van de dag verwoordde. “De diëtist zit wel in een zorgprogramma en wordt vergoed, maar een beweegadvies niet, terwijl het effect daarvan voor de deelnemer veel groter is. Ook is de verantwoordelijkheid voor kwetsbare groepen slecht belegd. Vraag en aanbod komen lang niet altijd niet goed samen. Meer samenwerking tussen de domeinen is de oplossing.”

We worden steeds ouder én ongezonder
Volgens Carl Verheijen, directeur van het Institute for Positive Health (IPH), past bewegen prima bij Positieve Gezondheid. “We staan voor een dubbele uitdaging: we worden steeds ouder én ongezonder. De zorgkosten stijgen weer.” Eenvoudige dingen helpen, zoals wandelen in de middagpauze. Je bent daarna twintig keer effectiever doordat je een betere hersencapaciteit hebt.
Er moet iets veranderen in de zorg: we moeten niet langer verrichtingen financieren, maar uitkomsten en resultaten. Niet meer afvinken, maar meer autonomie voor de professional. Dat betekent een ander gesprek met de patiënt, andere vragen en een ander aanbod.

Zingeving en ergens bijhoren heeft positief effect
Het helpt als mensen een doel hebben in hun leven en het gevoel dat ze ergens bijhoren. Verheijen prees het initiatief van de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen met diabetes samen met zorg- en sport & beweegprofessionals actief gaan wandelen. Het groepsgevoel, erbij horen en het samen tot een prestatie komen, draagt, naast het actief wandelen, ook bij aan de positieve effecten van de Diabetes Challenge. “Dit sluit prima aan bij Positieve Gezondheid. Het gaat om een blijvende gedragsverandering, met minder kosten en meer effect.”
BOR past goed bij Positieve Gezondheid. “Dat is een ander aanbod dat beter aansluit bij dat andere gesprek. Kom in beweging, letterlijk en figuurlijk.” Verheijen meldde dat geprobeerd wordt om leefstijlinterventies, gekoppeld aan de huisarts en fysiotherapie, vergoed te krijgen in de aanvullende verzekering. Mogelijk is dit ook een kans voor financiering van BOR in de eerste lijn.

Laat je niet misleiden door lichaamsgewicht
Professor Dick Thijssen van de Radboud Universiteit doet onderzoek naar de relatie tussen bewegen en cardiovasculaire aandoeningen. Hij wierp een ander licht op het belang van je fit voelen en bewegen. Hij legde uit waarom inspanning goed is. Het gaat niet zozeer om een gezond gewicht, maar om het vetweefsel rond de organen. “Laat je niet misleiden door het lichaamsgewicht. Sommige mensen vallen niet af als ze gaan trainen. Maar hebben wel lagere bloedsuikerwaarden of een lager cholesterol. En minder vetweefsel rond hun organen en dat is belangrijk, ook al is het lastig te meten. Het heeft een positief effect op hun gezondheid. Veel artsen weten dit niet en zeggen dan: heeft u wel getraind?”

Voldoende staan en bewegen belangrijk voor je gezondheid
Het blijkt dat mensen veel te veel zitten: gemiddeld 8,5 uur per dag, maar dit kan bij een ‘kantoorbaan’ oplopen tot wel 12 uur per dag. Zitten is het nieuwe roken en leidt onafhankelijk van wel of niet sporten tot een hoger risico op hart- en vaatziekten. Elke halfuur even opstaan heeft al een positief effect op dit risico. Dus niet alleen sporten, maar ook voldoende staan en bewegen is belangrijk voor je gezondheid.

Regionaal netwerk in Achterhoek
In de Achterhoek is met hulp van de ROS ProScoop een regionaal multidisciplinair preventief netwerk Bewegen en Zorg opgezet, gericht op kinderen met overgewicht. Ronald van Tol vertelde over de totstandkoming van dit netwerk. In acht gemeenten wordt BOR ingezet en weten de betrokken professionals wie wat doet omdat ze daar werkafspraken over hebben gemaakt. En er is een regisseur.
Zijn advies: het is een proces en geen project. De werkgroep moet multidisciplinair zijn en de eigen houding tegenover en opvatting over samenwerking is bepalend. In de zaal vroegen sommigen zich af hoe je het voor elkaar krijgt om huisartsen en fysiotherapeuten gedurende acht maanden te laten meedenken en meepraten.

Leefstijlinterventie vergoeden vanuit aanvullende verzekering? Mogelijk ook kans voor financiering BOR in de eerste lijn

Monitoren van effecten: hoe doe je dat?
Het monitoren van de effecten van een lokale aanpak is belangrijk. “Om zicht te krijgen op de succes- en faalfactoren, de aanpak te verbeteren, draagvlak te creëren, succes te delen en invloed uit te oefenen op beleidsmakers, zodat de duurzaamheid van BOR kan worden verhoogd”, aldus Dorine Collard van Het Mulier Instituut, het Nederlandse onderzoeksinstituut op het gebied van sport en sportief bewegen.
Maar hoe doe je dat? Collard benadrukte om niet alleen de uitkomsten te monitoren, maar ook het proces. Met wie heb je samen gewerkt? Hoe is dat gegaan? Het is ook belangrijk om samen van tevoren goed af te spreken wat je wilt bereiken en welke doelen je hebt. Wat wil je weten? Het wiel hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden, er zijn diverse standaard vragenlijsten in omloop die geschikt zijn voor monitoring.
Een van de workshopdeelnemers merkte op dat bewegen niet per se een doel op zich is. “Het kan ook belangrijk zijn voor iemand om zich energieker te voelen of om meer sociale contacten op te doen.”

Advies: stevige lobby op politiek niveau met bewijs dat BOR werkt
“Er is steeds meer bewijsvoering voor de effecten van BOR. Ook wethouders zien de meerwaarde ervan. Vandaar ook dat in bijna alle gevallen BOR alleen door de gemeenten wordt gefinancierd. Terwijl een deel van de opbrengst van BOR hoogstwaarschijnlijk in de zak van de zorgverzekeraar komt. Toch wordt een beweegadvies niet standaard via de zorgverzekering vergoed. Dat is een politieke keuze. Het klopt dat er geen regievoering is”, beaamt Mariken Leurs, hoofd van het centrum Gezondheid en Maatschappij van het RIVM, ter afsluiting.
Het advies: zoek elkaar op en benut de kansen binnen de bestaande regelgeving. Maar een stevige lobby op politiek niveau, met voldoende bewijs dat BOR werkt, is ook aan te raden.

Buurtsportcoach nog onvoldoende bekend bij zorgprofessionals
André de Jeu, directeur van de verenging Sport en Gemeente, merkte op dat de praktijk van BOR laat zien dat het vooral draait op persoonlijk gedreven mensen. “Op best persons en niet op best practices. Hoe sterk is de borging dan? De buurtsportcoach is een cruciale spin in het web en verbindt zorg met het lokale sport & beweegaanbod, maar wat de buurtsportcoach kan, hoe hij is opgeleid en wat hij doet, is vaak nog onvoldoende bekend bij de zorgprofessionals. Kortom: er kan al heel veel, maar we zijn er nog te weinig in geslaagd om uit te leggen dat dit een goed instrument is. Dat is wel nodig willen we huisartsen en fysiotherapeuten verleiden BOR in te zetten.”

Corina de Feijter

(Foto’s: SportID Nieuwegein en Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *