Geen toename psychische hulpvragen bij huisarts en POH-GGZ
Datum: 25 juli 2017Sinds de invoering van de basis-GGZ worden mensen met lichte psychische klachten en sociale problemen in de huisartsenpraktijk gezien door de huisarts en/of POH-GGZ. Alleen patiënten met een psychische stoornis worden doorverwezen naar de generalistische basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ. Het NIVEL monitort de hulpvraag van psychische en sociale aard in de huisartspraktijk.
Met de invoering van de basis-GGZ is de ondersteunende capaciteit in de huisartspraktijk vergroot. Huisartsen konden al sinds 2008 een praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ) in dienst nemen, de mogelijkheden daartoe zijn vanaf 2014 uitgebreid. Inmiddels is in bijna 90% van de huisartsenpraktijken een POH-GGZ werkzaam.
Twee factsheets
Het NIVEL heeft de uitkomsten van de monitoring van de jaren 2011-2016 vastgelegd in een factsheet over de hulpvraag in de huisartsenpraktijk en een factsheet over de inzet van de POH-GGZ. Meest opvallend daarbij is dat het aantal contacten bij de huisarts en praktijkondersteuner GGZ van mensen met psychische of sociale problemen tot 2015 een sterke stijging kende, maar in 2016 niet verder is toegenomen.
Praktijkondersteuner ziet meer vrouwen en jongvolwassenen
KNMG heeft recentelijk een rapport uitgebracht over de generalistische basis-GGZ, met daarin veel informatie over de POH-GGZ. Zie het artikel van ZorgenZ hierover. In de factsheets van het NIVEL staan enkele aanvullende gegevens.
Zo blijkt dat de POH-GGZ zich sterk richt op patiënten tussen 18 – 44 jaar en tweederde van de patiënten is vrouw. In vergelijking met de huisarts ziet de praktijkondersteuner GGZ relatief weinig 65-plussers en kinderen. De POH-GGZ richt vooral op behandeling van angst, stress, depressie en relatieproblemen. De huisarts heeft relatief meer te maken met mensen met overactieve kinderen, concentratieproblemen, slaapproblemen, alcoholverslaving en persoonlijkheidsstoornissen.
Lange consulten
Bij de huisarts wordt er bij psychische of sociale problematiek vaak een lang consult gedeclareerd. Bij de POH-GGZ is een lang consult bijna het “standaard”-contact: 80% van deze contacten hebben betrekking op consulten van meer dan twintig minuten.
Plafond bereikt?
Het aantal contacten per 1000 ingeschreven patiënten bij de huisarts is tot 2015 toegenomen met 30% ten opzichte van 2011. In 2016 is er sprake van een lichte teruggang. Bij de POH-GGZ is het aantal contacten per 1000 patiënten in 2015 meer dan het zesvoudige van het aantal in 2011. Echter: ook dit loopt in 2016 terug. Daarmee lijkt van de vraag naar psychische hulp aan plafond te zitten. Het NIVEL verwacht dat met de inzet van de POH-GGZ bij 90% van de huisartsenpraktijken het verzadigingspunt mogelijk is bereikt.
(Foto: Shutterstock)