Proeftuinen hebben bewezen dat het kan

Proeftuinen hebben bewezen dat het kan

Datum: 30 januari 2018

In de proeftuinen is geëxperimenteerd met vrijwillige maar niet-vrijblijvende samenwerking

In Nederland zijn sinds 2013 verschillende initiatieven gestart om zorg en ondersteuning op regionaal niveau anders vorm te geven, de zogeheten proeftuinen populatiemanagement. Het zijn er negen, die onlangs zijn afgerond. Welke ervaringen zijn opgedaan? Hoe gaan we verder met deze proeftuinen? Binnenkort komt het RIVM op verzoek van VWS met een eindevaluatie. ZorgenZ maakt de balans alvast op.

In 2013 heeft Edith Schippers, de toenmalige minister van VWS, negen regio’s benoemd tot proeftuinen ‘Betere zorg met minder kosten’. Het gaat om regionale samenwerkingsverbanden van aanbieders van zorg en welzijn, zorgverzekeraars, patiëntvertegenwoordiging en andere partners. Zo af en toe kwam er nieuws naar buiten over wat de betrokken zorgverleners en bestuurders samen voor elkaar kregen. Bijvoorbeeld over het verplaatsen van ziekenhuiszorg naar de eerste lijn (Blauwe Zorg in Limburg), het anderhalvelijns centrum Sûnenz in Drachten. (Vitaal en actief oud worden in Friesland), of over de Pluspraktijken in Limburg (Positieve Gezondheid in proeftuin MijnZorg).

Tussenstand: resultaten boeken is zaak van lange adem
In 2015 verscheen er een rapportage over de proeftuinen van het RIVM. Caroline Baan, hoofd van de afdeling Kwaliteit van Zorg en Gezondheidseconomie van het RIVM en professor Integrale Gezondheidszorg in Tilburg, zei in een interview op ZorgenZ dat de proeftuinen hun eigen accenten leggen in hun programma’s en interventies. De samenwerking is verbeterd, maar kan nog altijd beter. Er waren nog veel onduidelijkheden, over de shared savings bijvoorbeeld. Baan concludeerde ook dat de proeftuinen veel tijd kosten.

Een avantgardistische aanpak
Op het departement van VWS werd onlangs een bijeenkomst gehouden over de proeftuinen. Een van de deelnemers was Wiro Gruisen, manager regioregie bij CZ en sinds de start betrokken bij de proeftuinen in Limburg en Brabant. “De proeftuinen zijn bottom-up gestart. Zorgvragers, zorgverleners en de zorgverzekeraar, de zorgdriehoek, hebben regionaal hun schouders eronder gezet en hebben samen de verantwoordelijkheid genomen om te kijken hoe ze betere, betaalbare zorg kunnen realiseren. Deze regionale en integrale aanpak lijkt nu heel vanzelfsprekend, als je bijvoorbeeld kijkt naar de huidige beleidskoers van de NZa, maar was destijds eigenlijk avantgardistisch. We hebben in de proeftuinen geoefend met vrijwillige, maar niet-vrijblijvende samenwerking, met allianties smeden en werken vanuit gedeelde kernwaarden”, kijkt hij terug. “We hebben een andere invulling gegeven aan onze rol als verzekeraar als inkoper van zorg. Niet zozeer het accent leggen op het scherp inkopen van zorg, maar op het slimmer inkopen, met duurzame resultaten.”

Heb oog voor complexe problematiek
Gruisen benadrukt dat we te maken hebben met lastige problematiek en uitdagingen als vergrijzing en ontgroening. “Simpele oplossingen voor complexe problemen werken niet. We moeten echt oog hebben voor de problematiek in de volle breedte: het gaat om een andere attitude bij zorgverleners die steeds specialistischer werken, én om het verbeteren van de samenwerking én het empoweren van burgers. Dat is allemaal nogal wat. De projecten uit de proeftuinen zijn vooral een middel om zaken anders en beter te doen.”

CZ is betrokken bij een aantal geslaagde projecten in de proeftuinen, zoals het inzetten van e-health en een nieuwe wijze van financiering van de zorg bij thuiszorgorganisatie MeanderGroep in Zuid-Limburg: Triple aim in de thuiszorg. De thuiszorgorganisatie krijgt een vast bedrag per cliënt en wordt niet meer betaald per uur geleverde zorg. De zorgverlener bepaalt met de cliënt welke zorg en hoeveel zorg passend is. Hoe meer inzet op zelfredzaamheid, hoe meer de klant zelf de regie kan houden over zijn of haar eigen leven. “Ook wordt e-health steeds meer ingezet. Cliënten worden bijvoorbeeld via medicatiebegeleiding op afstand eraan herinnerd dat ze hun medicijnen moeten innemen, er hoeft geen medewerker meer langs om dat te doen. Hier zien we heel duidelijk dat ook de zorgverleners zelf de vruchten plukken van een andere klantbenadering en een andere financieringsvorm, waarover we met deze organisatie afspraken hebben gemaakt.”

Kernprincipes regionale samenwerking
Hoe verder? CZ gaat door met de proeftuinen, of beter gezegd: met de integrale aanpak. “VWS kan ons daarbij ondersteunen, maar het vergt tijd en uithoudingsvermogen.” Volgens Gruisen is het belangrijk om duidelijk te krijgen wat succesfactoren zijn, wat bijvoorbeeld de kernprincipes zijn van regionale samenwerking. Het RIVM heeft daar vorig jaar een artikel over gepubliceerd.

Twee praktijkvoorbeelden waar CZ bij betrokken is:
Niet elke diabetespatiënt is hetzelfde
Zelfstandigheid is wat de meeste mensen zelf willen

Nog geen betaaltitel voor shared savings
Ook Michèle van den Bragt, werkzaam bij Robuust als programmamanager MijnZorg, bezocht de bijeenkomst bij VWS. “We hebben gesproken over onze ervaringen, dilemma’s en knelpunten waar we tegenaan zijn gelopen als het gaat om bijvoorbeeld het delen van gegevens, de bekostiging van populatiemanagement en de regelgeving.”
Van den Bragt noemt een concreet voorbeeld: “Het lukt nog wel om een kleinschalig regionaal initiatief door diverse organisaties betaald te krijgen. Maar de bezwaren stapelen zich op als bij gebleken succes de fase aanbreekt van opschaling. Dan lopen we aan tegen grenzen in de regelgeving en in de financiering. Er is bijvoorbeeld nog steeds geen betaaltitel voor de gerealiseerde shared savings.”

“Door zorg anders en efficiënter in te richten, houden professionals meer tijd over voor de patiënt.”

Preventie is een ander onderwerp: dat is dikwijls nog geen verzekerde zorg. Maar iedereen is het erover eens dat er meer geïnvesteerd moet worden in preventie, omdat dat mensen gezonder houdt en zorguitgaven op termijn voorkomt. “VWS kan inzetten op preventie meer belonen, was de boodschap.” Er moet een beweging ontstaan van wachtkamer na ar huiskamer, zorg zo dicht mogelijk bij de patiënt.

Accepteer durven experimenteren als werkwijze
In de proeftuinen is geëxperimenteerd met samenwerken. “We zijn koplopers, gepassioneerde visionairs. Durven experimenteren zou als werkwijze gewoon geaccepteerd moeten worden. De proeftuinen laten zien dat het mogelijk is om de zorg te veranderen. We moeten het samen beter kunnen doen. Zet alle goede voorbeelden in de etalage, voor degenen die zeggen dat dit bij hen niet kan”, aldus Van den Bragt.

Vooroplopen niet altijd gemakkelijk
We zijn nu een paar jaar verder. Hoe kijkt Erik Gerritsen, secretaris-generaal bij VWS er tegenaan? “Het meest is me de energie en passie bijgebleven, waarmee de mensen van de proeftuinen aan de slag zijn gegaan de afgelopen jaren. Uit de bijeenkomst blijkt des te meer dat vooroplopen niet altijd makkelijk is, maar dat, als we samen nog bestaande problemen afpellen, er vaak niet veel op te lossen blijft. En blijft er wel wat over dan kan VWS, mits er een concreet voorstel ligt, een handje helpen.”

Maar in welke vorm doorgaan?
Ga door, zegt Gerritsen. “De beweging die de proeftuinen maken om de zorg op de juiste plek aan te bieden, is de beweging die we vanuit VWS willen ondersteunen en waar we met z’n allen naartoe willen. De proeftuinen kunnen als spiegel dienen voor de regio’s die het niet doen.” Hij roept op om de initiatieven aan te melden bij de taskforce Zorg op de juiste plek.
De proeftuinen moeten volgens hem niet stoppen, maar in welke vorm ze doorgaan is nog niet helemaal duidelijk. “Daarom ga ik ook graag verder in gesprek met de proeftuinen, om met elkaar te bespreken hoe we de energie kunnen vasthouden en de beweging verder kunnen stimuleren.”

“De proeftuinen kunnen als spiegel dienen voor degenen die het niet doen.”

Professionals: maak gebruik van de innovaties uit proeftuinen
Gerritsen vervolgt: “We staan voor een aantal grote uitdagingen in de zorg. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, is het van belang dat men elkaar weet te vinden in de regio en over de domeinen heen. Door de zorg anders, efficiënter in te richten houden professionals meer tijd over voor de patiënt, door net als in de proeftuinen gebruik te maken van verschillende innovaties. Voordat hier de vruchten van geplukt kunnen worden, moet er geïnvesteerd worden. Dit kost tijd, moeite en geld, maar zorgt er uiteindelijk voor dat de professionals met meer plezier het werk kunnen doen waarvoor ze zijn opgeleid.” Hij hoort het graag als mensen tegen knelpunten aanlopen. “Maar ik waarschuw jullie alvast: ‘het kan’. Dat hebben de proeftuinen al bewezen.”

Meer informatie
Hier vindt u een beschrijving van de proeftuinen
Hier vindt u informatie over proeftuinen die werken met triple aim

Eerder publicaties over de proeftuinen op ZorgenZ:
Gepersonaliseerde zorg verlenen met big data verbetert behandelrelatie
Goed Leven: doelmatig voorschrijven medicatie
Positieve Gezondheid bij proeftuin Gezond Leven
MijnZorg en Anders Beter

Corina de Feijter

(Foto: Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *