Preventie: van goede bedoelingen naar resultaten

Preventie: van goede bedoelingen naar resultaten

Datum: 27 maart 2016
amsterdamse_aanpak_gezond_gewicht_zorgenz

Beeld uit de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht van Jan Paddenburg. Een project dat door Schippers en Van Rijn als goed voorbeeld van preventie wordt aangehaald.

Minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn hebben een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over preventie. In maar liefst elf (!) A-viertjes gaan ze in op het belang van preventie. Voorkomen is beter dan genezen, schrijven ze. “Deze ‘tegeltjeswijsheid’ gaat op voor iedereen en hierbij is dan ook inzet van iedereen nodig. De overheid kan hier niet alleen voor zorgen.”

Ze stellen dat de samenleving moet ‘ontzorgen’: de beweging maken van nazorg naar voorzorg. Daarvoor is een integrale aanpak nodig, vanuit onderwijs, werk, buurt en zorg. “Lokale oplossingen vragen om lokale kennis en vaardigheden. De rol van de landelijke overheid is ondersteunend. Samenwerking tussen die domeinen is dus noodzakelijk, maar in de praktijk vaak lastig.”

Domein-denken en ingesleten uitvoeringspatronen
Preventie is geregeld in vijf(!) wetten. “Alhoewel de verantwoordelijkheden wettelijk duidelijk zijn geregeld, bestaat er onduidelijkheid bij het invullen van die verantwoordelijkheden. Veel wetgeving is net nieuw en nog niet volledig uitgekristalliseerd”, schrijven de bewindslieden. “Er zijn veel goede initiatieven. Maar er is ook sprake van domein-denken en ingesleten uitvoeringspatronen. Het aanbod aan preventieactiviteiten is gefragmenteerd. Een groot deel is aanbodgericht en de burger wordt er nog weinig bij betrokken.” Ze onderkennen dat  nieuwe preventieactiviteit vaak wordt opgezet dankzij gepassioneerde trekkers. “Maar continuïteit vergt structurele financiering en blijvend commitment.”
In de brief gaan beiden in op goede voorbeelden als Zelfzorg Ondersteund, SamenOud en  Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht. Deze voorbeelden zien ze als een “topje van een groeiende ijsberg met een enorm potentieel aan initiatieven onder water.”

Drie belangrijke knelpunten
Ze stellen dat er veel mogelijk is binnen het huidige stelsel, mede dankzij decentralisatie en veranderingen in de bekostiging van huisartsenzorg en wijkverpleging. “Samenwerking tussen de gemeenten en zorgverzekeraars is een absolute voorwaarde om vooruit te komen. Ze hebben een gezamenlijke agenda op het gebied van preventie. We moeten niet te ongeduldig zijn, dit soort processen heeft tijd nodig.”
Tegelijkertijd constateren ook ze drie belangrijke knelpunten voor preventie:
1. Onduidelijkheid over het invullen van verantwoordelijkheden.
2. Samenwerking is niet eenvoudig.
3. De baten en kosten van preventieactiviteiten kunnen neerslaan in verschillende domeinen.

Vijf maatregelen
Schippers en Van Rijn erkennen dat preventie niet eenvoudig is. “Het is ingewikkeld om voor de diverse risicogroepen alle knopen te ontwarren. Er is veel doorzettingsvermogen nodig om aan de slag te gaan en het vol te houden. Er is niet één oplossing voor alle knelpunten en er moet steeds gezocht worden naar lokale maatwerkoplossingen.” Ter ondersteuning komen ze met vijf maatregelen voor de komende vijf jaar.
– Stimuleren: het belang van preventie voor risicogroepen benadrukken.
– ‘Eerste hulp bij preventie’. Er komt een digitaal loket & een preventieteam. Bij het digitaal loket kunnen partijen terecht voor informatie. Evenals met vragen over het opzetten van preventieactiviteiten voor risicogroepen en de mogelijkheden voor structurele borging: hoe en onder welke voorwaarden kunnen activiteiten worden gefinancierd? Het preventieteam bestaat uit ambtenaren van VWS en andere deskundigen. Zij kunnen mogelijke knelpunten oplossen, door informatie te verschaffen, verbindingen te leggen en goede voorbeelden te tonen.
– Het faciliteren van het sluiten van preventiecoalities.
– Financiële ondersteuning. Voor activiteiten die niet vallen onder de Wpg, Zvw, Wmo, Wlz of Jeugdwet maar die wel noodzakelijk zijn om het project van de grond te krijgen. Financiële ondersteuning is alleen mogelijk op basis van cofinanciering door gemeente en zorgverzekeraar, waarbij het rijk maximaal een derde deel bijdraagt. Een belangrijke voorwaarde is dat de activiteiten zichzelf uiteindelijk in stand kunnen houden. De financiële ondersteuning is voor maximaal vijf jaar.
– Evaluatie. Na drie jaar volgt een evaluatie. Daarbij wordt bezien of er meer preventieactiviteiten voor risicogroepen zijn, of deze activiteiten substantieel zijn en levensvatbaar en wat de resultaten zijn in gezondheidswinst.

Belang van technologie
Schippers en Van Rijn wijzen tot slot in hun Kamerbrief op het belang van technologie voor preventie. “Verandering in leefstijl valt niet af te dwingen, dat moeten we ook niet willen, maar het kan mensen wel makkelijker worden gemaakt. Technologie en slimme innovaties geven mensen de mogelijkheid om gezond te blijven.”

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

1 Comment

  1. Dus..niet langer bezuinigen op Welzijnsorganisaties maar deze nu eindelijk eens de kans geven te doen wat zij moeten doen en waar zij goed in zijn; informele zorg en voorliggende voorzieningen verbinden!

    Post a Reply

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *