Overheidsbeleid moet zorginnovaties bevorderen

Overheidsbeleid moet zorginnovaties bevorderen

Datum: 18 mei 2017

Innovatie is van belang voor de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van onze gezondheidszorg. Echter: brede implementatie van innovaties komt onvoldoende tot stand. En die is absoluut noodzakelijk om de kansen die gepaard gaan met de toenemende technologie te kunnen benutten. Wat is het meest effectieve overheidsbeleid om de totstandkoming van doelmatige innovaties in de zorg en de implementatie daarvan te bevorderen?

Dit is tegelijk de centrale vraag van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) ‘Vernieuwing in de zorg, zorg voor implementatie’. Staatssecretaris Van Rijn heeft dit rapport medio mei aan de Tweede Kamer aangeboden.

VWS is verantwoordelijk voor het bevorderen van het innovatieklimaat en innoverende bewegingen in gezondheid, zorg en ondersteuning, zo staat in het rapport. IBO definieert innovatie als “het proces waarmee ideeën op een nieuwe manier in waarde worden omgezet. Waarbij zorginnovaties doelmatig zijn als deze bijdragen aan de drie kerndoelen voor de zorgsector, de zogeheten ‘triple aim’.

Drie typen innovatie

IBO maakt voor innovatie in de zorg onderscheid in drie typen:
1. Productinnovatie: nieuwe medicijnen, technologieën, preventie- en behandelmethoden e.d.
2. Procesinnovatie: een middel om het primaire proces te verbeteren
3. Systeeminnovatie: prikkels vanuit de overheid om de houdbaarheid van het systeem te verbeteren (en dat kan ook betekenen: het bevorderen van product- en procesinnovatie).

De IBO-werkgroep stelt dat Nederland uitblinkt in productinnovaties. De grootste knelpunten liggen in het opschalen van kansrijke innovaties en het implementeren van de daarvoor benodigde procesinnovaties. In het IBO-rapport ligt de nadruk daarom op de proces- en systeeminnovatie.

Drie beleidsvarianten

De werkgroep noemt drie beleidsvarianten om adequaat te kunnen inspelen op de maatschappelijke en technologische trends. Het gaat om samenhangende maatregelen, die elk vanuit een verschillende invalshoek de opschaling van innovaties in de zorg bevorderen. De varianten sluiten elkaar niet uit en kunnen elkaar zelfs aanvullen. Deze zijn:
1. De faciliterende overheid, waarbij de maatregelen voortbouwen op het vigerende beleid. In deze variant komen met name maatregelen aan bod die aansluiten op het beleid en die zonder veel aanvullende inspanningen kunnen worden genomen. Deze maatregelen zijn gericht op het verbeteren de werking van het zorgstel in de praktijk.
2. De stimulerende overheid. Met een stimulerende rol van de Rijksoverheid, opdat partijen in de zorg de opschaling actiever oppakken. Het gaat om maatregelen die een extra inspanning vereisen, door bijvoorbeeld belemmeringen voor opschaling weg te nemen en innovatie via prikkels te stimuleren.
3. De interveniërende overheid. De overheid neemt het voortouw en laat bij systeemkeuzes het opschalen van innovatie een leidend element zijn. Deels door de dynamiek in het zorgstelsel ingrijpend te versterken. Deels door gerichte ingrepen die de keuzevrijheid op mesoniveau juist verminderen. Hiermee bevordert de overheid de toepassing van innovaties en het afbouwen van achterhaalde praktijken.

Vervolg

En wat het gaat worden? Van Rijn merkt in zijn brief aan de Tweede Kamer op dat een volgend kabinet hierover een standpunt zal innemen. Dit gedegen document kan daarbij zeker een goede rol vervullen.

Tekst: Gerda van Beek

 

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

1 Comment

  1. Da’s allemaal heel mooi, aardig en vooral duur geformuleerd maar als puntje bij paaltje komt dan geeft de overheid en de zorgverzekeraar (nog) niet thuis. Lees deze week Medisch Contact (nummer 20) over een aantal enthousiaste huisartsen uit Noord Holland die gefrustreerd raken wanneer hun plannen tot innovatie in stroperigheid bij de zorgverzekeraar verzanden (‘innovatieprojecten stranden in bureaucratie’).
    Zelf ken ik deze weg ook en heb ik ervoor gekozen ‘het substitutiepad’ zonder medewerking (lees: tegenwerking) van de zorgverzekeraar te bewandelen. Het is vervelend als zorgverlener van goede wil (en die zijn er veel!) te merken dat theorie (van overheid en z’verzekeraar) en praktijk nog mijlenver uit elkaar liggen.

    Post a Reply

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *