“Ouderen zijn experts die het verdienen om als zodanig te worden ingezet”

“Ouderen zijn experts die het verdienen om als zodanig te worden ingezet”

Datum: 6 september 2016

pien_van_langen_zorgenzVolgens Pien van Langen moeten we niet bang zijn voor ouderdom en (eventuele) aftakeling. De kunst is juist er liefdevol mee om te gaan. Dat vergt alleen wel een andere opzet van de ouderenzorg, met zo weinig mogelijk wet- en regelgeving die niet restrictief maar juist uitdagend werkt. “Oud zijn of oud worden is niet per definitie alleen maar zielig.” Zorgenz neemt dit interview met de projectleider Ouderenzorg van het landelijk ROS-netwerk over van BeterOud.nl.

In 2006 rondde Pien van Langen haar master Medische Antropologie en Medische Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) af met een onderzoek naar ‘de gehybridiseerde ruimte in de verpleeghuispraktijken’. Tien jaar later lijkt haar scriptie ‘Een smeltkroes in het verpleeghuis’ enigszins gedateerd, maar niets is minder waar. “Dat grootschalige verpleeghuizen en masse zouden verdwijnen, had ik wel verwacht”, beaamt Van Langen. “De hybridisering van de zorg is alleen maar verder toegenomen. Zeker hier in Amsterdam, waar veel ‘witte’ ouderen worden geholpen door ‘gekleurde’ verzorgenden niveau 2 en 3. Als ik nu een scriptie mocht schrijven? Dan onderzocht ik hoe we ouderenzorg in onze multiculturele samenleving zo kunnen inrichten dat alle ouderen op een mooie manier oud worden, vanuit de gedachte: met elkaar, voor anderen.”

Bed in de buurt
Deze uitspraak tekent de betrokkenheid van de directeur van de Regionale Ondersteuningsstructuur (ROS) 1ste lijn Amsterdam – tevens projectleider Ouderenzorg van het landelijk ROS-netwerk en bestuurslid van de Stichting Palliatieve Thuiszorg (PaTz). Samen met haar ROS-collega’s in het land zet Van Langen zich in voor goede zorg in de buurt, voor alle Nederlanders. En wel door zorgprofessionals in de eerste lijn te adviseren, inspireren en ondersteunen. Dat ouderenzorg daarbij een belangrijk speerpunt is, mag duidelijk zijn.

Van Langen: “Er komen steeds meer ouderen, dus ook steeds meer kwetsbare ouderen. Die wonen langer thuis, doen in toenemende mate een beroep op zorgprofessionals in de eerste lijn. De eerstelijns zorg – met onder meer huisartsen, apothekers, fysiotherapeuten en wijkverpleging – vormen samen een stevig huis, maar door structurele overbelasting piept en kraakt de basis soms gevaarlijk. Een voorbeeld? Nogal wat ouderen hebben vroeg of laat een bed buiten de deur nodig, al is het maar voor even. Door de focus op zelfredzaamheid en eigen regie lijken we nut en noodzaak van extramurale opvang te zijn vergeten; een bed in de buurt is steeds lastiger te vinden. Extra werk aan de winkel dus voor de eerste lijn.”

Korte lijntjes, kleine verbanden
Met het loslaten van oude verbanden en vertrouwde structuren is de complexiteit van de ouderenzorg toegenomen, merkt Van Langen. “Veel ouderen zien door de bomen het bos niet meer, net als veel zorgprofessionals trouwens. De enorme keuzevrijheid maakt kiezen vaak alleen maar moeilijker. Ook de verschillende financieringspotjes zorgen voor verwarring in wie wat betaalt en wie waarvoor in aanmerking komt. Verder worden door toenemende bezuinigingen middelen duurder en dus schaarser. Tel daar het verdwijnen van de (oren en de ogen van de) huishoudelijke hulp en de veranderde buurtcohesie bij op, dan begrijp je dat ouderen gebaat zijn bij korte lijntjes en kleine, logische verbanden.”

Van Langen ziet dan ook veel heil in wijkzorgnetwerken, waar brede huisartsenzorg, wijkverpleegkundige ondersteuning en een gezonde dosis welzijn elkaar versterken. “Mooi voorbeeld vind ik ‘Welzijn op recept’. In dit initiatief trekken huisartsen en welzijnscoaches samen op om onder meer ouderen met psychosociale problemen te helpen, bijvoorbeeld via passende activiteiten in de buurt, sport of vrijwilligerswerk. Bijkomend voordeel is dat deelnemers sneller in beeld komen bij andere disciplines, zoals het maatschappelijk werk, de schuldhulpverlening en de informele zorg.”

“Ook de verschillende financieringspotjes zorgen voor verwarring in wie wat betaalt en wie waarvoor in aanmerking komt.”

Dappere Patiënt
In die bereikbaarheid van de (kwetsbare) oudere ligt een mooie uitdaging voor de ouderenzorg van nu en de toekomst, denkt Pien van Langen. “Naast chronisch zieken en mensen met psychosociale problemen zijn kwetsbare ouderen steeds afhankelijker van zorg. Vaak zijn deze ouderen minder goed gegroepeerd, minder zichtbaar en dus slechter bereikbaar. Daarom ben ik ook zo blij met een initiatief als de Dappere Dokters dat intussen in een aantal steden voet aan de grond heeft gekregen. Dappere Dokters zijn huisartsen die gaan voor optimale zorg in plaats van maximale zorg. Dit doen ze door te kijken naar de persoon achter de patiënt en dus niet puur naar de ziekte. Waar dat kan, trekken ze op met specialisten om zoveel mogelijk kwetsbare ouderen te bereiken en zorg op de juiste plek te leveren. Hiermee willen ze overbehandeling voorkomen.

Een ander initiatief dat daarop aansloot was de Dappere Patiënt. Hier gaven ouderen en huisartsen elkaar tips over hoe gesprekken over de laatste levensfase van kwetsbare ouderen moeten verlopen en hoe ouderen hun leven willen inrichten als ze niet alles meer kunnen. Van dit soort initiatieven zijn er nooit genoeg. Ze helpen letterlijk bij het beter oud worden. Van ons allemaal.”

Kwetsbare jaren
Want uiteindelijk krijgt iedereen te maken met dat kwetsbare laatste stukje van het leven, oppert Van Langen die in het BeterOud-platform een mooi instrument ziet om ouderen een stem te geven en een thema als ouder worden positiever en genuanceerder over het voetlicht te brengen. “Of je nu hoog of laag bent opgeleid, altijd actief bent geweest of juist niet: je laatste jaren zijn kwetsbare jaren. En die hoeven niet per definitie slecht of vervelend te zijn. De ontwikkelingspsycholoog Erikson betoogde dat elke levensfase voor ontwikkeling zorgt en soms tot conflicten leidt. Waarbij je pas doorgaat naar de volgende fase als je eventuele conflicten op een positieve manier hebt opgelost. Erikson zelf formuleerde acht fases, maar zijn weduwe voegde er uiteindelijk nog een negende aan toe; die van de ouderdom. Ontwikkeling in deze laatste fase is het accepteren van de rust die over je neerdaalt, het tevreden terugkijken op een bijna afgerond leven.”

“Je laatste jaren zijn kwetsbare jaren. En die hoeven niet per definitie slecht of vervelend te zijn.”

Niet alleen maar zielig
Over de vraag naar haar wens voor de ouderenzorg in de (nabije) toekomst, hoeft Van Langen niet lang na te denken. “Ik ben een groot fan van cultureel antropoloog Anne Mei The. Zij doet onderzoek naar en het leren leven met ouder worden vanuit de gedachte dat je niet bang moet zijn voor ouderdom en de bijbehorende aftakeling, maar er juist liefdevol mee moet omgaan. Dat kan alleen als je de ouderenzorg lean organiseert, met zo weinig mogelijk wet- en regelgeving die niet restrictief maar juist uitdagend werkt. Oud zijn of oud worden is niet per definitie alleen maar zielig. Ouderen zijn experts die het verdienen om als zodanig te worden ingezet. Op basis van wederkerigheid; ontvangen én geven. Zelfs kwetsbare ouderen kun je betrekken in kleinschalige initiatieven op wijk- en buurtniveau. Als je ze maar wilt zien.”

beteroud_zorgenzHet platform BeterOud helpt organisaties bij het verder ontwikkelen, verspreiden en toepassen van vernieuwingen in de ouderenzorg. De leidraad is de Toekomstvisie en veranderagenda BeterOud.

 

(Foto Pien van Langen: Garn Fotografie/1ste Lijn Amsterdam)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *