Oud worden kan altijd nog

Oud worden kan altijd nog

Datum: 4 januari 2015

corina_de_feijter_zorgenzCOLUMN CORINA DE FEIJTER – Elk jaar rond deze tijd ruim ik mijn werkkamer op. Dat kost me meestal niet veel tijd, want alles is goed geordend. Ik kan niet goed werken met rommel om me heen.

Er ligt in een bakje altijd een stapel met knipsels, artikelen die ik wil bewaren. Ik ben nog zo’n ouderwetse journalist die uit kranten en tijdschriften knipt. Een interview met iemand dat de moeite waard is, en stuk waar we het in de leesclub over kunnen hebben, restaurants waar ik wil eten, hotspots in Amsterdam waar ik ook wil kijken of bekeken wil worden, een wandeling die ik wil maken of een overnachting op een bijzondere locatie.

Opvallend veel artikelen komen te voorschijn over de ouderdom, het is beslist een item afgelopen jaar. Het houdt mij kennelijk ook bezig. Ik lees en hoor van alles. Dat ouderen gezonder zijn als ze zich jong voelen, aldus NRC Handelsblad. De pensioenleeftijd? In de prullenbak ermee, zegt hoogleraar Rudi Westendorp in de discussie over onze bondscoach. Die zou te oud zijn om onze nationale ploeg goed te laten presteren. Ik hoor Anouk op televisie zeggen dat ze niet meer als een achttienjarige in een strak pakje op het podium kan rondspringen. Anouk! En voor Mick Jaggger van The Stones geldt dat kennelijk niet. Klopt het wat schrijfster Renate Dorrestein beweert? Dat iedereen tegenwoordig zo zijn best doet om het ouder worden tegen te gaan.

Ouder worden: is het een lust of een last? Daarover gaan de debatten georganiseerd door VUmc over Grey Power, die ik heb bijgewoond. De ene helft van de aanwezigen vindt de ouderdom geen pretje; de andere helft denkt dat het wel meevalt. Ook ik denk vaak dat het geen prettig vooruitzicht is. Maar waar baseer ik dat eigenlijk op?

Mijn vier grootouders werden behoorlijk oud: dik in de tachtig en negentig. De vader van mijn moeder werd ‘De leeuw van Zaamslag genoemd’ (een dorp in Zeeuws-Vlaanderen, waar mijn oom een prachtig schelpenmuseun bestiert. Als kind hield hij een grote schelp bij mijn oor en ik meende echt de zee te horen ruizen). Deze geuzenaam kreeg mijn grootvader (92) vanwege zijn grote postuur, zijn handen als kolenschoppen en markante kale kop. Maar ook omdat hij lak had aan gezag. Hij kreeg een bekeuring omdat hij op de stoep fietste; de weg vond hij te gevaarlijk worden met al die auto’s. Samen met mijn oma woonde hij heel lang in een klein huisje. Mijn oma liep krom van de reuma die ze al op jonge leeftijd kreeg, waardoor mijn moeder geen opleiding kon volgen maar het huishouden moest doen.
Mijn ouders zijn op jonge leeftijd overleden aan nare ziektes. Mijn vader was 68, mijn moeder 72. Ik kan hieraan natuurlijk geen enkele conclusie verbinden.

Ik behoor tot ‘de school’ die grijs wil worden – en het fijne is dat ik daar zelf niets voor hoef te doen. Ik wil dat je aan mijn gezicht kunt zien dat ik heb geleefd. Marianne Zwagerman, innovatiestrateeg, formuleert het iets steviger: ‘Van leven word je oud en lelijk en krakkemikkig en soms ook wel eens ongelukkig. Je loopt schrammen en bulten op en af en toe loopt er pis langs je enkels en dan ga je dood.’ Tja.

Zien we het te zwartgallig? Als je zoals ik geen kinderen hebt om me later te helpen (en ja, ik hoor u denken dat zoiets geen enkele garantie biedt voor een verzorgde oude dag), sta je wel eens stil bij hoe dat later gaat. Eindig ik ergens alleen met slechts een elektrisch hondje om te knuffelen? Ik hoorde laatst dat dit goed werkt in een verpleeghuis, iedereen wil het hondje aaien (ik ben trouwens meer een poezenliefhebster). Of ga ik wonen in een mantelzorgwoning, die schijnen populair te zijn, bij een van mijn neven in de tuin? Geven die niet liever voorrang aan hun eigen ouders? Of meld ik me vast aan voor de krasse knarren hofjes die een projectontwikkelaar wil bouwen in de stad? Een artikel hierover vond ik in mijn bakje.

Nu ligt op mijn bureau een opiniestuk van professor Joep Dohmen. Hij zegt: ‘Heb de moed om oud te worden.’ Dan valt mijn oog op de tekst Oud worden kan altijd nog die al een paar jaar op mijn oude, grijze archiefkast prijkt. Deze kaart gaat de prullenbak niet in, want zo is het maar net! En dan stijlvol, vol scherpte en vrolijke ironie, zoals Jean-Pierre Geelen, tv-recensent, schrijft. Hij ziet genoeg vrouwen die deze kunst verstaan. De oudere vrouw heeft de toekomst.

Corina de Feijter

Corina de Feijter is al jaren zelfstandig journalist en werkt voor diverse vak- en bedrijfsmedia in zorg en welzijn. Mensen ontmoeten, hun bijzondere verhalen, ideeën of dromen optekenen, daaruit haalt ze veel voldoening. Als vaste medewerker van Zorgenz vertelt zij hier wat ze daarbij persoonlijk opmerkt. Schrijven is haar passie. Haar profiel is te lezen op LinkedIn.

Gerelateerde berichten

  • Samen buuvenSamen buuven COLUMN CORINA DE FEIJTER - Het is druk met aanmeldingen bij Humanitas Amsterdam/Diemen, […]
  • RolmodelRolmodel COLUMN CORINA DE FEIJTER - Wat heb je toch een interessant beroep, mailde mijn oudste […]
  • Geen gelikt verhaalGeen gelikt verhaal COLUMN CORINA DE FEIJTER - Voor goede verhalen moet je de straat op. Dit advies kreeg ik […]
  • Achter de voordeurAchter de voordeur COLUMN CORINA DE FEIJTER - In 2012 had ik een interview met Marian Kaljouw, toen zij […]
  • En route!En route! COLUMN CORINA DE FEIJTER - Een klein tubetje tandpasta, reinigingsdoekjes, alleen maar […]

Author: Zorgenz

Share This Post On

1 Comment

  1. Dag Corina,

    Nu wordt het toch tijd om te reageren. Ik geniet zo van je columns en zeker deze over ouder worden spreekt me zeer aan. Ik ben dan wel geen journalist maar ook ik grabbel van alles bij elkaar wat ik lees en hoor. En ook ik heb daarbij recent de ontdekking gedaan dat ik blijkbaar zeer geïnteresseerd ben geraakt in de nieuwe levensfase waarvan ik op de drempel sta.
    Mijn beeld is vooralsnog gemengd. In gezond ouder worden en nog lang bezig blijven met wat mij bezig houdt heb ik eigenlijk best wel zin. Ik zie er de voordelen van, de uitdagingen ook en – laten we wel wezen – mijn veranderpotentieel wordt niet al te zeer op de proef gesteld.
    Maar als je, zoals nu, even kampt met een blessure waardoor ik onder meer niet kan hardlopen, doemen toch ook andere kanten op, die ik iets somberder bekijk. Dat vraagt om net iets meer moed zoals Dohmen aangeeft. Die praat ik me in en jouw bespiegeling helpt me daarbij.
    Ik zie uit naar je volgende schrijfsels.
    Hartelijke groet!

    Post a Reply

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *