Onenigheid zorggroep DOH en VGZ over contract 2018

Onenigheid zorggroep DOH en VGZ over contract 2018

Datum: 13 december 2017

Zorggroep DOH (De Ondernemende Huisarts) en VGZ hebben een conflict over de contractbesprekingen voor 2018. Zorggroep DOH is van mening dat VGZ te ver gaat met voorwaarden ten aanzien van ketenzorg. VGZ vindt ketenzorg niet altijd nodig. De gesprekken lopen reeds sinds maart jl. en men is er nog niet uit. Met als gevolg dat VGZ-verzekerden niet weten waar ze aan toe zijn.

Het Eindhovens Dagblad heeft er een uitgebreid artikel over gepubliceerd. De problemen zijn mede het gevolg van de door VGZ opgelegde voorwaarden en de forse bijstelling van haar inkoopbeleid. VGZ bezuinigt op de zorg die ze inkopen bij zorggroepen. Dit staat in schril contrast met de afspraken over extra gelden voor de eerste lijn voor de organisatie en infrastructuur (de O&I-gelden).

Quota bij ketenzorg
Volgens DOH wil VGZ een soort ‘quota’ opleggen voor ketenzorg door het stellen van een zogeheten inclusieplafond. Bij DOH zijn in totaal 33.000 patiënten in een ketenzorgprogramma:  diabetici, hart- en longpatiënten, GGZ-patiënten en kwetsbare, nog thuiswonende ouderen. De meesten zijn nu verzekerd bij VGZ; CZ staat op nummer twee. CZ, hanteert geen ‘quota’ en is met DOH wel een kostendekkend tarief overeengekomen. Zorggroep DOH heeft haar VGZ-patiënten een brief gestuurd. Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is de zorggroep hiermee te ver gegaan: “Zorgaanbieders en zorgverzekeraars moeten patiënten niet betrekken bij de onderhandelingen over de inkoop van zorg.De zorggroep en VGZ hebben de NZa laten weten dat zij een externe bemiddelaar willen inschakelen om de contractonderhandelingen vlot te trekken. “De NZa is blij dat partijen toenadering zoeken, maar vindt het een slechte zaak dat DOH daarvoor een groep kwetsbare patiënten ongerust heeft gemaakt. Inmiddels hebben meer dan 140 patiënten van DOH met vragen naar de NZa gebeld.”

“VGZ gaat op de stoel van de huisarts zitten”

VGZ laat in een reactie weten dat ketenzorg niet altijd nodig is, en dat bij een aantal patiënten met een chronische ziekte kan worden volstaan met alleen hulp van huisarts en praktijkondersteuner. Ze beschuldigt DOH van bangmakerij en overdrijving.  DOH stelt daartegenover dat alleen patiënten in een ketenzorgprogramma komen, voor wie het nodig is en de huisarts dit bepaalt. “VGZ gaat op de stoel van de huisarts zitten, dwingt de huisarts om keuzes te maken die hij ethisch gezien niet kán maken. De patiënten die niet kunnen meedoen in de ketenzorg, krijgen niet langer optimale zorg. VGZ wil ook een forse bezuiniging op de prijzen doorvoeren. Daardoor zal er minder geld zijn voor praktijkondersteuners en ander personeel, terwijl de werkdruk toch al hoog is.”
Overigens laten de resultaten van langer lopende zorgprogramma’s zien dat programmatische ketenzorg werkt. Het leidt tot betere zorgverlening, waarbij patiënten betere kwaliteit van leven ervaren en langer klachtenvrij zijn.

Inclusieplafond
De brancheorganisatie InEen schaart zich achter DOH. Ze heeft VGZ eerder dit jaar laten weten principieel tegenstander te zijn van een inclusieplafond. Het is aan professional en patiënt om te bepalen welke zorg nodig is. Niet aan de zorgverzekeraar, is ook de mening van InEen.

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *