Huisarts Hedwig Vos gaat de wijk in

Huisarts Hedwig Vos gaat de wijk in

Datum: 22 februari 2016

hedwig_vos_zorgenzDe Haagse huisarts Hedwig Vos zet zich in voor meer samenwerking in de wijk. Ze doet dat al voor kwetsbare ouderen. Maar ze wil meer: pro-actief zijn, de spreekkamer verlaten en vragen met welke klachten bewoners kampen. “Ik wil op een creatieve manier mensen verbinden.” Voor de GGD heeft de ook een boodschap: “Ga wijkgebonden werken dan kunnen we samen gezondheidsverschillen en achterstanden aanpakken.”

Sinds twee jaar maakt Hedwig Vos deel uit van een kernteam dat maandelijks bijeenkomt om de situatie rond kwetsbare ouderen in haar praktijk te bespreken. Dat doet ze met de ouderenconsulent van de welzijnsorganisatie, een wijkverpleegkundige, een apotheker en een specialist ouderengeneeskunde. Ook schuiven vaak een of meer huisartsen uit de wijk aan. “Ons doel is het voorkomen van een crisis of escalatie. Het komt voor dat ik een complexe situatie aantref bij een oudere en eigenlijk niet goed weet waar ik moet beginnen. Het is dan prettig als ik deze patiënt kan inbrengen. Je zit met meerdere disciplines aan tafel en dat kan leiden tot nieuwe inzichten. Als ik geen patiënt heb om te bespreken, denk ik na wie ik al een tijd niet heb gezien. Dan stuur ik onze praktijkondersteuner erop af, of ga zelf op huisbezoek. Soms blijkt het dan toch niet goed te gaan.”

Plezierig samenwerken
“Deze pro-actieve houding bevalt me goed. We vinden het als kernteam plezierig om zo samen te werken. Ook de wijkverpleegkundige zoekt naar een manier om contact te onderhouden met de huisarts. De ouderenconsult ziet hoe zorg en welzijn met elkaar verbonden kunnen worden. Het is fijn dat een apotheker meedoet, die ziet veel van onze patiënten in de apotheek en krijgt zo een beeld van hoe het met iemand gaat. Ik heb een patiënt die nauwelijks buiten komt, maar wel zijn medicijnen in de apotheek komt halen. De enige barrière is tijd die je moet investeren in het kernteam. Ik krijg die nu deels vergoed. Ons idee is om meer kernteams in de stad op te zetten, maar dan moeten er wel voldoende wijkverpleegkundigen en ouderenconsulenten zijn.”

Naar het wijkcentrum om de hoek
Het netwerk is ontstaan op initiatief van een kaderarts ouderengeneeskunde die Vos benaderde met de vraag of zij samen met anderen een netwerk in de wijk wilde opzetten om te kijken waar mensen behoefte aan hadden. Vos is als eerste naar het wijkcentrum om de hoek van haar praktijk gegaan. “Ik wist niet precies wat daar allemaal gebeurt. Maar het blijkt een heel aanbod te zijn. Er lopen ook stagiaires rond die bloedsuikerwaarden, cholesterol en bloeddruk meten. De andere contacten waren snel gelegd.”
Hedwig Vos was vier jaar gemeenteraadslid, van 2006 tot 2010. Samenwerking tussen de huisartsen en de gemeente lukte niet goed. “Het is lastig om afspraken met een hele beroepsgroep te maken, huisartsen zijn solisten. De gemeente vond het lastig dat er twee financieringsstromen zijn: de Wmo en de Zvw. Jammer, want we maken ons zorgen over dezelfde mensen. De samenwerking gaat nu, onder meer door de decentralisatie, een stuk beter.”

Consult van tien minuten is gewoonte
Het verzoek van de specialist ouderengeneeskunde kwam op een moment dat Vos open stond voor een andere aanpak: meer pro-actief. Daarmee bedoelt ze eerder kunnen ingrijpen in het ziekteproces. Aandoeningen ontstaan vaak door de leefstijl en door problemen op allerlei levensgebieden. “Een tienminutenconsult is zo’n gewoonte van ons geworden, dat zijn wij huisartsen zo gewend. Aan de andere kant: je moet je niet de illusie hebben dat je invloed hebt op iemands gezondheid als je een patiënt heel weinig ziet.” Het zijn gedachten en opvattingen die haar prikkelen.

Ook GGD wijkgebonden laten werken
Wat ze nu doen voor kwetsbare ouderen, meer wijkgericht werken, dat staat Vos voor ogen, maar dan uitgebreider. Een studiereis vanuit het LUMC vorig jaar naar Cuba inspireerde haar. “Ik zag hoe daar in elke wijkpolikliniek een epidemioloog zit, die bij wijze van spreken dagelijks ziet wat er in de wijk gebeurt en waar ze op moeten inspelen. Ik zou willen dat bij ons de GGD wijkgebonden gaat werken. Dan kunnen we de verschillen in gezondheidsachterstand samen aanpakken.”
Binnenkort heeft ze op haar initiatief een gesprek met de GGD, een ROS-adviseur, de apotheker en iemand van welzijn om te kijken of ze gezamenlijk een pilot kunnen starten. “Met welke gezondheids- welzijnsproblemen kampen mensen in onze wijk, waar hebben ze behoefte aan? Uit onze HIS kunnen we veel informatie halen, maar we willen het ook aan de bewoners zelf vragen. Dat kan via Fokusgroepen, of een enquête. Een collega uit de Rivierenbuurt is een aantal jaren geleden samen met zijn collega-huisartsen langs de deur gegaan en heeft het zelf rechtstreeks aan mensen gevraagd. Het heeft een aantal mooie zorgprogramma’s opgeleverd.”

hedwig_vos_zorgenzToegevoegde waarde wijkgericht werken aantonen
Hopelijk levert de proef een top vijf van klachten op die ze samen met de bewoners wil aanpakken. “Ik wil op een creatieve manier mensen met elkaar in verbinding brengen. Ik wil ook de Zuid-Hollandse patiëntenorganisatie Zorgbelang erbij betrekken en het breder bekijken. Het gaat niet alleen om gezondheid, om de af- of aanwezigheid van een ziekte, maar ook om iemands welbevinden.” Een businesscase maken van een wijkgerichte aanpak zou mooi zijn, maar Hedwig Vos realiseert zich dat dit niet eenvoudig is. “Het gaat om de toegevoegde waarde van wijkgericht werken en het betrekken van bewoners. Ik ben ervan overtuigd dat het leidt tot een lager ziekteverzuim. Of om iets anders te noemen: als moeders beter in hun vel zitten, presteren hun kinderen beter op school. Maar hoe druk je dat in cijfers uit?”

Steeds meer regelen
Feit is dat Hedwig Vos als huisarts, net als de collega’s in haar praktijk, steeds meer zaken regelt voor haar patiënten. “Ik heb patiënten die de deur uitgaan met klachten waartegen ik geen pil kan voorschrijven. Ik kan dit voor mezelf rechtvaardigen en ook de patiënten begrijpen dit. Maar ik weet dat ze de komende tijd nog tien keer terugkomen omdat ze zich niet goed voelen. Dan ben ik als huisarts niet efficiënt bezig, maar ook uit humaniteit wil ik voor deze mensen een stap extra doen. Dan bel ik nog eens met de specialist of de fysiotherapeut om te kijken of ik iemand gericht kan verwijzen. Ik neem er geen genoegen mee als gezegd wordt dat een patiënt niet in een bepaald programma past. Ik wil samen bekijken wat dan wel kan.” Ze geeft een voorbeeld: “Een patiënt van mij dreigt haar auto kwijt te raken die eerder door op initiatief van de gemeente aan haar beschikbaar is gesteld, omdat ze een forse handicap heeft. Dat zou voor haar het einde van haar toch al niet zo grote vrijheid betekenen. Dan ga ik extra rondbellen en brieven schrijven om haar te helpen. Of het in dit geval lukt is helaas nog niet duidelijk.”

Praktijkverkleining belangrijke randvoorwaarde
Collega’s reageren verschillend op haar ideeën. “De een heeft er helemaal niets mee; de ander vraagt zich af hoe hij dit erbij moet doen.” Vos werkt bewust parttime in een kleine praktijk. Dat is volgens haar wel een voorwaarde om meer te kunnen doen voor patiënten en voor meer wijkgericht werken: praktijkverkleining. Het geeft haar ook de mogelijkheid om meer aan leefstijlpreventie te doen, maar nu nog voornamelijk in haar vrije tijd. “Waarom geven we diabetici geen voorlichting in een groep? Of maken we een app, waarmee mensen elkaar snel kunnen bereiken om te gaan wandelen of om elkaar te helpen gezond te eten? Albert Heijn kunnen we ook inschakelen, die kan een schap maken met gezond eten. Dat is wat ik wil: buiten de spreekkamer gaan, mensen bij elkaar brengen en meer samenwerking.”

Corina de Feijter

(Fotografie: Studio Oostrum)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *