Grote knelpunten bij pilot wijkverpleging Zilveren Kruis

Grote knelpunten bij pilot wijkverpleging Zilveren Kruis

Datum: 2 augustus 2017

wijkverpleging_zorgenzEen deel van de zorgaanbieders van wijkverpleging komt niet uit met hun wijkbudget. Ze missen instrumenten om regie te voeren over dit budget. Het is teveel bedacht vanachter het bureau en het sluit niet aan op de praktijk. De coördinatie van de zorg levert de wijkverpleegkundigen extra werk op. De pilot doorkruist bestaande samenwerking in de keten en creëert nieuwe. Dat blijkt uit een tussenrapportage van onderzoeksbureau APE Public Economics, dat in opdracht van Zilveren Kruis onderzoek heeft gedaan naar de ervaringen in Utrecht, Zwolle en Ommen-Hardenberg met de pilot ‘Zorg in de Wijk’.

In deze pilot werkt Zilveren Kruis sinds begin vorige jaar met een nieuw inkoop- en bekostigingsmodel. De zorgverzekeraar heeft in deze drie gemeenten één voorkeursaanbieder per wijk gecontracteerd. Zij zijn verantwoordelijk voor alle wijkverpleging en -verzorging in ‘hun’ wijk. Om die ‘regierol’ uit te voeren, krijgen ze een wijkbudget voor 3 jaar. ZorgenZ heeft diverse malen over de pilot in Utrecht bericht. Vooral de huisartsen maken zich zorgen over de inzet en kwaliteit van de specialistische zorg.

Problemen spelen vooral in Utrecht en Zwolle
Slechts enkelen vinden de pilot nu al een succes. De meeste partijen zien grote knelpunten. Een deel van hen noemt de knelpunten zo structureel die ze er geen vertrouwen meer in hebben dat de pilot een succes kan worden.
De problemen spelen het meest in Utrecht en Zwolle. De Utrechtse wethouder Kees Diepenveen heeft Zilveren Kruis gevraagd de pilot in zijn stad stop te zetten, omdat hij de uitkomsten van de tussenrapportage zorgwekkend vindt en de randvoorwaarden contraproductief. Dat meldt Zorgvisie. Zilveren Kruis hoopt de knelpunten te kunnen oplossen en komt na de zomer met verbeteracties.

Coördinatie van zorg extra werk voor wijkverpleegkundigen
In de tussenrapportage staat dat de doorverwijspraktijk van ziekenhuizen en huisartsen nauwelijks is veranderd. Alleen in Utrecht is dat het geval. De coördinatie van de zorg gaat gepaard met extra werk voor wijkverpleegkundigen. De voorkeursaanbieders hoeven niet alle zorg zelf te leveren, maar zijn wel verantwoordelijk dat de zorg wordt geleverd. Dat vraagt veel capaciteit en flexibiliteit van de wijkverpleegkundige teams. Werken met onderaannemers mag, maar dat doen de aanbieders niet graag. Toch gebeurt het in Utrecht, vanwege capaciteitsproblemen.

Pilot doorkruist bestaande samenwerking in keten
Eén van de doelen van de pilot is om de wijkverpleegkundige te positioneren als een spil in de wijk in de driehoek wijkverpleegkundige, huisarts en sociaal wijkteam van de gemeente. De regiefunctie van de wijkverpleegkundige wordt versterkt. Maar de pilot doorkruist bestaande samenwerking en creëert nieuwe. Vooral huisartsen en ziekenhuizen ervaren de pilot als verstorend. Ze hebben geïnvesteerd in goede samenwerkingsverbanden met wijkverpleegkundigen en moeten cliënten nu doorverwijzen naar andere aanbieders. Het verschilt per gemeente of ze dit doen.

Teveel bedacht vanachter het bureau
Populatiebekostiging en selectieve contractering zijn belangrijke aspecten van de pilot. Het idee achter populatiebekostiging is dat het productieprikkels vermindert en ruimte biedt voor preventie en doelmatige inzet van zorg. Een deel van de voorkeursaanbieders verklaart dat de populatiebekostiging voor hen een reden is geweest om mee te doen met de pilot. Maar in de huidige opzet van de pilot worden niet de randvoorwaarden geschapen om de voordelen van deze wijze van bekostiging tot uiting te laten komen. ‘Teveel bedacht vanachter het bureau op basis van economische beleidstheorie en sluit niet aan op de praktijk’, zo luidt de kritiek.

Wijkbudget komt niet uit
Een aantal voorkeursaanbieders heeft al aangegeven niet uit te komen met het afgesproken wijkbudget. Zorgaanbieders zien de zorgvraag sneller stijgen dan toen ze een offerte maakten. Ook de complexiteit van de zorg neemt toe. Daar komt bij dat zorg die door andere aanbieders wordt geleverd ook in mindering wordt gebracht van het wijkbudget van de voorkeursaanbieders. ‘Een onverwacht effect van de pilot lijkt te zijn geweest dat ongecontracteerde partijen meer uren zijn gaan declareren om te compenseren voor de afname in het tarief’, zo valt te lezen in de rapportage.

Voorkeursaanbieder Zorg & Leven failliet
Inmiddels is bekend geworden dat thuiszorgaanbieder Leven & Zorg, een van de vijf voorkeursaanbieders in de pilot, failliet is. De cliënten zijn ondergebracht bij andere zorgaanbieders in Utrecht. ZorgenZ meldde een aantal maanden geleden dat de vijf voorkeursaanbieders al na een jaar met verlies kampten. Dat kwam omdat ook wijkzorgaanbieders zonder contract mogen declareren bij Zilveren Kruis. Het blijkt dat vijftig niet-gecontracteerde aanbieders veel meer uren zorg declareren dan de voorkeursaanbieders. Dat gaat af van het budget van deze voorkeursaanbieders die zo in de problemen geraken.

Consolidatie markt heeft voordelen
Zilveren Kruis heeft per wijk één zorgaanbieder gecontracteerd. De zorgaanbieders die niet zijn gecontracteerd als voorkeursaanbieder in een bepaalde wijk krijgen een lagere vergoeding voor de zorg die ze in die wijk leveren. Het idee achter die lagere tarieven is dat het zorgaanbieders ontmoedigt om zorg te blijven leveren in wijken waar ze niet zijn gecontracteerd . Daarmee wil Zilveren Kruis de versnippering van het zorgaanbod tegengaan, consolidatie bewerkstelligen en de samenwerking in de wijk bevorderen. Een meerderheid van de geïnterviewde partijen ziet voordelen in consolidatie van de markt.

Loyaal willen zijn aan cliënten
Het blijkt dat voorkeursaanbieders zorg blijven leveren in wijken waar ze niet zijn gecontracteerd . Dat doen ze omdat ze loyaal zijn aan hun cliënten, hun positie in de pilotgemeente willen behouden en omdat sommige cliënten bij andere zorgverzekeraars verzekerd zijn. Voor deze cliënten moeten ze de zorgteams en wijkroutes in stand houden. Het gevolg van deze keuze is wel dat ze voor een deel van de zorg die ze leveren, een lager tarief krijgen. Ook zijn niet-gecontracteerde zorgaanbieders meer uren gaan leveren.

Voor deze tussenrapportage heeft APE 29 mensen geïnterviewd (voorkeursaanbieders, huisartsen, ziekenhuizen, gemeenten en belangenorganisaties). De tussenrapportage over ‘Zorg in de wijk‘ kunt u hier lezen.

(Foto: Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *