Bert Westerink: ELANN/ROS zet zich in voor de leefbaarheid in Groningen

Bert Westerink: ELANN/ROS zet zich in voor de leefbaarheid in Groningen

Datum: 26 november 2015

bert_westerink_elann_zorgenz“Eerstelijns zorgverleners zijn ondernemers die veel bordjes in de lucht moeten houden. ROS’en moeten ook ondernemerszin aan de dag leggen. Ze hebben verstand van organisatorische veranderingen en zoeken voortdurend naar nieuwe vormen van ondersteuning, passend bij de ontwikkelingen. Daarbij is de toetssteen steeds: in hoeverre brengt het integrale zorgverlening in de eerste lijn of substitutie dichterbij?”

Aan het woord is Bert Westerink, directeur ELANN/ROS. De toevoeging ROS staat er niet zomaar. “Op aangeven van Menzis heeft ELANN een splitsing aangebracht tussen onze betaalde dienstverlening, zoals facilitaire ondersteuning, nascholingsactiviteiten en dergelijke en de ROS-taken ten behoeve van integrale zorgverlening”, verklaart hij. “Was het voorheen één organisatie, nu is er onderscheid tussen de service-organisatie ELANN en de ROS, met elk een eigen directeur. Ze hebben wel de zelfde Raad van Toezicht. Er is specifiek voor gekozen om voor beide ‘poten’ de naam ELANN te behouden. We hebben een goede naam, die bekend is in de regio en dat willen we uiteraard graag behouden. Daarom is ervoor gekozen de ROS activiteiten onder de naam ELANN/ROS te profileren.”

Niet zonder de huisartsen
Westerink wijst op het belang van een goed contact met de hele breedte van de eerste lijn. “Hieraan ontlenen we onze agenda. Zo ontmoeten we vertegenwoordigers van alle beroepsgroepen een aantal keren per jaar in het Eerstelijnsoverleg. Daarbinnen is er een uitstekende relatie met de beroepsgroep huisartsen.” Volgens hem is dat deels te verklaren uit het verleden. “We komen voort uit het ondersteuningsbureau van de toenmalige DHV, de Districts Huisartsen Vereniging. Vanaf de start had ELANN naadloos aansluiting bij de huisartsen en die goede relatie koesteren we. Als je het integraal werken wilt bevorderen, ben je bijna kansloos als je dan niet de beroepsgroep huisartsen hierbij als vanzelfsprekend kunt betrekken. Wat dat betreft, is ook de nabijheid van en ons goede contact met de huisartsenopleiding van het UMCG heel positief.”

Voorzieningen in krimpregio overeind houden
“Doordat we aan de buitengrenzen van Nederland liggen, is ons werkgebied duidelijk afgebakend. Dit valt samen met de provinciegrens en dat is heel prettig”, vermeldt Westerink. “De provincie maakt zich hard voor leefbaarheid in de provincie Groningen en gezondheidszorg is daar een onlosmakelijk onderdeel van. Daarom hebben we ook goede contacten met de provincie. Dat geldt voor de meeste gemeenten in Groningen. In het noordoostelijk deel is sprake van krimp, mensen trekken er weg waardoor het draagvlak onder voorzieningen afkalft. Beleidsmakers en overheden hebben belang bij het overeind houden van eerstelijns voorzieningen. Als een huisarts vertrekt uit een dorp, is dat direct een ondermijning van de leefbaarheid van het gebied.”

Ondersteunen in samenwerken
“Het is in deze regio vanzelfsprekend dat de zorgvoorzieningen alle aandacht krijgen en dat is voor ons uiteraard prettig werken. We zetten ons sterk in inzake opvolgen van huisartsenpraktijken. Er zijn met name in Noord- en Oost-Groningen nog veel solistische, apotheekhoudende huisartsen en opvolging is daar zeker geen vanzelfsprekendheid. Huisartsen vragen ons om hen te helpen assisteren bij de opvolging van praktijken. Want ook al liggen de dorpen ver uiteen, men wil hier samenwerking, al is HOED-ontwikkeling geen haalbare kaart. Onze inzet is om eerst met elkaar de drijfveren en verwachtingen van alle partijen goed in kaart te krijgen. Zo hebben we ondersteuning verleend bij de opzet van een coöperatie. Die organisatievorm biedt de schaal en het draagvlak voor de aanstelling van een praktijkmanager die een aantal huisartsen kan ondersteunen.”

Verwachtingen van anderhalvelijns centra
De problematiek van het platteland speelt dus een belangrijke rol in de werkzaamheden van ELANN/ROS? “Klopt”, erkent Westerink, “meer dan de stad Groningen. Daar woont weliswaar ruim eenderde van het totaal aantal inwoners van de provincie, maar de organisatiegraad is daar vrij goed. Uiteraard werken onze adviseurs ook in de provinciehoofdstad, maar er gaat relatief meer aandacht naar ontwikkelingen elders in de provincie. Zo dragen we momenteel bij aan het denken over de opzet van anderhalvelijnscentra in Noord-oost Groningen. De ziekenhuizen in Delfzijl en Winschoten worden in 2017 samengevoegd op een nieuwe locatie in Scheemda. Voor de regio is het van groot belang dat er een stevige eerstelijns voorziening komt. Onder meer op dit punt ondersteunen wij de huisartsen in Delfzijl met een visietraject. Wat zijn de verwachtingen van de anderhalvelijns voorziening, welke diensten moet deze bieden, hoe moet dat worden vormgegeven?”

GGZ: lokale samenwerkingsverbanden
“Op het gebied van GGZ wordt er provinciaal samengewerkt aan de vorming van lokale samenwerkingsverbanden”, vervolgt Westerink. “Huisartsen, poh-GGZ en psychologen maken samen werkafspraken en vormen een lokale samenwerkingseenheid die garant staat voor het uitvoeren van het merendeel van de uit te voeren zorg. Dit samenwerkingsverband maakt op lokaal niveau afspraken met het sociale domein in de gemeente en tevens afspraken met de zorgverleners voor de uitvoering van de specialistische GGZ. Ook wordt er provinciaal geëxperimenteerd met de inzet van een poh-GGZ Jeugd in de huisartsenpraktijk.”

Geboortezorg in Noord-Nederland
De geboortezorg heeft alle aandacht en de inzet gaat zelfs over de provinciegrenzen heen. “In het Noorden hebben we de krachten gebundeld in het vormen van een Consortium Zwangerschap en geboorte Noord-Nederland”, geeft Westerink aan. “Dit Consortium bestrijkt de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. Partijen betrokken bij de zorg rond zwangerschap en geboorte, van nulde lijn tot derde lijn, werken daarin samen aan verbetering van de zorg. Doel is uiteraard te komen multidisciplinaire, lijnoverstijgende samenwerking tussen alle betrokken gezondheidswerkers om te komen tot optimale geboortezorg.”

Zichtbaarheid bij gemeenten
“We vervullen de intermediaire rol ook tussen gemeentebesturen en eerstelijnszorg”, benadrukt Westerink. “Gemeenten willen met de huisartsen om de tafel en wij geven nadrukkelijk aan dat ze dat via ons kunnen realiseren. Andersom kunnen wij huisartsen begeleiden bij vragen die zij vanuit de gemeente krijgen. Dat heeft zijn beslag op een aantal plaatsen.” Zichtbaarheid is belangrijk, benadrukt Westerink. “Zo is er deze week een symposium van het achterstand ondersteuningsfonds Groningen waar we de gemeenten en sociale teams wijzen op de rol die ELANN/ROS kan vervullen. Dat moeten we steeds opnieuw onder de aandacht brengen.” Glimlachend constateert hij: “Er is weinig collectief geheugen bij gemeenten.” Hij weet zelf maar al te goed hoe dat gaat. Zelf was hij tien jaar wethouder van de gemeente Groningen.

Creativiteit en ambitie
Westerink vervult de functie van directeur voor 50% en voor de overige tijd is hij zelfstandig adviseur. Een combinatie die hem goed afgaat. “Wat me aanspreekt in beide situaties is dat je veel projectmatig werkt. Daarbij moet je mensen bij elkaar brengen, gebaande paden vermijden waar nodig en nieuwe wegen vinden. Dat is ook mijn kracht, dat drijft me. ROS’en moeten ervoor waken om semi-ambtelijke overheidsinstanties te worden. Dat betekent niet eindeloos deelnemen aan allerlei overleggen, waarvan niet duidelijk is of patiënten en eerstelijnszorgverleners er beter van worden. Creativiteit en ambitie zijn van belang.” Die overtuiging past naadloos bij zijn motto, een uitspraak van Robert Kennedy: ‘There are those who look at things the way they are en ask why…. I dream of things that never were, and ask why not?’

Gerda van Beek

(Foto: ELANN/ROS)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *