Apeldoornse wethouder Paul Blokhuis: “Beste bewijs van samenwerken is dat professionals elkaars 06-nummer hebben”

Apeldoornse wethouder Paul Blokhuis: “Beste bewijs van samenwerken is dat professionals elkaars 06-nummer hebben”

Datum: 22 januari 2016

paul_blokhuis_zorgenz“Er kan een veel krachtiger aanbod van welzijns- en eerstelijnszorg worden ontwikkeld als mensen elkaar kennen en korte lijntjes met elkaar hebben. Dit staat hoog op de gemeentelijke prioriteitenagenda”, zegt de Apeldoornse wethouder Paul Blokhuis. “Het beste bewijs dat professionals samenwerken is dat ze elkaars 06-nummer hebben.” Een mooi interview dat Zorgenz overneemt uit de speciale regionale nieuwsbrief voor Apeldoorn en Epe die Caransscoop heeft samengesteld uit verhalen en projecten van betrokkenen.

“Toegankelijke zorg dicht bij huis, daarop steekt de gemeente Apeldoorn in door stads- en wijkgericht te werken. Wapenfeiten die de gemeente tot tevredenheid stemmen, zijn de ontwikkelde welzijnsteams, de sociale wijkteams, de Wmo consulenten die op huisbezoek gaan en invulling geven aan een veel breder takenpakket en de onder regie van de gemeente ontstane Centra voor Jeugd en Gezin. Deze CJG’s zijn sinds vorig jaar ondergebracht in een zelfstandige stichting.” Aldus de wethouder met de portefeuille voor Zorg en Welzijn die lid is van de ChristenUnie.

CJG’s slaan aan
Dankzij de welzijnsteams kennen professionals van organisaties als De Kap, Stimenz, Don Bosco en MEE Veluwe elkaar goed, vervolgt Paul Blokhuis. Ze weten heel snel te schakelen als er speciale expertise wordt gevraagd. Sinds september van vorig jaar zijn in alle vier stadsdelen sociale wijkteams (SWT’s) actief; teams met professionals van zowel verschillende zorginstellingen als de gemeente die actief invulling geven aan de gecoördineerde aanpak van multiproblem huishoudens. In een CJG werken consultatiebureauartsen en verpleegkundigen en medewerkers van het CJG samen. “De CJG’s slaan enorm aan. Ouders weten deze voorziening gemakkelijk te vinden, want bijna iedereen in Apeldoorn gaat erheen. Er komen ook andere vragen rond jeugd en opvoeden. Het is in Apeldoorn een groot succes!’’

Werken op locatie in de wijk
Bij vijf huisartsenpraktijken in Apeldoorn komen professionals van het CJG fysiek samen; ze houden daar spreekuur. Dat levert lovende reacties op. “De huisartsen vinden het een fantastische uitvinding. Wij doen het niet om in elkaars vaarwater te zitten, maar om te ontlasten. Zo ervaren betrokkenen het ook. We willen dat dit jaar uitrollen naar tien huisartsenpraktijken.” Paul Blokhuis meldt voorts dat in de wijk operatief zijn, dit jaar een vervolg krijgt. De Wmo-consulenten gaan, samen met de sociale wijkteams en de welzijnsteams, op locatie werken in de wijk. “Over de locaties zijn we nog in gesprek met diverse partijen. Maar het liefst zoveel mogelijk dichtbij een CJG, zodat je van nul tot honderd jaar teams bij elkaar hebt.”

Beperkte gemeentelijke rol bij gezondheidscentra
De gemeente ziet meer waarde in elkaar leren kennen dan in het focussen op gezondheidscentra. Paul Blokhuis: “Een gezondheidscentrum is van waarde maar zie ik meer als een eerstelijnscentrum, dat gaat om de medische invalshoek, terwijl welzijn meer draait om actief zijn in de wijk, dus veel meer om netwerken draait. Bij gezondheidscentra is onze rol beperkt. De subsidieregeling tot maximaal 25.000 euro die we hadden voor ‘HOED-en’ (Huisartsen Onder Een Dak) en ‘GOED-en’ (Gezondheidszorg Onder Een Dak) is afgebouwd. Dit is een bezuinigingsoperatie, maar ook ingegeven omdat de vraag naar de regeling afnam. Ik zie wel toegevoegde waarde, maar vind dat gezondheidscentra verder doorontwikkeld moet worden zonder hulp van de gemeente.”

Doorverwijzing door huisartsen
De gemeente wil zich nog meer focussen op huisartsen. Dat is onder meer financieel ingegeven, door de ontwikkelingen binnen de jeugdzorg. Blokhuis: “Huisartsen hebben een functie in het doorverwijzen naar alle vormen van jeugdhulp. Dat kunnen ze op eigen gezag doen. Er moet een goede connectie zijn tussen huisartsen en CJG, opdat gezinnen bij hulp terechtkomen waar ze het meest baat bij hebben. Dus niet per definitie heel zware hulpverlening. Niet een kind met faalangst gelijk doorsturen naar de psychiater. Naast een inhoudelijk belang, is er een financieel belang. Er zijn huisartsen die niet weten dat de gemeente sinds 2015 de rekening betaalt van de doorverwijzingen naar de jeugdgezondheidszorg. Ook weet een aantal van hen niet dat ze met professionals van het CJG kunnen afstemmen voor optimale hulp.”

Benadrukken dat huisartsen sociale kaart kennen
Naast jeugd en gezin, is een hot item vergrijzing en onderwerpen die daarmee veelal samenhangen, zoals dementie en eenzaamheid. Onderwerpen waarmee huisartsen en ook fysiotherapeuten in toenemende mate te maken krijgen en waarop de gemeente inspeelt. Apeldoorn heeft bijvoorbeeld sinds 2013 al 45 ontmoetingsplekken geïnitieerd, dat is sinds vorig jaar een dekkend netwerk. Iedereen is er welkom, met of zonder handicap. Ze voorzien duidelijk in een behoefte. Paul Blokhuis: “De signalen die we krijgen van diverse ontmoetingspunten zijn heel positief. Mensen reageren, van ‘We krijgen er nieuwe vrienden bij’ tot ‘Mijn talenten worden benut’.” Het is belangrijk dat huisartsen hier weet van hebben. Aan de huisartsen om de handschoen op te pakken en mensen hierheen te verwijzen. “Somatische klachten komen vaak voort uit eenzaamheid. Als je contacten, nieuwe vrienden krijgt, zijn die klachten vaak minder dominant. Huisartsen kunnen informatie vinden op Ontmoetelkaarinapeldoorn.nl. Wij hameren in onze frequente contacten met huisartsen op de sociale kaart.”

Elkaar in verbinding brengen
“Het lastige bij huisartsen en fysiotherapeuten is dat hun klanten niet per se in de wijk wonen, terwijl de gemeentelijke insteek zoveel mogelijk wijk- en stadsdeelgericht is”, aldus Blokhuis. “Daarom is het wenselijk dat de huisarts weet heeft van een website als Ontmoetelkaarinapeldoorn.nl. Huisartsen – en ook fysiotherapeuten – kunnen niet volstaan met ‘hier op de hoek zit een voorziening’. Zij moeten gaan Googlen en dat maakt het af en toe ingewikkelder.”
De gemeente beraadt zich er samen met huisartsen op hoe dit vorm te geven. Wellicht is het een oplossing meer bijeenkomsten over thema’s geven, zoals drie recente bijeenkomsten over het CJG, het SWT en de Wmo. “Het is zeker denkbaar dat we dit soort bijeenkomsten vaker organiseren om professionals, die met elkaar te maken hebben, met elkaar in verbinding brengen. Eenzaamheid en dementie zouden zich onder meer daarvoor lenen.”

Wijkverpleegkundige als olievrouwtje of -mannetje
Aan wijkverpleging wordt door de gemeente een belangrijke rol toegedicht. Met name voor de nieuwe functie van de wijkverpleegkundige in het S1-segment, die niet-toewijsbare zorg levert, valt nog veel winst te behalen. Deze functie moet beter neergezet worden. “Ik weet niet eens wie het zijn, en ik merk er niets van, zeggen sommige huisartsen. Deze wijkverpleegkundigen die in het S1-segement werken, zouden als olievrouwtje of -mannetje moeten fungeren, als schakel tussen huisarts en sociale wijkteams. Het idee is dat zij de huisarts ontlasten. Die hoeven niet allemaal rugnummers, namen en telefoonnummers te onthouden.” Hoe het beter kan? “We – huisartsen, gemeente, zorgverzekeraar en de verplegings- en verzorgingssectie die de wijkverpleegkundigen levert – moeten die functie duidelijker gaan positioneren. Op bestuurlijk niveau zijn hierover contacten. Eerst moeten we het daar eens zijn, vervolgens gaan we met de professionals in gesprek.”

Oren en ogen van de wijk
Aan de wijkverpleging, ook die werkzaam zijn in het S2 segment, wordt een prominente plek in het gezondheidsbeleid van de gemeente toegedicht. “Naast de POH heb je de wijkverpleegkundige, die nog meer de oren en ogen van de wijk is om te signaleren hoe het met mensen gaat en bijvoorbeeld een zwaardere zorgvraag moet doorgeven aan de S1 functionaris die dit op zijn/haar beurt inbrengt in het sociale wijkteam. Hier zit nog best verbetering in. Dat zal niet gebeuren door wijkverpleegkundige S2 de sociale wijkteamvergaderingen te laten bijwonen; dat is meer wat voor de S1 wijkverpleegkundige die als een schakelfunctionaris fungeert. Netwerken is een betere optie”, meent de wethouder.

Focus op de voorkant
“Zo is er op 19 januari in het Kristal in Apeldoorn Noord-Oost een netwerkbijeenkomst voor professionals om gezondheid en welzijn verder met elkaar te verbinden. We vinden het heel belangrijk dat wijkverpleging en welzijnswerkers en mensen die op een andere manier bij mensen thuis komen, elkaar kennen. Het beste bewijs dat professionals samenwerken is als ze elkaars 06-nummer hebben. Wij willen veel meer focussen op de voorkant: zo snel mogelijk hulp inzetten of mensen activiteiten geven zodat er geen klachten ontstaan die te voorkomen zouden zijn geweest.”

Fernande Leeflang

Het in elkaar schuiven van de zorgvoorziening door gemeente en zorgverleners vanuit de Zorgverzekeringswet gebeurt weloverwogen en doelgericht. Caransscoop heeft in een speciale regionale nieuwsbrief verhalen en projecten van betrokkenen gebundeld. Deze week is deze nieuwsbriefspecial voor Apeldoorn en Epe uitgebracht, waarin duidelijk blijkt dat burgers, gemeenten, zorgverleners en zorgverzekeraar samen werken aan de zorg in de buurt. Paul Blokhuis is een van de ‘spelers’ die zijn kijk geeft op de ontwikkelingen.

(Foto: Gemeente Apeldoorn)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *