Nederland behoort tot landen met hoogste zorguitgaven

Nederland behoort tot landen met hoogste zorguitgaven

Datum: 13 mei 2019

Hoe doet Nederland het ten opzichte van andere landen in de Europese Unie op het economisch, maatschappelijk en gezondheidsgebied? Hebben Nederlanders een hogere of lagere levensverwachting, hoe verhouden de zorgkosten zich, zijn er meer of minder auto’s, hoe staat het met de werkeloosheid? Of met het klimaat en afvalproductie? We denken het vaak te weten, maar kunnen dat niet onderbouwen. Het CBS heeft het onderzocht en de uitkomsten samengevat in 21 informatieve teksten, kaarten en grafieken.

In de publicatie ‘Nederland langs de Europese meetlat 2019’ bekijkt het CBS hoe Nederland het doet ten opzichte van andere Europese landen op tal van onderwerpen, van economisch tot maatschappelijk. Zo is Nederland de tweede goederenexporteur van de Europese Unie, is er sprake van een lage werkloosheid en behoort Nederland tot de landen met de meeste internetgebruikers. Het gebruik van duurzame, niet-fossiele energiebronnen is lager dan in andere landen. En ons land scoort binnen Europa hoog op het vertrouwen, in zowel de medemens, als in maatschappelijke en politieke instituties.

Gezondheidszorg
Wat betreft de gezondheidszorg: Nederland behoort tot de landen met de hoogste zorguitgaven in relatie tot het bruto binnenlands product. De uitgaven aan gezondheidszorg zijn niet alleen hoog, maar nemen ook bijna elk jaar toe vanwege economische groei, technologische ontwikkeling, bevolkingsgroei en vergrijzing.

De hoge Nederlandse uitgaven komen vooral door relatief hoge uitgaven aan langdurige zorg (2,7 procent van het bbp, dat is exclusief begeleiding en huishoudelijke hulp, zodat met andere landen kan worden vergeleken). Alleen in Denemarken en Zweden zijn deze uitgaven nog hoger. Relatief hoog zijn in Nederland ook de uitgaven voor preventie. De uitgaven aan genees- en hulpmiddelen zijn daarentegen in ons land juist erg laag, 1,2 procent van het bbp tegen 1,8 procent gemiddeld in de landen van de Europese Unie.

Korte ligduur
De Nederlandse zorguitgaven zijn afgeremd door de wijze waarop de gezondheidszorg wordt verleend. Er is in ons land sprake van een korte opnameduur in een ziekenhuis in vergelijking met omringende landen. Ter vergelijking: In Nederland is de gemiddelde opnameduur voor een behandeling bij hart- en vaatziekten tussen 2004 en 2016 afgenomen van 8 dagen naar 5,5 dagen. Als een lager aantal ligdagen een indicator is voor efficiënter georganiseerde zorg, dan is de klinische hart- en vaatzorg in ons land efficiënter geregeld dan in andere landen. In Frankrijk liggen hartpatiënten, al jaren, bijna 7 dagen in het ziekenhuis, in België is dat 8 dagen, in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk langer dan 9 dagen.

Levensverwachting
In de Europese Unie was de levensverwachting bij geboorte in 2016 gemiddeld 81,0 jaar. Nederland sluit daar op positieve wijze bij aan met een levensverwachting van 81,7. Spanje met 83,5 jaar en Italië met 83,4 jaar kennen de hoogste levensverwachting. Inwoners van Bulgarije, Letland en Litouwen zitten met 74,9 jaar zes jaar onder het EU-gemiddelde. In Nederland was de levensverwachting bij geboorte 81,7 jaar.

Armoede
In 2017 liepen circa 113 miljoen inwoners van de Europese Unie risico op armoede en sociale uitsluiting, ruim een vijfde van de bevolking. In Nederland is dat bijna 17 procent, onder het Europese gemiddelde, maar het is dus nog altijd een op de zes. De inkomensongelijkheid in Nederland is relatief laag, in vergelijking met andere landen en vanaf het begin van deze eeuw vrijwel onveranderd.

Tevreden
Nederlanders zijn relatief tevreden met hun leven. Zij geven zichzelf gemiddeld een 7,7 voor de mate waarin zij tevreden zijn met het leven. In de 28 lidstaten van de Europese Unie is dat cijfer een 7,1. Denen zijn met een gemiddelde van 8,2 de meest tevreden Europeanen. Grieken geven zichzelf gemiddeld een 5,3 en zijn daarmee het minst tevreden van de Europese Unie.

Over de toekomst van hun kinderen of kleinkinderen zijn mensen in ons land gemiddeld genomen minder optimistisch dan over hun eigen toekomst: 63 procent van de Nederlanders is hier positief over. Nederland zit hiermee in de middenmoot van de EU-lidstaten. Ook hier zijn de inwoners van Scandinavische landen het meest positief en zijn de inwoners van Griekenland het minst positief.

 

(Foto’s uit publicatie)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *