“Monitor Huisartsenzorg mist harde getallen”
Datum: 16 juli 2019De LHV en InEen zijn teleurgesteld over de onlangs door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gepresenteerde Monitor contractafspraken Huisartsenzorg. De monitor biedt waardevolle inzichten, maar bevat niet de basis om de gemaakte afspraken in dit akkoord te toetsen op realisatie, terwijl dat wel aan de huisartsen en eerstelijnsorganisaties was beloofd. De organisaties missen harde getallen. LHV en InEen roepen de NZa dan ook op om de volgende monitor wel cijfermatige overzichten per afspraak te geven, inclusief regionale verschillen, en de huidige monitor nu aan te vullen.
Ella Kalsbeek, voorzitter LHV: “We hebben het hoofdlijnenakkoord ondertekend met als voorwaarde dat de NZa de gemaakte afspraken monitort. Om onafhankelijk vast te kunnen stellen of deze afspraken zijn vertaald in concrete aanpassingen in het contract van de huisarts en de huisartsenorganisaties. Daar houden we VWS en de zorgverzekeraars aan.” De organisaties willen een overzicht van waar hoeveel wordt geïnvesteerd – inclusief regionale verschillen – en afgezet tegen de groeiruimte opgenomen in het bestuurlijk akkoord.
Getalsmatig omschrijving ontbreekt
Volgens de LHV en InEen is de feitelijke beschrijving per bestuurlijke afspraak, dus per thema zoals genoemd in het bestuurlijk akkoord, vrij summier. Een getalsmatige beschrijving ontbreekt. Zo’n feitelijke en getalsmatige beschrijving hebben de organisaties nodig om te kunnen beoordelen in welke mate de afspraken landen in de aangeboden contracten. En om na te gaan of aanvullende acties nodig zijn om tot een (versnelling van) de uitvoering van de afspraken in het bestuurlijk akkoord te komen. De monitor geeft daarnaast een beperkte beschrijving van de regionale verschillen en de inzet van de zorgverzekeraars. Geen inzicht wordt gegeven in de mate waarin de groeiruimte per afspraak wordt aangewend. De voorbeelden van aanvullende investeringen die de NZa noemt, geven ‘te weinig houvast’.
In de volgende monitor verwachten de organisaties dan ook een feitelijk én proces- en getalsmatig overzicht per afspraak en inzicht in de aanwending van de beschikbare groeiruimte, inclusief de regionale verschillen en de inzet van zorgverzekeraars.
Afspraken worden niet teruggezien in contract
De NZa constateert dat de contracten in vergelijking met 2018 geen grote verschuivingen laten zien als het gaat om onderwerpen als meer tijd voor de patiënt, ANW-zorg, zorg voor kwetsbare groepen, versterking van de organisatie en infrastructuur (O&I) en ICT en zorginfrastructuur. Volgens de LHV en InEen is dat geen verrassing, maar wel een grote zorg. Ze vroegen minister Bruins (Medische Zorg) al eerder erop toe te zien dat de gemaakte afspraken uit het hoofdlijnenakkoord worden nageleefd, nadat ze van hun achterban te horen kregen dat deze de afspraken niet terugzien in hun contracten.
Volgens de NZa zijn er grote regionale verschillen. In de brief laten LHV en InEen weten informatie te missen over welke regio’s er zijn, welke partijen aan tafel zitten, over welke problemen wordt gesproken, of er een regionale analyse is gemaakt waarop al dan niet afspraken zijn gemaakt en of de desbetreffende zorgverzekeraars deze afspraken hebben opgenomen in de contracten met de betrokken zorgverleners.
Lees ook het artikel op ZorgenZ: Eerste Monitor contractafspraken huisartsenzorg: grote regionale verschillen en ontevreden huisartsen
Inzetten extra personeel
LHV en InEen verwachten ook verder onderzoek van de NZa om zeker te stellen dat op korte termijn daadwerkelijk extra personeel kan worden ingezet in de huisartsenpraktijk. Beiden herkennen namelijk het beeld niet dat de NZa schetst dat de mogelijkheden om extra personeel in te zetten in de huisartsenpraktijk te weinig worden benut. Huisartsen wijzen hiervoor diverse redenen aan, zoals de complexe bekostigingssystematiek, te strikte door zorgverzekeraars gestelde (aanvullende) voorwaarden, lage tarieven en huisvestingsproblemen
Voor de doorontwikkeling van de huidige eerste monitor verzoeken LHV en InEen de NZa om – in navolging van de aanpak bij de monitor wijkverpleging – niet te wachten op de volgende monitor, maar om op korte termijn te starten met een zogenaamd verdiepingsoverleg.
Bekostigingssystematiek
De LHV en InEen onderschrijven de aanbeveling om de huidige complexe bekostigingssystematiek te vereenvoudigen. ‘Wat ons betreft behoren discussies over bijvoorbeeld de hoogte, de opbouw en indexatie van de tarieven en de wijze van bekostiging van de POH-S (via S1, S2 en/of S3 al dan niet met specifieke voorwaarden per zorgverzekeraar) snel tot het verleden’, zo staat in de brief
Lees hier de brief van de LHV en InEen
(Foto: Shutterstock)