Minister wil in elke wijk herkenbare en aanspreekbare wijkverpleegkundige teams

Minister wil in elke wijk herkenbare en aanspreekbare wijkverpleegkundige teams

Datum: 17 mei 2019

Minister Hugo de Jonge (VWS) wil de versnippering in de wijkverpleging aanpakken. Hij wil dat voor iedereen herkenbare teams wijkverpleging integrale zorg gaan verlenen in de wijk en dat deze teams gaan samenwerken. Als één team gaan samenwerken in de buurt wil de bewindsman volgend jaar al invoeren voor de avonden en weekenden. Ook moet de bekostiging op de schop. De bewindsman wil gaan belonen voor zorg de het best past bij de cliënt. Dat schrijft hij in een brief over de toekomst van de wijkverpleging naar de Tweede Kamer.

Begin maart zei minister De Jonge in het discussieprogramma Buitenhof dat de marktwerking in de zorg te ver is doorgeschoten.“Vooral in de thuiszorg zien we daardoor een verspilling van menskracht. Wijkverpleegkundigen die van de ene cliënt naar de andere cliënt moeten die in andere wijk woont, dat kan echt niet meer.” Ook in een interview in het Algemeen Dagblad vertelde hij waartoe de marktwerking in de praktijk heeft geleid: diverse thuiszorgaanbieders die in een wijk werken, wijkverpleegkundigen die veel reistijd kwijt zijn, en voor huisartsen onduidelijk wie ze moeten bellen als een patiënt thuiszorg nodig heeft. ZorgenZ publiceerde hier dit artikel over: De Jonge: “Minder ongecontracteerde zorg en minder keuzevrijheid in wijkverpleging.”

Knelpunten
In de brief stelt De Jonge dat de huidige manier van werken in de wijkverpleging niet houdbaar is voor de toekomst. ‘Het is belangrijk de schaarste eerlijk en doelmatig te verdelen’. Ook constateert hij dat per wijk veel verschillende zorgaanbieders actief zijn, wat de noodzakelijke samenwerking bemoeilijkt. Het is nog onduidelijk waarom er zoveel nieuwe aanbieders zijn bijgekomen. Het staat het in samenhang bieden van zorg en ondersteuning in de weg. Cliënten hebben onvoldoende inzicht in de kwaliteit van zorgaanbieders, waardoor het voor hen lastig is om uit het ruime aanbod tijdig de juiste zorgaanbieder te vinden. Verder schrijft De Jonge: ‘Vanuit hun zorgplicht kopen zorgverzekeraars zorg in en bewaken via hun contracten de kwaliteit en doelmatigheid van de ingekochte zorg. In toenemende mate is in de wijkverpleging sprake van niet-gecontracteerde zorg waarbij een zorgaanbieder ook een rekening aan de zorgverzekeraar kan sturen zonder deze waarborg. Partijen beschouwen het als ongewenst dat de afgelopen jaren in de sectoren wijkverpleging en ggz de omvang van de niet-gecontracteerde zorg in omvang is toegenomen indien het ondoelmatige of onrechtmatige zorg betreft. Ondoelmatige zorg leidt tot een oneerlijke verdeling van personeel over cliënten.’
Ook de bekostiging van de wijkverpleging pakt niet altijd goed uit. Nu wordt vaak meer inzet van personeel beloond, ‘ vanwege de volumeprikkel in de bekostiging.’

Extra stappen: versnelling en meer focus
Er gebeurt volgens De Jonge al veel om deze knelpunten aan te pakken, maar niet genoeg en daarom wil hij in 2020 en 2021 extra stappen zetten. Hij denkt aan het versterken van de coördinatiefunctie voor het eerstelijnsverblijf (ELV) en het aan de orde stellen van de avond, nacht, weekend (ANW) wijkverpleging. Dit zal in 2021 worden gevolgd door afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders over de lokale invulling van het herkenbare team in de wijkverpleging. Intussen zal de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), samen met partijen, onderzoek doen naar systeemfuncties in de wijkverpleging.

Herkenbare teams
De minister pleit dus voor aanspreekbare en herkenbare teams, die niet per se van één aanbieder hoeven te zijn.Het gaat erom dat mensen weten waar ze moeten zijn als ze wijkverpleegkundige zorg nodig hebben. Deze aanpak moet leiden tot meer samenwerking binnen de wijk en een efficiëntere inzet van zorgprofessionals; ook in de ANW-uren. ‘Dit perspectief sluit goed aan bij het traject ‘de juiste zorg op de juiste plek’ en vereist een goede verbinding met de curatieve zorg (huisartsen(post), ziekenhuis) en het sociaal domein (wijkteam)’, aldus De Jonge. Het zal eraan bijdragen dat zorgaanbieders die cliënten in zorg hebben ook gelijk verantwoordelijkheid voor het grotere geheel in de wijk hebben. Professionals en cliënten kunnen zo eenvoudiger de juiste wijkverpleegkundige zorg vinden, zoals de transferverpleegkundige die de overgang begeleidt van het ziekenhuis naar huis. Andersom kan het team makkelijker contact leggen met andere lokale partijen.

Bekostiging aanpassen
De Jonge wil de bekostiging zodanig wijzigen dat deze het mogelijk maakt om de geleverde kwaliteit beter te belonen en samenwerking tussen wijkverpleegkundigen en andere lokale partners te faciliteren. Zorgaanbieders moeten worden beloond voor het inzetten van slimme zorg op basis van de persoonlijke wensen van de cliënt, waarmee ze cliënten zelfredzamer maken.
Het moet voor zorgaanbieders rendabel zijn om goede zorg te verlenen aan cliënten, ongeacht of deze nu een lichte of zwaardere problematiek hebben. Met behulp van inzichtelijke cliëntprofielen kunnen zorgaanbieders dit onderscheid beter maken. Wanneer het rendabeler wordt om zwaardere cliënten in zorg te nemen, zal het rondbellen van huisartsen en transferverpleegkundigen voor het regelen van vervolgzorg sneller tot het verleden behoren. Zo kan de toeleiding naar zorg soepeler verlopen, schrijft De Jonge. Hoe hij dit precies gaat inrichten, laat hij afhangen van het advies van de NZa die werkt aan een nieuw bekostigingsmodel.
Hij verwacht eind 2021, beging 2020 een besluit te kunnen nemen over de nieuwe bekostiging.
Lees ook het artikel: Nieuwe bekostiging wijkverpleging: stand van zaken

Keuzevrijheid
Branchevereniging ActiZ laat in en verklaring tegenover persbureau ANP weten blij te zijn met de betrokkenheid van de minister bij de toekomst van de wijkverpleging in Nederland. “Cliënten die een beroep doen op wijkverpleging moeten zo snel en zo goed mogelijk worden geholpen. Het is fijn als daarbij iets te kiezen valt, maar de keuze moet zo gemakkelijk mogelijk worden gemaakt. Keuzevrijheid in de wijkverpleging is van belang, maar cliënten moeten in de eerste plaats verzekerd zijn van goede, tijdige en toegankelijke zorg. Daar waar de effecten van marktwerking afbreuk doen aan deze uitgangspunten, zullen we moeten optreden. Het belang van de cliënt staat immers centraal en niet het systeem eromheen.”

 

(Foto: Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *