Minder gesprekken over levenseinde met laag opgeleide patiënten

Minder gesprekken over levenseinde met laag opgeleide patiënten

Datum: 22 maart 2018

Zorgverleners praten minder met patiënten over beslissingen rondom het levenseinde als hun patiënt laag opgeleid is. Het gaat dan bijvoorbeeld over hoe een patiënt aankijkt tegen doorgaan of stoppen van een levensverlengende of palliatieve sedatie. Dit blijkt uit een kennissynthese van het NIVEL naar sociale ongelijkheid in de palliatieve zorg. De auteurs raden zorgverleners aan om bij de laagst opgeleide patiënten en naasten alert te zijn op de kwalitatieve zorg.

Opleidingsniveau blijkt een rol te spelen bij hoe patiënten en naasten de palliatieve zorg ervaren en op de mate waarin er met hen wordt gesproken over beslissingen aan het levenseinde. Uit de kennissynthese blijkt dat zorgverleners daarover minder gesprekken voeren met patiënten met hooguit basisonderwijs. Patiënten en hun naasten voelen zich waarschijnlijk beter gehoord en ervaren meer regie over hun zorg en resterende leven wanneer ze actiever geïnformeerd worden en hun wensen bespreekbaar zijn.

Ongelijkheid zit in ervaren kwaliteit van zorg
De auteurs zagen geen verschillen tussen hoger en lager opgeleide mensen in het aantal contacten met hun huisarts aan het eind van het leven. Er is ook geen relatie tussen al dan niet thuis overlijden en het opleidingsniveau van de patiënt. Ongelijkheid lijkt dus niet zozeer te zitten in de hoeveelheid zorg, maar in de ervaren kwaliteit van zorg.

Minder respect voor autonomie
Lager opgeleide patiënten ervaren minder vaak dat zorgverleners respect hebben voor hun autonomie. Hier gaat het bijvoorbeeld over kunnen meebeslissen in de zorg en rekening houden met de wensen van de patiënt. Ook laag opgeleide nabestaanden noemen soortgelijke ervaringen: zij zijn relatief slecht te spreken over de mate waarin de zorgverleners respect toonden voor hun autonomie. Overigens ervaren hoog opgeleide patiënten, met minimaal een hbo-diploma, ook minder respect vanuit de zorgverleners voor hun autonomie dan de patiënten met gemiddelde opleiding (mbo).

Minder aandacht voor psychosociaal en spiritueel welbevinden
Nabestaanden met hooguit basisonderwijs ervaren ook minder aandacht van zorgverleners voor hun psychosociaal en spiritueel welbevinden dan nabestaanden met een gemiddelde opleiding. Er is bijvoorbeeld weinig aandacht voor hun gevoelens, zorgervaringen en voor hun levensovertuiging. Nabestaanden met een hbo- of universitaire opleiding waren hier overigens minder over te spreken dan de nabestaanden met een vmbo- of mbo-opleiding.

(Foto: Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *