Mijden van vervolgzorg neemt toe

Mijden van vervolgzorg neemt toe

Datum: 28 oktober 2015

mijden_van_zorg_zorgenzHet NIVEL heeft in opdracht van het ministerie van VWS onderzoek verricht naar de aard en omvang van het mijden van zorg, het achterhalen van redenen voor het mijden van zorg en kenmerken van mensen die zorg mijden. Het percentage mensen dat een verwijzing niet opvolgt, stijgt sinds 2010.

Het mijden van zorg is vanuit twee kanten benaderd. In de eerste plaats is onderzocht of mensen afgezien hebben van een bezoek aan de huisarts. In de tweede plaats deed NIVEL onderzoek naar het niet opvolgen van een advies van de huisarts.

Huisartsenbezoek stabiel
Een analyse van het gemiddeld aantal huisartsenbezoeken per jaar geeft geen aanwijzingen dat in de periode 2008 t/m 2014 bepaalde groepen vaker hebben afgezien van een bezoek aan de huisarts. Zo’n 15% van de mensen heeft in de 12 maanden voorafgaand aan de vragenlijst afgezien van een bezoek aan de huisarts. Meer dan de helft (53%) van hen doet dat omdat ze denken dat de klacht vanzelf overgaat. Ongeveer 20% vond de klacht niet ernstig genoeg/had er niet echt last van. Ook ongeveer één vijfde (22%) wilde het probleem zelf oplossen en ook ongeveer één vijfde (21%) zag op tegen (eventuele) (vervolg)kosten. Ongeveer 3% van de mensen ziet af van een bezoek aan de huisarts vanwege financiële redenen. Dit percentage neemt door de jaren heen niet toe. Het zijn vooral jongeren en mensen met een laag inkomen.

Opvolging vervolgzorg daalt
Het percentage mensen dat een verwijzing niet opvolgt, stijgt sinds 2010 wel. Uit de gekoppelde data van Vektis en de NIVEL Zorgregistraties blijkt dat het percentage patiënten dat een nieuwe verwijzing van de huisarts naar de medisch specialist niet binnen een half jaar opvolgt, toeneemt. In 2008 en 2009 was dit percentage mijders van vervolgzorg relatief constant op 18-20%, in 2011 steeg het naar 23% en in 2012 en 2013 naar respectievelijk 26% en 27%. Het percentage patiënten dat de geneesmiddelen niet binnen zeven dagen ophaalt, steeg in 2011 naar 2012 van 24% naar 28% en sindsdien is het weer vrijwel constant.

Diverse groepen
Jongvolwassenen (18-39 jaar) zien vaker af van vervolgzorg dan andere leeftijdsgroepen. Mensen die in achterstandswijken wonen, halen vaker hun voorgeschreven geneesmiddelen niet op dan mensen in andere wijken.
Vrouwen halen vaker hun voorgeschreven geneesmiddelen niet op dan mannen. Patiënten met chronische aandoeningen volgen vaker dan patiënten zonder chronische aandoeningen een verwijzing naar de medisch specialist niet op. Daarentegen halen zij juist vaker hun geneesmiddelen wel op dan mensen zonder chronische aandoeningen.

Diverse bronnen en beperkingen
Voor het onderzoek is een begeleidingscommissie ingesteld die bestond uit vertegenwoordigers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), de Consumentenbond en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Gebruik is gemaakt van diverse bronnen: er is een vragenlijst afgenomen onder leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL, er zijn interviews afgenomen onder panelleden die aangaven dat zij zorg hebben gemeden, er is gebruik gemaakt van registratiedata afkomstig uit de NIVEL Zorgregistraties eerste lijn en er is een koppeling gemaakt met declaratiegegevens van Vektis. Toch ontbreekt de meest kwetsbare groep in het vragenlijstonderzoek. Dit betekent dat het gevonden percentage mensen dat huisartsenzorg mijdt, een onderschatting kan zijn. Het is ook niet bekend wat het effect van de stijging van het eigen risico na 2013 is geweest.

Het complete onderzoek Inzicht in zorgmijden: aard, omvang, redenen en achtergrondkenmerken is hier te downloaden.

(Foto: Photocreo-Michal Bednarak/Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *