Martin van Rijn staat pal voor wijkverpleegkundigen

Martin van Rijn staat pal voor wijkverpleegkundigen

Datum: 20 december 2016

martin_van_rijn_zorgenzBegin december stond in het TV-programma Nieuwsuur de vraag centraal ‘Kan iemand die veel zorg nodig heeft, thuis blijven wonen of is opname in het verpleeghuis beter?’ Naar aanleiding van deze uitzending heeft de Tweede Kamer aan staatssecretaris Martin van Rijn om een reactie gevraagd. Daarin breekt hij een lans voor de wijkverpleegkundigen.

Martin van Rijn heeft deze week in een brief naar de Kamer gereageerd op de uitzending. Hij noemt zorg dichter bij de mensen met langer thuis wonen een belangrijke doelstelling van de hervorming van de langdurige zorg. Het overhevelen van de wijkverpleging naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) sluit daarbij aan. Door de overheveling is de wijkverpleging dicht bij de huisartsenzorg gepositioneerd en kunnen mensen langer zelfstandig blijven wonen.

Meer ruimte voor professioneel handelen
Met de inzet van wijkverpleging wordt voorkomen dat mensen gebruik moeten maken van duurdere (acute) medisch specialistische zorg of tijdelijk eerstelijnsverblijf. Met de overheveling naar de Zvw heeft de wijkverpleegkundige meer ruimte om vanuit de professionaliteit van het vak te handelen. Ze kunnen zelf indiceren en optimaal bepalen hoeveel zorg iemand nodig heeft. Hierbij wordt de omgeving van de patiënt en de mogelijkheid tot zelfmanagament meegewogen. De wijkverpleegkundige bepaalt tevens of de situatie van de patiënt niet langer houdbaar is thuis.
In Nieuwsuur geven wijkverpleegkundigen aan dat zij bij een bepaald aantal uren zorg soms verplicht het gesprek met de patiënt moeten aangaan over de mogelijke stap richting Wlz. Het uitgangspunt bij de Zvw is echter dat de indicatiestelling van de wijkverpleegkundige leidend is. Indien zorg vanuit de Wlz gewenst is, moet het CIZ de Wlz-aanvraag objectief beoordelen. De wijkverpleegkundige bepaalt wat de beste zorg is.

Uitwerking van de inhoudelijke agenda
Van Rijn acht het van belang om de wijkverpleegkundigen maximaal te ondersteunen bij de uitoefening van het vak. Met name de verdere ontwikkeling van richtlijnen en praktische handvatten voor de indicatiestelling, zijn van groot belang. Dat helpt zorgverzekeraars ook om erop te vertrouwen dat op de werkvloer in het belang van hun verzekerden wordt gehandeld, waarbij zowel kwaliteit als doelmatigheid voorop staan. Partijen in het veld werken aan de nadere uitwerking van de inhoudelijke agenda die de kwaliteit van de wijkverpleegkundige zorg verder brengt.

De kaders van de Zvw en de Wlz
De staatssecretaris ziet het als een belangrijke taak van zorgverzekeraars om de doelmatigheid van de zorguitgaven te bewaken. Bij de overheveling van de wijkverpleging naar de Zvw zijn de beschikbare kaders en de bijbehorende premies voor de Wlz verlaagd en voor de Zvw verhoogd. In 2016 en 2017 groeit het kader wijkverpleging met € 180 miljoen per jaar om de toenemende zorgvraag te kunnen opvangen. Zo hebben verzekeraars de financiële ruimte om de vraag in te kopen.
In de reportage van Nieuwsuur komt tevens aan bod dat het soms onvoordelig kan zijn voor een patiënt om de zorg in de Wlz te ontvangen. Daarvoor geldt een eigen bijdrage en mogelijk minder uren zorg. Het signaal dat mensen door de eigen bijdrage en de mogelijke minder uren zorg in de Wlz hun keuze laten beïnvloeden, ziet Van Rijn als reden voor nader onderzoek.

Zo lang mogelijk thuis wonen staat voorop
Hij besluit zijn brief met: ‘De wens van mensen om zo lang mogelijk thuis te wonen, staat voorop. De wijkverpleegkundigen spelen een belangrijke rol bij het mogelijk maken hiervan. De positieve weg die is ingeslagen door de wijkverpleegkundige haar vak terug te geven, wil ik graag voortzetten. Ik zou het heel erg betreuren als de verdere ontwikkeling van dat vak wordt beïnvloed door de discussie of een patiënt vanuit het ene of andere domein zou moeten worden betaald. De investering in de kwaliteitsagenda, waarmee de wijkverpleegkundige inhoudelijk wordt ondersteund, blijft van groot belang. Het proces om deze ontwikkeling verder in te zetten, wil ik graag faciliteren. Als blijkt dat er in de praktijk minder zorg in de Wlz wordt geleverd en meer zorg in de Zvw ben ik bereid om te kijken wat dit betekent voor de kaders. Vooralsnog wijzen de signalen hier echter niet op.’

(Foto Martin van Rijn: VWS)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *