Martin van Rijn: Opheldering wijkverpleging

Martin van Rijn: Opheldering wijkverpleging

Datum: 29 september 2014

maetin_van_rijn_zorgenz_vwsHANDELEN NAAR EIGEN INZICHT – In antwoord op Kamervragen van Renske Leijten (SP) geeft staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) aan dat hij het beeld ‘dat de wijkzuster wordt opgesplitst’ betreurt. Hij onderschrijft de tweedeling via de zorginkoop echter niet en geeft opheldering over de segmenten 1 en 2 in de Bekostiging wijkverpleging 2015.

Er blijkt verwarring over de NZa-prestatie ‘wijkgericht werken’ (segment 1, € 40 miljoen) en de individueel toewijsbare verpleging en verzorging (segment 2, ruim € 3,1 miljard). Volgens Van Rijn vormt de wijkverpleegkundige, samen met de huisarts, een belangrijke spil in de wijk. “De vrije ruimte om naar eigen inzicht te handelen is precies wat ik beoog. Zo zal vanaf 2015 de indicatierol, die nu door het CIZ wordt uitgevoerd, door de wijkverpleegkundige worden gedaan. Zij zal daarbij breder kijken dan de oorspronkelijke zorgvraag van de cliënt, bijvoorbeeld naar zelfredzaamheid en sociale omgeving. Daarbij hoort dat de wijkverpleegkundige gehoor kan geven aan signalen die zij in de dagelijkse praktijk ontvangt. Het behoort tot de professionele autonomie van de wijkverpleegkundige om in te schatten wanneer het inschakelen van het sociale domein noodzakelijk is. Deze taken maken onderdeel uit van de zorgverlening aan de cliënt en behoren daarmee tot de individueel toewijsbare zorg. Uiteraard kan de wijkverpleegkundige ook zelf zorg verlenen: zij is in de eerste plaats een zorgverlener. De wijkverpleegkundige kan dus, veel meer dan nu het geval is, naar eigen inzicht handelen.”

Wat is dan de bedoeling van de extra investering in de wijkverpleging met 40 miljoen euro via de NZa-prestatie?
“Het gaat hierbij om zaken als deelname van de wijkverpleegkundige aan het sociale wijkteam en andere wijkgerichte activiteiten. De wijkgerichte zorg vormt een impuls voor de samenwerking tussen gemeente en zorgverzekeraars in 2015. Met het wijkgericht werken wordt het mogelijk gemaakt dat mensen op basis van signalen uit het sociale wijkteam, bijvoorbeeld over zorgmijders of mensen die de weg naar de zorg niet kennen, worden geholpen. Dat betekent: kijken wat er aan de hand is en indien nodig doorschakelen naar Zvw-zorg en/of welzijn. Deze prestatie is niet bedoeld voor het indiceren van cliënten. Zorgverzekeraars kiezen ervoor om deze prestatie bij een beperkt aantal aanbieders te contracteren.” Het betreft volgens Van Rijn overigens ook een zeer beperkt deel van de cliënten. Het overgrote deel komt via de huisarts of het ziekenhuis in zorg. Zorgverzekeraars hebben er voor gekozen om deze prestatie bij een beperkt aantal aanbieders te contracteren.

Herbergt de onderverdeling van de wijkverpleegkundige zorg in segmenten niet het risico dat organisaties die alleen gecontracteerd worden voor het wijkgericht werken, hun verpleegkundigen niet integraal kunnen inzetten?
Dat is volgens de staatssecretaris niet het geval. “Organisaties die gecontracteerd worden voor het wijkgericht werken, moeten ook gecontracteerd worden voor de individueel toewijsbare verpleging en verzorging. Op die manier zal de deskundigheid van de wijkverpleegkundigen ten volle benut worden, blijven ze bekwaam en bevoegd voor het uitvoeren van zorg, behouden ze hun BIG registratie en leveren ze goede kwaliteit van zorg.”
Op dit moment wordt samen met de sector gewerkt aan een monitor om goed zicht te krijgen op de wijze waarop het wijkgericht werken vorm krijgt. De inzichten die verkregen worden uit deze monitor kunnen worden meegenomen bij de bekostiging van de wijkverpleging vanaf 2016.

De op deze Kamervragen betrekking hebben stukken zijn hier te downloaden.

(Foto: VWS)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *