Marja van Leeuwen (Plicare): “Geen versnippering wijkverpleegkundige functie”

Marja van Leeuwen (Plicare): “Geen versnippering wijkverpleegkundige functie”

Datum: 2 september 2016

plicare_marja_van_leeuwen_zorgenzPlicare is een coöperatie voor en door wijkverpleegkundigen die ruim een jaar bestaat. Hun onafhankelijkheid is hun grote kracht. Welke ervaringen hebben deze ‘ambassadeurs van het nieuwe werken’ opgedaan? Directeur Marja van Leeuwen wil graag doorgaan op de ingeslagen weg, met als richting de wijkverpleegkundige de poortwachter van de care te maken. Maar ze is bezorgd over de invoering van een integraal tarief. “Cliëntgebonden en niet-cliëntgebonden taken samenbrengen in één wijkverpleegkundige brengt risico’s met zich mee.”

Plicare is een coöperatieve vereniging met 40 onafhankelijke wijkverpleegkundigen die uitsluitend niet-cliëntgebonden taken (niet toewijsbare en niet-geïndiceerde wijkgerichte zorg) uitvoeren. De coöperatie is opgezet door zorgorganisaties Woonzorgcentra Haaglanden, Fundis en Florence. Bij de start van dit initiatief besteedde Zorgenz er vorig jaar aandacht aan: Plicare pleit voor een onafhankelijke wijkverpleegkundige.

Wanneer we er toch zijn
De gedachte was: een zelfstandige coöperatie garandeert de onafhankelijke positie van de wijkverpleegkundige. ‘De Plicare-medewerkers zijn de ambassadeurs van het nieuwe werken volgens de principes van eigen kracht, zelfmanagement en het inzetten van het sociaal netwerk’, zo staat in het eerste jaarverslag te lezen. Directeur/bestuurder Marja van Leeuwen zegt desgevraagd zeer tevreden te zijn over het afgelopen eerste jaar van Plicare. “Huisartsen, zorgverzekeraars en gemeenten zien de meerwaarde van ons werk. We doen niet-cliëntgebonden taken en wijkgerichte zorg, zoals netwerkontwikkeling, preventie en gezondheidschecks. Onze medewerkers zijn ondernemend en regelen dat ze op een beurs staan of organiseren een markt. We doen ook wel verpleegkundige handelingen. Wanneer we er toch zijn, zeggen we dan. Het gaat wel om kortdurende handelingen of handelingen die de cliënt of diens mantelzorger zelf kan aanleren.”

hedwig_vos_zorgenz

Hedwig Vos, huisarts in Den Haag.

Geen versnippering over meerdere zorgaanbieders
De Haagse huisarts Hedwig Vos schreef onlangs in een brief aan de vaste commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Sport van de Tweede Kamer dat huisartsen de samenwerking met wijkverpleegkundigen verder willen uitbouwen. Ze pleit voor meer onafhankelijke wijkverpleegkundigen en ze wil geen versnippering van de wijkverpleegkundige functie over meerdere zorgaanbieders. Volgens Vos ervaren onafhankelijke wijkverpleegkundigen geen productieprikkel en hebben zij de ruimte voor zorg voor zorgmijders, groepsvoorlichting en overleg met het sociaal wijkteam. “Dit klopt allemaal, ik kan dit alleen maar bevestigen. Dit is precies waar ons werk om draait. We werken laagdrempelig en vaak op verzoek van de huisarts of andere partners in de wijk. We houden zelf spreekuren en gaan actief op zoek naar kwetsbare wijkbewoners”, aldus Van Leeuwen.

Dankzij gerichte interventies zijn dure zorgkosten vermeden
Volgens Van Leeuwen maken de Plicare-wijkverpleegkundigen significant het verschil. Cijfers uit het jaarverslag moeten dat aantonen: 40 wijkverpleegkundigen hebben in 2015 het grote aantal van 8.346 wijkbewoners gezien, 7,8% is doorverwezen naar een zorgorganisatie. In de andere gevallen bleven de bewoners zelfredzaam (44,1%) en in 48,1% is een andere oplossing gevonden. Het aantal cliënten dat doorverwezen is naar een Wmo-voorziening is 14,2%. Door de interventies kunnen de cliënten hun leven zelf weer oppakken, met behoud van eigen regie en kwaliteit van leven. Dure zorgkosten worden vermeden.

Waardering voor onafhankelijke positie
In het jaarverslag komt een aantal mensen aan het woord over de werkwijze en de resultaten van Plicare. Zo zegt Saskia Oostrom, stedelijk manager sociale wijkzorgteams van de gemeente Den Haag: ‘Zij (de wijkverpleegkundigen, red.) gaan door totdat zij een geschikte en vaak praktische oplossing hebben gevonden waarbij de zelfstandigheid van de Hagenaar zoveel mogelijk intact blijft.’ Ook Lex van Wijngaarden, directeur van gezondheidscentrum Goverwelle in Gouda, laat zich lovend uit over de aanpak. De wijkverpleegkundige heeft volgens hem voelsprieten in de wijk, weet wat er speelt en is zichtbaar in het centrum. Er is sprake van bijzonder korte lijnen en alle professionals maken optimaal gebruik van elkaars kwaliteiten. Hij wil graag op deze wijze blijven samenwerken.

Wijkplannen
De wijkverpleegkundigen richten zich op het gezonder maken van de wijk door mensen aan te spreken op hun netwerk en wat ze nog wel kunnen. Ze hebben voor elke wijk een wijkplan gemaakt, op basis van gesprekken en analyses. Ze hebben hiervoor de gegevens gebruikt van de Vraag Aanbod Analyse Monitor Eerstelijnszorg van het NIVEL en de Patiëntenfederatie Nederland. In de plannen staan per wijk de activiteiten en met wie er wordt samengewerkt.

Wijkverpleegkundige gaat deel uitmaken van learning community
In het jaarverslag noemt Plicare de ambities: indiceren en waar nodig ongeplande zorg bieden, uitbreiden van kortdurende, verpleegkundige handelingen, een passend registratiesysteem implementeren en verdere ontwikkeling van de wijkverpleegkundige functie. De manier waarop de coöperatie haar wijkverpleegkundigen inzet, vraagt om initiatief en ondernemingszin. ‘De wijkverpleegkundige maakt straks deel uit van een learning community. In de samenwerking en verbinding met huisartsen, gemeenten en gezondheidsorganisaties leggen we meer de nadruk op de gezondheidszorg en het brede verpleegkundige aandeel hierin. Een belangrijk onderdeel hiervan is de verbinding met het sociale domein’, aldus het jaarverslag.

Noodzakelijke zorg gaat voor op wijkgerichte activiteiten
Een vliegende start, maar toch maakt Van Leeuwen zich zorgen over de nabije toekomst. Staatssecretaris Van Rijn heeft besloten dat er een integraal tarief moet komen voor de wijkverpleegkundige functie. De verwachting is dat de zorgverzekeraars ervoor kiezen om de cliëntgebonden en niet-cliëntgebonden taken weer te koppelen aan één wijkverpleegkundige die daar vorm en inhoud aan geeft. Van Leeuwen: “Wij zien in de praktijk dat deze taken niet goed in samenhang kunnen worden uitgevoerd, omdat noodzakelijke zorg altijd voorgaat op wijkgerichte activiteiten. Wij merken dat vrijwel alle aanbieders die op zowel cliëntgebonden en niet-cliëntgebonden taken vanuit één wijkverpleegkundige hebben ingezet, niet voldoen aan de verwachte inzet van niet-cliëntgebonden taken.” Lex van Wijngaarden zegt in het jaarverslag ook het geen aantrekkelijk idee te vinden als cliëntgebonden en niet-cliëntgebonden taken weer worden samengebracht. ‘Bij een combinatie van die taken schiet de niet-cliëntgebonden taak we nog wel eens bij in. Cliënten die wachten op toegewezen zorg, kun je niet laten schieten.’

“Dat is de richting die we uit willen: de huisarts als de poortwachter van de cure, de wijkverpleegkundige als poortwachter van de care.”

Versnippering functie groot risico van integraal tarief
In een brief aan gemeenten schetst Van Leeuwen mogelijke risico’s van een integraal tarief: namelijk dat versnippering van de functies over meer zorgaanbieders leidt tot meer gezichten in de wijk, minder tijd en mogelijkheden voor wijkgerichte activiteiten en minder onafhankelijkheid van de wijkverpleegkundigen. Zij stipt een ander punt aan: “Het kan zijn dat verzekeraars geen niet-cliëntgebonden zorg zullen inkopen als het niet hun kerngebied is. Niet-ingekochte zorg betekent geen zorg. Dan moet de wijkverpleegkundige eerst nagaan bij wie een wijkbewoner verzekerd is. Daar moeten we een volgbeleid over afspreken.”
Ook betekent de nieuwe bekostiging dat op cliëntniveau moet worden geregistreerd. “Bij zorgmijders ligt dit lastig, omdat van deze doelgroep niet alle gegevens beschikbaar zijn.” Van Leeuwen wijst erop dat de laagdrempeligheid van de wijkverpleegkundige in gevaar komt. “Enerzijds door de verplichte registratie, anderzijds doordat zij van tevoren moet weten hoe de cliënt verzekerd is om niet voor niets contact te hebben met een cliënt die mogelijk niet verzekerd is voor deze zorg.”
Van Leeuwen wil met haar brief bereiken dat gemeenten in stelling komen en aan verzekeraars het signaal afgeven dat het mogelijk verdwijnen van de functie het welzijn en de gezondheid van hun burgers niet ten goede komt.

De wijkverpleegkundige als poortwachter van de care
Integrale zorg leveren is volgens Van Leeuwen nog toekomstmuziek. “Zeker op dit moment, de taken omvatten zo’n breed terrein. Ook hebben we te maken met een tekort aan wijkverpleegkundigen.” Ze is het dan ook eens met hoogleraar ouderengeneeskunde en directeur van de Leyden Academy Jos Slaets, die onlangs in een veel gelezen blog op Skipr erop wees dat de terugkeer van de wijkverpleegkundige valse nostalgie is. De traditionele wijkverpleegkundige naar 2016 transporteren kan niet. ‘Het is ondoenlijk om alle rollen die een wijkverpleegkundige moet vervullen, in één persoon gestalte te geven.’ Van Leeuwen hoopt dat de wijkverpleegkundige een zelfstandige positie en functie krijgt, zoals een fysiotherapeut of ergotherapeut. “Dat is de richting die we uit willen: de huisarts als de poortwachter van de cure, de wijkverpleegkundige als poortwachter van de care.”

Corina de Feijter

plicare_jaarverslar_zorgenzplicare_wijkplannen_zorgenzHet jaarverslag van Plicare is hier te downloaden, evenals het document met de wijkplannen.

 

(Foto’s van Marja van Leeuwen en Hedwig Vos: Studio Oostrum)

 

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *