Mantelzorgers en vrijwilligers: waardevol en onmisbaar

Mantelzorgers en vrijwilligers: waardevol en onmisbaar

Datum: 18 januari 2016

in_voor_mantelzorg_zorgenzEén op de drie Nederlanders verleent informele zorg of ondersteuning. Dit is een gemêleerde groep, zo blijkt uit het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) ‘Informele hulp: wie doet er wat?‘ In zijn recente brief aan de Tweede Kamer gaat staatssecretaris Martin van Rijn van VWS in op het SCP-onderzoek, alsmede op de eindrapportage van het programma In voor Mantelzorg en op de Toekomstagenda Informele Zorg en Ondersteuning.

Het gaat om vrijwilligers die mensen hulp bieden bij hun dagelijkse levensbehoeften. De inzet is het versterken, verlichten en verbinden van de informele zorg. Van Rijn stelt dat er reeds veel in gang is gezet en hij ziet het als zijn rol om dit te volgen, te ondersteunen en aandacht te blijven besteden aan de positie van mantelzorgers en vrijwilligers.

informele_hulp_scp_zorgenz

De cover van Informele hulp: wie doet er wat?, uitgegeven door het SCP.

Meesten geen behoefte aan ondersteuning
In 2014 gaven ruim 4 miljoen mensen mantelzorg, waarvan circa 600.000 langer dan 3 maanden en meer dan 8 uur per week. Bijna 1 miljoen mensen waren actief als vrijwilliger in de zorg. Mantelzorg wordt in de meeste gevallen verleend aan familie, maar ook aan vrienden (12%) en buren (6%). Vrouwen geven iets vaker mantelzorg (58% vrouw, 42% man), het aantal uren is gelijk. Vrijwilligerswerk wordt voor 65% door vrouwen gedaan. Mantelzorg is geen keuze maar overkomt je vanwege een naaste die behoefte heeft aan zorg. Relatief lichte hulp kan al essentieel zijn voor de kwaliteit van leven van hulpvragers. Ruim 80% van de mantelzorgers krijgt een goed gevoel van het helpen. De meeste mantelzorgers vinden zichzelf voldoende kundig, redden zich prima en hebben geen behoefte aan ondersteuning. Ook de samenwerking met professionals gaat vaak goed.

Tien procent vindt het een zware belasting
Circa 400.000 mantelzorgers, met name van mensen met een psychische aandoening, voelen zich zwaar belast. De inzet van deze mantelzorgers is belangrijk voor het dagelijks functioneren van mensen met psychische aandoeningen. Van Rijn ondersteunt daarom het programma ‘Regie in de regio’, van het Landelijk Platform GGZ (LpGGZ) ter versterking van de positie van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Dit loopt van medio 2015 tot medio 2017. Daarnaast heeft de minister toegezegd om het budget voor familievertrouwenspersonen te verhogen. Hierover wordt afstemming gezocht met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Voorkomen van overbelasting
In 2014 maakte 1 op de 5 mantelzorgers gebruik van respijtzorg, een tijdelijke overname van zorg om de mantelzorger een adempauze te geven. Vilans heeft een infographic Respijtzorg uitgegeven, met de diverse vormen, wetten en regelingen. Overbelasting kan leiden tot ontspoorde mantelzorg, met fysiek of psychisch geweld. Het Actieplan Ouderen in veilige handen (2015-2017) wil dit voorkomen. Het zet op voorlichting, bewustwording, kennis, deskundigheidsbevordering en samenwerking tussen onder andere wijkteams, Veilig Thuis en wijkverpleegkundigen. Van Rijn zet dit voorjaar met enkele gemeenten pilots op rondom het thema ‘ontspoorde mantelzorg’. Gemeenten hebben mantelzorg op hun agenda, maar de uitvoering van ondersteuning van mantelzorgers kan beter, aldus Van Rijn.

infographic_respijtzorg_zorgenz

De infographic Respijtzorg is uitgegeven door Vilans en Mivisie.

Mantelzorgvriendelijk werkklimaat
De meeste werkende mantelzorgers beoordelen de combinatie van werk en mantelzorg positief. Ze zijn gebaat bij begrip van de werkgever en bij flexibele werktijden. Kabinetsbeleid voor een mantelzorgvriendelijk werkklimaat vindt Van Rijn essentieel. Daarom is per 1 juli 2015 het zorgverlof uitgebreid. Het programma ‘Werk en Mantelzorg’ moet mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid bevorderen. Van Rijn wil dit programma continueren in 2016.

Vrijwilligers
Sportverenigingen, culturele en maatschappelijke organisaties, scholen e.d. zijn vaak niet mogelijk zonder de inzet van miljoenen vrijwilligers. De e-publicatie ‘Minder gedoe voor vrijwilligers’ verschijnt binnenkort, met uitleg en tips over wet- en regelgeving bij het vrijwilligerswerk. Het programma ‘Vrijwillig Dichtbij’ biedt vrijwilligers ondersteuning.

Samenspel formele en informele zorg
De samenwerking tussen formele en informele zorg is en blijft een continu leerproces. Het programma ‘InvoorMantelzorg’ (Vilans en Movisie) heeft in 1,5 jaar 6.000 mantelzorgers en 3.000 zorgmedewerkers bereikt. In 7 sectoren ging men aan de slag op 8 resultaatgebieden:
1. Gelijkwaardiger samenwerking
2. Toekomstbestendige visie centraal
3. Sterkere positie van mantelzorgers
4. Betere informatie voor cliënten en mantelzorgers
5. Alerter op signalen van overbelasting
6. Wegnemen belemmerende regels
7. Toerusten van mantelzorgers
8. Technologie en digitale communicatie
Van Rijn stelt dat er veel leerervaringen zijn opgedaan. Het is leerproces dat past bij de fase waar medewerkers in de zorg in zitten; van zorgen voor, naar zorgen dat of zorgen met. Bestuurders van deelnemende organisaties vertellen de komende tijd hun ervaringen ter inspiratie om de samenwerking met informele zorg serieus te nemen.

Toekomstagenda
In het najaar van 2015 is het 3-jarig programma ‘Vrijwillig dichtbij’ gestart: 13 landelijke vrijwilligersorganisaties zetten in op deskundigheidsbevordering en begeleiding van vrijwilligers die te maken krijgen met complexe problematiek.
Eind 2014 is de ‘Toekomstagenda Informele Zorg en Ondersteuning’ opgesteld door als door organisaties van mantelzorgers/vrijwilligers, zorg en welzijn, professionals, cliëntorganisaties, VNG, ZN en gemeenten. 2015 is gewerkt aan de implementatie en de concrete vertaalslag. Ter afronding kwam er de ‘hernieuwde Toekomstagenda Informele Zorg en Ondersteuning’.

Vervolg
Afsluitend stelt Van Rijn dat de landelijke agenda is gezet. Hij wil de beweging, samen met de mensen die hem op gang hebben gebracht, koesteren en doorontwikkelen, zodat mantelzorgers en vrijwilligers zich voldoende ondersteund voelen. Hij ziet 3 onderdelen als vervolg:
1. In de praktijk verder aan de slag
2. Informele zorg meer inclusief, als onderdeel van processen in zorg en ondersteuning
3. Ontwikkelingen in de praktijk blijven volgen.

Gerda van Beek

(De foto bovenin van de cover van In voor Mantelzorg, uitgegeven door Vilans en Movisie, is gemaakt door Frank Muller.)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *