Kleinschalige woonvoorzieningen: wel of geen huisartsenzorg?

Kleinschalige woonvoorzieningen: wel of geen huisartsenzorg?

Datum: 14 november 2018

Kleinschalige woonvoorzieningen trekken een te zware wissel op huisartsen. Deze woonvorm voor ouderen wordt steeds populairder en neemt sterk toe. De medische zorg komt op de schouders van de huisartsen, terwijl de complexiteit ervan de huisartsenzorg overstijgt en randvoorwaarden niet zijn geregeld. Kleinschalige woonvoorzieningen zijn niet des huisarts, stelt de LHV. Ze heeft een leidraad ontwikkeld die huisartsen steunt in de keuze of, en zo ja onder welke voorwaarden, zij zorg leveren.

Steeds meer welgestelde ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen, gaan naar zorghuizen met maximaal twintig bewoners. Veelal zijn dit verkapte verpleeghuizen, die onder het gezag horen te staan van een specialist ouderengeneeskunde. Maar omdat de overheid de bewoners ziet als thuiswonende ouderen, blijft de huisarts de hoofdbehandelaar en eindverantwoordelijke.

Complexere zorg
Dat leidt er vaak toe dat de kleinschalige woonzorghuizen intern hun zorg niet op orde hebben, te veel leunen op de huisarts en minder gebruikmaken van de specialisten, stelt de LHV in de Volkskrant. Patiënten hebben complexere zorg nodig. De zorg en behandeling schieten er regelmatig bij in, zo ervaren huisartsen. Doordat de beschikbaarheid van een specialist ouderengeneeskunde slecht of zelfs niet is geregeld, komt de verantwoordelijkheid voor de medische zorg bij de huisarts. Ten onrechte, zo stelt de LHV.

Nieuwe leidraad biedt duidelijkheid
Al in maart van dit jaar waarschuwden LHV en Verenso de Tweede Kamer dat patiënten door deze gang van zaken noodzakelijke zorg mislopen. Nadien is er weinig veranderd. Daarom heeft de LHV een nieuwe leidraad opgesteld, bedoeld om huisartsen houvast geven.

In deze leidraad Medische zorg voor ouderen in (kleinschalige) woonzorginstellingen doet de LHV duidelijke uitspraken over waar de huisarts wel én niet van is. En aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan wil de huisarts de huisartsgeneeskundige zorg kunnen bieden.

In het kort:
– Een groeiende groep patiënten in kleinschalige woonzorginstellingen is de groep ouderen met dementie en gedragsproblemen. Dit is ‘verpleeghuiszorg met een hoog huiskamergehalte’.
– Medische zorg in de kleinschalige woonzorginstelling is niet meer des huisarts, en valt niet onder het basisaanbod huisartsgeneeskundige zorg.
– Huisartsen hebben de keuze om wel huisartsenzorg te bieden. Dan zijn schriftelijke afspraken over de randvoorwaarden noodzakelijk. De LHV brengt hiervoor een herziene modelovereenkomst uit.

Of toch geen duidelijkheid?
Een omstreden advies. Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) kent de signalen dat sommige kleinschalige instellingen de medische zorg onvoldoende regelen. Of de financiering anders moet, wordt onderzocht. Maar huisartsen kunnen volgens de minister niet zomaar cliënten weigeren. Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd.

(Foto: Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *