Jos de Blok: “Opsplitsing wijkverpleging rampzalig”

Jos de Blok: “Opsplitsing wijkverpleging rampzalig”

Datum: 2 september 2014

jos_de_blok_buurtzorg_zorgenzSPLITSING VAN WIJKVERPLEGING – De wijkverpleegkundige is een cruciale speler in de langdurige zorg, een kerndiscipline in de wijkgerichte zorg. Maar er dreigt een opsplitsing te ontstaan in twee soorten wijkverpleegkundigen: een voor persoonsgebonden zorg en een voor regelwerk. “Wijkverpleegkundigen dreigen speelbal te worden”, zegt oprichter Jos de Blok van Buurtzorg Nederland.

Wat is er aan de hand?
“De diverse betrokken partijen, zoals gemeenten, zorgverzekeraars, wijkverpleegkundigen en cliënten zelf, kijken allemaal anders aan tegen de rol van wijkverpleegkundigen. Er spelen ook allerlei belangen. Al jaren wordt deze professional achter de voordeur ingezet om direct persoonsgebonden zorg te verlenen. Een belangrijke taak is het opbouwen van een netwerk, om samen met andere zorgverleners in dat netwerk oplossingen te zoeken en het opbouwen van een steunsysteem rond een cliënt. De wijkverpleegkundige indiceert niet alleen zelf, maar heeft een breed takenpakket, ook op het terrein van preventie. Door de verschillende belangen en door het inkoopbeleid van zorgverzekeraars dreigt de functie te worden opgesplitst in twee delen. Je krijgt een wijkverpleegkundige die preventie in het sociale domein moet regelen, segment 1, en een wijkverpleegkundige voor de persoonsgebonden zorg, segment 2. Zorgverzekeraars kopen deze bij verschillende zorgaanbieders in.”

Wat zijn de gevolgen van dit uit elkaar trekken van taken?
“Dit werkt niet, omdat cliënten vaak tegelijkertijd problemen hebben op het zorgdomein en het sociale domein en dus een combinatie van diensten nodig hebben. Ze hebben behoefte aan iemand die de weg kent in het sociale domein, als een spil alles regelt en voor de afstemming met de gemeente en zorgverzekeraar zorgt. Dan is het niet handig als twee wijkverpleegkundigen dat moeten doen en naar elkaar moeten verwijzen, terwijl ze zelf capabel zijn om het ook te doen. Dan ontstaan er onnodige bureaucratie en ingewikkelde structuren. Dat valt aan een cliënt niet uit te leggen. Het leidt tot veel coördinatie, gedoe en lange wachttijd. Het heeft bovendien nog een ander gevolg. Er is nu sprake van een tekort aan wijkverpleegkundigen. Je krijgt straks twee groepen wijkverpleegkundigen die elk voor een specifiek doel worden ingezet. Dat gaat ten koste van flexibiliteit. Schoolverlaters moeten dan genoegen nemen met een parttime baan, waar ze niet van rond kunnen komen.”

Er wordt gezegd dat verzekeraars vrezen dat de wijkverpleegkundigen in de wijkteams niet onafhankelijk zijn in de toewijzing van klanten aan zorgaanbieders. Zij zouden hun eigen werkgever bevoordelen.
“Dat wantrouwen loopt hier inderdaad doorheen. Maar je mag ervan uitgaan dat wijkverpleegkundigen vanuit hun vak denken en werken volgens hun professionele standaarden. Ik denk dat het beter werkt als je regels afspreekt en die vastlegt in werkmethoden in plaats van te werken met ingewikkelde structuren.”

Dit is toch wel frustrerend voor de beroepsgroep.
“Ja, en het maakt het vak ook onaantrekkelijk. Juist die combinatie van taken en de brede generalistische invulling van hun baan maakt het werk plezierig. Ik pleit ervoor om af te spreken dat wijkverpleegkundigen tien procent van hun tijd in het sociale domein werken. Dan geef je deze professional de verantwoordelijkheid om actief bij te dragen aan preventie. Dan ontstaat een andere dynamiek. Deze opsplitsing is zo van boven naar beneden geredeneerd en gaat niet uit van het cliëntenperspectief en wat daar dan voor financiering en organisatie voor nodig is. Er is vanuit bedrijfskundige motieven geredeneerd in plaats vanuit inhoudelijke motieven. Ik ken heel veel wijkverpleegkundigen en niemand vindt de opsplitsing een goed idee. ‘Dit is onzinnig’, zeggen ze. Ze dreigen nu een speelbal te worden tussen de gemeenten en zorgverzekeraars.

Zijn de gevolgen te overzien?
“Ik denk dat dit rampzalige gevolgen gaat hebben. Het valt aan de gemiddelde burger ook niet uit te leggen. Het probleem is dat burgers het nog niet als probleem ervaren, dat maakt het zo moeilijk. We krijgen wel steeds meer vragen van cliënten over de veranderingen in de langdurige zorg. Ik denk ook dat de macht van de burgers steeds groter wordt, naarmate ze steeds afhankelijker van zorg worden. Ze zullen meer wisselen van zorgverzekeraar.”

Wat gaat u doen?
“Ik probeer zoveel mogelijk uit te leggen wat er aan de hand is en wat de kwalijke gevolgen zijn. Of we nu wel of niet gecontracteerd worden, wij kunnen segment 1, de preventie in het sociale domein, er gratis bij leveren. In onze visie is dat nodig om goede zorg te kunnen aanbieden.”

Wat verwacht u van staatssecretaris Van Rijn?
“Hij heeft al gezegd dat dit nooit de bedoeling is geweest. Ik vind dat hij met de zorgverzekeraars moet gaan praten. De besprekingen over de inkoop lopen nu en er is nog tijd om het aan te passen. Ik hoop dat wijkverpleegkundigen van zich laten horen en dit niet zomaar laten gebeuren. Hun beroepsgroep komt hierdoor onder drukt te staan. Het is slecht voor hun vak als er allerlei gevarieerde functies ontstaan. Stel dat je de huisartsen zou opsplitsen. Die zouden dit zeker niet accepteren en meteen op het Malieveld staan.”

Corina de Feijter

Op You Tube staat een satirisch filmpje van Buurtzorg Nederland over de twee soorten wijkverpleegkundigen.

(Foto: Studio Oostrum)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *